Plan: | Groot Zonnehoeve |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1098-onh1 |
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Als woningtypen zijn toegestaan:
Het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woningen' aangegeven aantal woningen mag niet worden overschreden.
Naast de algemene bouwregels van artikel 14 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 10.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels | |
Woningen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' | bouwvlak | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde (11.4a) | ||
Woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd' | bouwvlak, mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | - de bouwdiepte van een vrijstaande woning bedraagt niet meer dan 15 m - de bouwdiepte van een twee-onder-een-kapwoning bedraagt niet meer dan 12 m - de bouwdiepte van een aaneengebouwde woning bedraagt niet meer dan 10 m - binnen het bouwvlak bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, voorzover de woningen daarop niet aaneen gebouwd zijn, voor woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand' en 'twee-aaneen' ten minste 3 m - binnen het bouwvlak bedraagt de afstand tussen woningblokken voor woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' ten minste 5 m |
|
Bijgebouwen, overkappingen en aan- of uitbouwen bij woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd' | bij een kaveloppervlakte tot 500 m²: 50 m²; bij een kaveloppervlakte tussen 500 m² en 750 m²: 65 m²; bij een kaveloppervlakte vanaf 750 m²: 85 m²; mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan |
bijgebouwen en aan- of uitbouwen: 3 m | bijgebouwen en aan- of uitbouwen: 5 m overkappingen: 3 m |
- tevens toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'erf' - situering ten minste 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de woning is gebouwd (11.4 b) - wanneer een bijgebouw of aan- of uitbouw aan de woning wordt vastgebouwd, mag dat aan ten hoogste één zijgevel en/of aan de achtergevel van de woning - bij een aan de woning aangebouwd bijgebouw, overkapping of aan- of uitbouw waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen en aan- of uitbouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan |
|
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m speel- en klimtoestellen: 4 m (11.4c) overig: 2 m |
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'tuin' bedraagt ten hoogste 1 m (11.4b) |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 20 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 11.2 bepaalde:
Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 11.1 onder d bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, dan wel voorkomen in een hogere categorie van bedoelde Lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door aan ieder bouwvlak met de bestemming 'Woongebied' de aanduiding 'zorgwoning' toe te voegen teneinde zorgwoningen toe te staan indien: