direct naar inhoud van 3.3 Ruimtelijke en functionele structuur
Plan: Wenum Wiesel en buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1092-vas1

3.3 Ruimtelijke en functionele structuur

Kenmerkend voor het plangebied is de grote diversiteit aan landschappelijke structuren. Dit wordt veroorzaakt doordat het plangebied is gelegen op de overgang van het bosgebied van de Veluwe naar het rivierdal van de IJssel.

De Veluwerand loopt geleidelijk over in een fraai kleinschalig mozaïeklandschap: een afwisseling tussen wei- en hooilandjes, bosschages, essen, houtwallen, houtsingels en beken. De essen zijn veelal minder goed herkenbaar doordat deze steeds meer begroeid raken, zowel door natuurlijke opslag als door aanplant met (naald)bomen. Dit deel van het plangebied is rijk aan cultuurhistorische waarden, waaronder grafheuvels en karakteristieke (voormalige) boerderijen.

Een opvallend element in dit deel van het plangebied is de hoge stuifwal (ongeveer 6 m hoog) die werd aangelegd om verstuiving van de zandduinen van de Veluwe naar de essen tegen te gaan. Deze wal is nog steeds duidelijk in het landschap zichtbaar.

Een ander opmerkelijk element zijn de sprengen, die zijn aangelegd ten behoeve van de industrie. Het grondwater komt aan de randen van de Veluwe dicht aan de oppervlakte. Op laaggelegen plaatsen aan de rand van de Veluwe werd een gat gegraven tot op grondwaterniveau. Zo ontstond een kunstmatige bron, de sprengkop. Vanaf de sprengkop werd het water door een kunstmatig aangelegde beek (de spreng) naar een molen gevoerd om daar een waterrad aan te drijven.

Het kleinschalige landschap gaat naar het oosten toe geleidelijk over in een meer open agrarisch landschap. Kenmerkend zijn de essen: de hoger gelegen percelen waarop de (voormalige) boerderijen zijn gesitueerd. In het open gebied (in het oosten van het plangebied) vallen deze essen goed op door de hogere ligging ten opzichte van het omliggende landschap.

Opvallend is dat ook de bebouwing een grote diversiteit aan maten en vormen kent: niet alleen verspreid liggende solitaire bebouwing, maar ook min of meer lintvormige concentraties in het zuidelijke deel van het plangebied langs de Zwolseweg en Oude Zwolseweg en omgeving en ter plaatse van de kern van Wenum. Hoewel de meeste bebouwing van oorsprong een agrarisch karakter had, zijn door het economisch klimaat en de ligging aan de rand van de stad Apeldoorn steeds meer burgerwoningen aan de rand van het plangebied gekomen (grenzend aan de stad Apeldoorn) .

Samenvattend kan het plangebied op hoofdlijnen worden onderverdeeld in de volgende 'gebiedstypen' (zie figuur 3.3):

  • a. Cultuurhistorisch waardevol gebied: Dit gebied betreft de gronden die deel uitmaken van het beschermd dorpsgezicht Wiesel en het gebied rond de Wenumse Beek en de enk van Wenum.
  • b. Natuurgebied: Het gaat om die gebieden die nog relatief ongerept zijn en geen productiefunctie meer kennen. Hierbij gaat het om delen van de Veluwerand.
  • c. Gemengd agrarisch gebied: Het gebied ten westen van de Zwolseweg kent nog de kleinschaligheid van het oorspronkelijke essenlandschap.
  • d. Open agrarisch gebied: Het gebied tussen de Zwolseweg / Wenum en het Apeldoorns kanaal bestaat vooral uit een vlak, open agrarisch gebied. Hier zijn vooral burgerwoningen en (voormalige) agrarische bedrijven gevestigd. Grote beplantingselementen ontbreken, met uitzondering van erfbeplanting.
  • e. Landelijk woongebied: De dorpen Wenum en Wiesel kunnen worden gekarakteriseerd als een landelijk woongebied. Wenum en Wiesel worden gescheiden door de Zwolseweg. Aan de oostkant ligt Wenum en in het westen Wiesel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1092-vas1_0009.png" Figuur 3.3 - Landschappelijke hoofdstructuur

Het cultuurhistorisch waardevol gebied strekt zich verder oostwaarts uit langs het beekdal van de Wenumse Beek tot aan het kanaal (met daarin het landgoed De Rotterdamse Kopermolen, de Wenumse watermolen e.o. en tevens inbegrepen de enk van Wenum). Zie de rode gebieden in CH beleidskaart (fig.2.4 paragraaf 2.6.11 Beleidsvisie Cultuurhistorie en het beleid met voor het gebied met gebiedsaanduiding 'cultuurhistorische waarden')