direct naar inhoud van 6.3 Algemene regels en overgangs- en slotregels
Plan: Bestemmingsplan Beekbergen en Lieren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1090-vas1

6.3 Algemene regels en overgangs- en slotregels

In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 29 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 1 van dit artikel is onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen in het hele pangebied is toegestaan. Lid 2 bevat de afdekbepaling. Hier is bepaald dat, wanneer in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf die bouwhoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten bouwhoogte.

In artikel 30 staan de algemene gebruiksregels. Hierin is beschreven welke vormen van gebruik in ieder geval gelden als gebruik in strijd met de bestemming en daarmee onder het gebruiksverbod van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening vallen. Onderdeel g hiervan verdient bespreking. De archeologische beleidskaart geeft voor het gehele grondgebied van Apeldoorn aan hoe hoog de trefkans op archeologische resten per gebied is. Gebieden met een hoge trefkans hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' Hoog gekregen, gebieden waar die trefkans middelhoog is hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'-Middelhoog gekregen. De overige gebieden, waar de trefkans op archeologische resten laag is, hebben geen dubbelbestemming gekregen. Daarvoor geldt onderdeel g van de Algemene gebruiksregels. Daarin is bepaald dat het verstoren van archeologische waarden in die gebieden door het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden over een oppervlakte van ten minste 1.000 m² en dieper dan 0,5 m onder maaiveld in strijd is met de bestemming, tenzij uit archeologisch onderzoek is gebleken dat die waarden niet onevenredig worden verstoord. Indien de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bijvoorbeeld eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw archeologisch onderzoek uit te voeren.

De specifieke waarden van de open enk tussen Beekbergen en Lieren, zijnde openheid en grondgebonden landbouw, zijn middels de gebiedsaanduiding 'open landschap' beschermd (artikel 32). In artikel 31 is een regeling opgenomen voor de bomen die door burgemeester en wethouders als bijzondere boom zijn aangewezen. Bijzondere bomen vinden hun voornaamste bescherming in de Algemene Plaatselijke Verordening, waarin is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning bomen te kappen en dat er geen vergunning tot het kappen van bijzondere bomen wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situatie. Dit geheel biedt reeds een aanzienlijke bescherming van de bijzondere bomen. In het bestemmingsplan is een aanvullende regeling opgenomen. De bijzondere bomen zijn met een gebiedsaanduiding op de plankaart aangegeven. In artikel 1 is de bijzondere boom gedefinieerd als boom die is vermeld op de lijst van bijzondere bomen. In de regels is bepaald dat, daar waar de aanduiding 'bijzondere boom' voorkomt, de afstand van bebouwing tot het hart van de boom ten minste 10 m dient te bedragen; onder voorwaarden kan ontheffing worden verleend voor het verkleinen van deze afstand tot 5 m. Ter verdere bescherming van de bomen is een aantal werken en werkzaamheden binnen een afstand van 5 m uit het hart van de als bijzondere boom aangeduide boom slechts toegestaan indien een aanlegvergunning is verleend. Het laatste onderdeel van dit lid geeft een regeling voor legaal gebouwde (delen van) bouwwerken die niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven maatvoering. De aanwezige maten zijn dan toegelaten, ook bij eventuele herbouw van het bouwwerk. Dit geldt alleen daar waar de afwijking voorkomt.

In artikel 35 worden de regels ten aanzien van het 'wro-zone - wijzigingsgebied' beschreven. Dit wijzigingsgebied maakt het mogelijk het 'Coöperatieterrein' in Lieren te herontwikkelen tot woongebied al dan niet in combinatie met gemengde functies, waaronder bedrijvigheid vallend in categorie 1 van de Lijst van toegelaten bedrijfstypen in de eerste ondergrondse bouwlaag. Aan deze ontwikkeling worden in de regels concrete voorwaarden verbonden ten aanzien van het aantal woningen, het type woningen en de te hanteren relevante maatvoeringen wat betreft hoogte en massa.

In de artikelen36 en 37 worden de algemene afwijkings- en wijzigingsregels besproken. In de eerste staan regels betreffende het afwijken van de bouwregels voor een veelheid aan kleinere bouwwerken. Ook zijn hiermee kleine afwijkingen mogelijk wat betreft maatvoering en kunnen met ontheffing jeugdontmoetingsplaatsen worden gerealiseerd. Met de wijzigingsregels zijn wijzigingen door te voeren indien de bestaande situatie of een doelmatig gebruik van de grond en gebouwen daar om vraagt.

In artikel 38 staan de procedureregels die bij ontheffing en nadere eisen in acht genomen moeten worden. Artikel 39 geeft aan welke regeling geldt wanneer wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen en plannen. In artikel 40 staat de regeling voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden (de vroegere aanlegvergunningregeling).

Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.