direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - 1
Plan: Dorp Uddel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1087-vas1

Artikel 15 Wonen - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, waaronder begrepen begeleid wonen tot maximaal 2 woningen per bouwvlak;
  • b. dependances, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dependance';
  • c. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • e. gezondheidszorg, ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg';
  • f. hovenier, ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
  • g. praktijkruimte, ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  • h. bakkerij met winkel (sbi code 1071.1), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bakkerij';
  • i. kapsalon, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kapsalon';
  • j. beroepsuitoefening aan huis;
  • k. niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • l. behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle panden, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. tuin en/of erf;

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Toegestane woningtypen

Als woningtypen zijn toegestaan:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': gestapelde woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaande woningen;
15.2.2 Bebouwingsschema

Naast de algemene bouwregels van artikel 21 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 15.4 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Woningen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld'   bouwvlak   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven waarde (15.4a)   - uitsluitend bestaande aan- en bijgebouwen toegestaan;
- het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf-bakkerij' bedraagt niet meer dan bestaand

 
Woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd'   bouwvlak, mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde   - binnen het bouwvlak bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, voorzover de woningen daarop niet aaneen gebouwd zijn, voor woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand' en 'twee-aaneen' ten minste 2,50 m
- binnen het bouwvlak bedraagt de afstand tussen woningblokken voor woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' ten minste 5 m
- ter plaatse van de betreffende aanduidingen overeenkomstig van toepassing voor gebouwen ten dienste van detailhandel, dienstverlening, gezondheidszorg, hovenier of praktijkruimte  
Bijgebouwen, overkappingen en aan- of uitbouwen bij woningen ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd'   bij een kaveloppervlakte tot 500 m²: 50 m²;
bij een kaveloppervlakte tussen 500 m² en 750 m²: 65 m²;
bij een kaveloppervlakte vanaf 750 m²: 85 m²;
mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan  
bijgebouwen en aan- of uitbouwen: 3 m   bijgebouwen en aan- of uitbouwen: 5 m
overkappingen: 3 m  
- tevens toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'erf'
- situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de woning is gebouwd (15.4b)
- wanneer een bijgebouw of aan- of uitbouw aan de woning wordt vastgebouwd, mag dat aan ten hoogste één zijgevel en/of aan de achtergevel van de woning
- bij een aan de woning aangebouwd bijgebouw, overkapping of aan- of uitbouw waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen en aan- of uitbouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan
- ter plaatse van de betreffende aanduidingen is het in bijgebouwen aanbrengen van voorzieningen ten dienste van detailhandel, dienstverlening, gezondheidszorg, hovenier of praktijkruimte toegestaan
- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' is boven het maximale oppervlak aan bijgebouwen 40 m2 extra aan bijgebouwen toegestaan ten behoeve van een kapsalon, mits binnen de aanduiding niet meer dan één woning aanwezig is  
Dependances   65 m²   3 m   5 m   - de totale oppervlakte aan bijgebouwen, overkappingen en dependances mag niet meer dan 75 m² bedragen
- een dependance heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m
antenne-installaties: 15 m
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'tuin' bedraagt ten hoogste 1 m (15.4c)  
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bijgebouwen en de oppervlakte per bijgebouw, voor zover dit noodzakelijk is voor:

  • a. het waarborgen van de in het plan beoogde stedenbouwkundige kwaliteit;
  • b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. het bewerkstelligen van een onderlinge afstemming van de bebouwing.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 31 opgenomen procedureregels van toepassing.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 15.2 bepaalde:

  • a. voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte van een woning ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' met niet meer dan 3,50 meter tot een maximum van 1/3 van het grondoppervlak van het gebouw ten behoeve van ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen liftkokers en installatieruimten;
  • b. dat bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, indien dit past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd;
  • c. voor het ten behoeve van de privacy bouwen van een erf- of terreinafscheiding op hoekpercelen tot een bouwhoogte van 2 meter, indien dit met het oog op het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd en de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is.
15.5 Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Gebruik niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt; gebruik van de niet bebouwde grond ten behoeve van activiteiten anders dan specifiek aangeduid is niet toegestaan. Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit.

15.5.2 Beroepsuitoefening en niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis

Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. dit gebruik beslaat niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijgebouwen, met een gezamenlijk maximum van 50 m2 per kavel;
  • b. het gebruik heeft geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen nadelige toename van de parkeerbehoefte;
  • d. er wordt geen detailhandel uitgeoefend;
  • e. de activiteiten veroorzaken geen duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen en hebben geen ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur tot gevolg;
  • f. het beroep respectievelijk de bedrijfsmatige activiteiten wordt respectievelijk worden in ieder geval door de bewoner uitgeoefend;
  • g. bedrijfsmatige activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover deze zijn genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis dan wel naar hun aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in deze Lijst genoemde activiteiten.
15.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.6.1 Vergunningplicht

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.

15.6.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 15.6.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:

  • a. ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag;
  • b. waarvoor eerder een vergunning is afgegeven;
  • c. die in redelijkheid kunnen worden aangemerkt als zijnde van ondergeschikte aard en omvang, zodat enige wezenlijke invloed op de in lid 15.1 bedoelde cultuurhistorisch waardevolle bebouwing niet te verwachten is.
15.6.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

De in lid 15.6.1 bedoelde sloopwerkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien uit een nadere onderbouwing van de aanvraag blijkt dat handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. De aanvrager dient daartoe bij de aanvraag om de hier bedoelde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een deskundigenrapport te overleggen dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.

15.6.4 Advies

Alvorens het bevoegd gezag beslist omtrent de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 15.6.1 wint het advies in bij een deskundige.

15.7 Wijzigingsbevoegdheid zorgwoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door aan ieder bouwvlak met de bestemming 'Wonen - 1' de aanduiding 'zorgwoning' toe te voegen teneinde zorgwoningen toe te staan indien:

  • a. geen onevenredige hinder voor de omgeving ontstaat;
  • b. geen nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
  • c. de bebouwing per bouwvlak maximaal 2.500 m3 bedraagt;
  • d. de bebouwing voldoet aan de voor de betreffende locatie geldende maatvoerings- en bouwaanduidingen en aan de regels in het bebouwingsschema.

15.8 Wijzigingsbevoegdheid tweede woning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd zijn bevoegd een woonbestemmingsvlak te wijzigen teneinde een woning toe te staan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. de in het gebied voorkomende karakteristieke bebouwing en het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig aangetast;
  • b. geen onevenredige hinder voor de omgeving ontstaat;
  • c. vaststaat dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor het bouwen van een woning;
  • d. geen nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
  • e. vaststaat dat op geen van de gevels van de geprojecteerde woning, bij voltooiing, de ter plaatse toegestane voorkeurswaarde of verleende hogere grenswaarde vanwege wegverkeer krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden.