direct naar inhoud van Artikel 7 Horeca
Plan: Wenum Wiesel en buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1092-vas1

Artikel 7 Horeca

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca in categorie 1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten horecatypen;
  • b. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. beroepsuitoefening aan huis;
  • d. niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • e. behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. voor zover aangeduid gelden tevens de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3;

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 25 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 7.4 genoemde afwijkingen.

Voor het bouwen van gebouwen en overige bouwwerken geen gebouw zijnde gelden, ter plaatse van de aanduiding 'beschermd dorpsgezicht', de in artikel 28 opgenomen bouwbepalingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte /inhoud   Maximale goothoogte    Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen   120% van de bestaande oppervlakte per bouwvlak aan gebouwen en overkappingen   6 m,
tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'  
8,5 m,
tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'  
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bedrijfswoningen en bijgebouwen niet meegeteld
- de uitbreiding ten opzichte van de bestaande oppervlakte mag per bestemmingsvlak in totaal niet meer dan 375 m2 bedragen
- de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m  
Bedrijfswoningen   700 m3   4 m,
tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'  
nvt,
tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'  
- ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen'
- voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld;
- de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m
- voor het splitsen van de bedrijfswoning in twee wooneenheden geldt het in artikel 25 lid 25.3 bepaalde
- de afstand van een op te richten bedrijfswoning tot bestaande kassen bedraagt ten minste 30 m
- het in artikel 26 lid 26.1 onder f bepaalde is van overeenkomstige toepassing  
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   75 m²   3 m   5 m   - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden opgericht (7.4.1a)
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen
 
    2,5 m    
- erf- en terrein- afscheidingen       2 m   - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (7.4.1b)  
- antenne-installa tie s       15 m    
overig       6 m    

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bouwvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 43 opgenomen procedureregels van toepassing

7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 7.2 bepaalde voor het bouwen van bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen en overkappingen voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan;
  • b. van het in lid lid 7.2 bepaalde voor het ten behoeve van de privacy bouwen van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevelrooilijn bij de bedrijfswoning tot een bouwhoogte van 2 m, indien dit met het oog op de cultuurhistorische en landschappelijke waarden, de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is;
  • c. van het in lid 7.1 en lid 7.2 bepaalde voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van activiteiten waarvoor ingevolge lid 7.6 is afgeweken van de gebruiksregels.
7.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels van artikel 26 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.

Het gebruik van bedrijfswoningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. dit gebruik beslaat niet meer dan 40% van de oppervlakte van de woning en 100% van de oppervlakte van de bijgebouwen, met een gezamenlijk maximum van 50 m2 per kavel;
  • b. het gebruik heeft geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu en de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen nadelige toename van de parkeerbehoefte;
  • d. er wordt geen detailhandel uitgeoefend;
  • e. de activiteiten veroorzaken geen duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen en hebben geen ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur tot gevolg;
  • f. het beroep respectievelijk de bedrijfsmatige activiteiten wordt respectievelijk worden in ieder geval door de bewoner uitgeoefend;
  • g. bedrijfsmatige activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover deze zijn genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis dan wel naar hun aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in deze Lijst genoemde activiteiten.
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 7.1 bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten horecatypen, dan wel voorkomen in een hogere categorie van bedoelde lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, met dien verstande dat de belasting van het (leef)milieu en het landschap in de omgeving alsmede de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig mogen toenemen en de belangen van de omliggende functies ook anderszins niet onevenredig mogen worden geschaad.

7.6.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast en er geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.