Plan: | Bestemmingsplan Beekbergen en Lieren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1090-vas1 |
Het bestemmingsplan voor Beekbergen Lieren is vooral een actualisatieplan. De geldende bestemmingsplannen voor Beekbergen en Lieren inclusief diverse herzieningen zijn verouderd en moeten op grond van de Wet ruimtelijke ordening worden herzien.
Tegelijkertijd ligt er voor Beekbergen en Lieren de opgave om de komende 15 jaar in totaal ca. 400 woningen te bouwen. In de structuurvisie zijn bouwlocaties aangegeven. In dit hoofdstuk wordt nader ingezoomd op deze locaties en de manier waarop ermee in het bestemmingsplan wordt omgegaan. Daarnaast worden de invulllingen in de bestaande linten die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, beschreven.
De locaties
Een groot deel van het programma wordt gerealiseerd op uitbreidingslocaties, waarbij aansluiting bij de bestaande ruimtelijke structuur van het gebied, waarvan de dorpen deel uitmaken, van wezenlijk belang is. Een klein deel van het programma wordt gerealiseerd door kleinschalige invullingen in de dorpen, door functieverandering van bedrijfsbebouwing, door een enkele kleinschalige invulling in linten en door functieverandering in het buitengebied.
De locaties zijn in de Structuurvisie Beekbergen en Lieren (2010) aangewezen en verder uitgewerkt. Het gaat om:
De locaties worden in de volgende paragrafen per dorp kort besproken. Per locatie wordt aangegeven hoeveel woningen er naar verwachting gebouwd zullen worden. Het gaat hierbij om een inschatting op basis van de huidige inzichten. Er kunnen zich de komende jaren omstandigheden voordoen waardoor op een van de locaties minder woningen worden gerealiseerd die op een andere locatie extra gebouwd worden wanneer hier vanuit stedenbouwkundig, cultuurhistorisch en volkshuisvestelijk oogpunt aanleiding toe is.
De wijze van bestemmen
Of een locatie wordt opgenomen in het bestemmingsplan hangt af van een aantal voorwaarden. Ontwikkelingen waarvoor de planologische procedure inmiddels is afgerond of waarvan de procedure in vergevorderd stadium is, zijn opgenomen. Ontwikkelingen waarvoor de planologische procedure nog niet is gestart worden alleen opgenomen wanneer deze zo concreet zijn dat met ontwikkelende partijen contracten zijn afgesloten en overeenstemming bestaat over het programma van eisen. Bovendien moet zijn aangetoond dat de beoogde ontwikkeling uitvoerbaar is. Per locatie wordt aangegeven of hiervan sprake is. Er zijn er drie mogelijkheden:
door deze werkwijze wordt voorkomen dat nu al concrete kaders worden neergelegd voor locaties die wellicht over vijf of tien jaar pas ontwikkeld worden. Bovendien is de tijdswinst qua procedure van een planwijziging sinds inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 ten opzichte van zelfstandige bestemmingsplanprocedure maar zo'n twee maanden.
Het woningbouwprogramma
Insteek van het woningbouwprogramma voor Beekbergen en Lieren is het toevoegen van aantrekkelijke dorpse woonmilieus. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat er ca. 400 woningen verdeeld over de beide dorpen bijgebouwd zullen worden. De groepen starters op de woningmarkt en ouderen hebben hierbij speciale aandacht. Ook zal er ruimte zijn voor zorg.
De aandacht voor starters vertaalt zich in een woonprogramma met 20% sociale huur en 10% sociale koop. Naast het sociale programma zal er een evenwichtig programma over de verschillende vrije sector categorieën tot stand moeten komen. Hierbij wordt uitgegaan van een programma van 10% vrije sector 1, 20% vrije sector 2, 20% vrije sector 3 en 20% vrije sector 4. Hierbij worden de prijzen gehanteerd conform het dan geldende woningbouwprogramma.
De segmentering van het woningbouwprogramma geldt voor de netto toe te voegen woningvoorraad. Het uitgangspunt is dat er een evenwichtig programma voor de verschillende ontwikkellocaties tot stand komt. Daarnaast wordt gestreefd naar de bouw van levensloopbestendige woningen.
Er kunnen echter ruimtelijke argumenten zijn om op de ene locatie meer of minder goedkope woningen in het sociale segment te realiseren. Wanneer er op een andere locatie minder sociale woningbouw gerealiseerd wordt dan het programmatische uitgangspunt van 30% dan zal dit op een andere locatie gecompenseerd moeten worden. Dit uitgangspunt is vastgelegd in de structuurvisie met de regeling deficit sociaal. Deze regeling houdt in dat de eigenaar/ontwikkelaar die op grond van ruimtelijke argumenten niet het beoogde aantal goedkope woningen kan realiseren hiervoor een bijdrage betaalt. Deze bijdrage wordt aangewend om elders meer sociale woningbouw te realiseren.
Voor vrijwel alle locaties geldt dat er cultuurhistorische en landschappelijke waarden in het geding zijn. Daarom is grote aandacht vereist voor een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
In het ontwerp, met name wat betreft de bouwhoogte, dient ernstig rekening te worden gehouden met de invloed op het aangrenzende landschap van de enk en het beekdal.