Plan: | Dorp Uddel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1087-vas1 |
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Als woningtypen zijn toegestaan:
één en ander met dien verstande dat het per aanduidingsvlak aangegeven maximum aantal woningen niet mag worden overschreden.
Naast de algemene bouwregels van artikel 21 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 16.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Woningen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' | bouwvlak | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde (16.4 a) | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | |
Woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd' | bouwvlak, mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde (16.4b) | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | - binnen het bouwvlak bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, voorzover de woningen daarop niet aaneen gebouwd zijn, voor woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand' en 'twee-aaneen' ten minste 2,50 m; (16.4c)
- de afstand van de voorgevel van de woning tot de aanduiding 'gevellijn' bedraagt niet meer dan 3 m - de diepte van de woning bedraagt niet meer dan 10 m bij een aaneengebouwde woning, 12 m bij een twee-onder-een-kapwoning en 15 m bij een vrijstaande woning - binnen 10 m vanaf de grens van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf-handel en reparatie in auto's zijn geen woningen toegestaan |
Bijgebouwen, overkappingen en aan- of uitbouwen bij woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd' | bij een kaveloppervlakte tot 500 m²: 50 m²; bij een kaveloppervlakte tussen 500 m² en 750 m²: 65 m²; bij een kaveloppervlakte vanaf 750 m²: 85 m²; mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan |
bijgebouwen en aan- of uitbouwen: 3 m | bijgebouwen en aan- of uitbouwen: 5 m overkappingen: 3 m |
- situering ten minste 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de woning is gebouwd (
16.4d) - wanneer een bijgebouw of aan- of uitbouw aan de woning wordt vastgebouwd, mag dat aan ten hoogste één zijgevel en/of aan de achtergevel van de woning - bij een aan de woning aangebouwd bijgebouw, overkapping of aan- of uitbouw waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen en aan- of uitbouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan - binnen 10 m vanaf de grens van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf-handel en reparatie in auto's zijn geen aan of uitbouwen toegestaan |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m geluidschermen: 4 m overig: 2 m |
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 m ( 16.4e) |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de gebouwen en de oppervlakte per gebouw, voor zover dit noodzakelijk is voor:
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 31 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 16.2 bepaalde:
De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt; gebruik van de niet bebouwde grond ten behoeve van activiteiten anders dan specifiek aangeduid is niet toegestaan. Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit.
Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden: