Plan: | Agrarische Enclave |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1073-vas2 |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 24 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 13.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte /inhoud | Maximale goothoogt e | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels | |||||
Gebouwen: |
|||||||||
- groepsaccommodaties | bestaande oppervlakte, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'oppervlakte (m2)' | 8 m | |||||||
- voorzieningen | bestaande oppervlakte, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' (13.4.1a,b)
|
6 m | - voor het bepalen van de oppervlakte aan voorzieningen worden bedrijfswoningen en bijgebouwen niet meegeteld | ||||||
- winkels | bestaande oppervlakte (13.4.1a,c)
|
6 m | 6 m | ||||||
- recreatiewoningen | 75 m2/300 m3 per recreatieverblijf, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' | 4 m | 5 m | - het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' - bij recreatiewoningen zijn geen bijgebouwen toegestaan - het in artikel 41 lid 41.1 onder e en artikel 42 lid 42.1 onder b bepaalde is niet van toepassing op de maximale inhoud per recreatiewoning |
|||||
- stacaravan | 55 m² | 3,5 m | |||||||
Bedrijfswoningen | 700 m3 | 4 m | - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld; - per bestemmingsvlak is één bedrijfswoning toegestaan tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'; (13.4.1d) - voor het splitsen van de bedrijfswoning in twee wooneenheden geldt het in artikel 24 lid 24.3 bepaalde - de afstand van een op te richten bedrijfswoning tot bestaande kassen bedraagt ten minste 30 m - het in artikel 25 lid 25.2 onder f bepaalde is van overeenkomstige toepassing |
||||||
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen | 75 m2 | 3 m | 5 m | - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of het verlengde daarvan worden opgericht (13.4.1e) - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan |
|||||
Bijgebouwen en overkappingen bij stacaravans | 6 m² | 3 m | - bij de ingang van een stacaravan is een aanbouw toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 3 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,50 m | ||||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | |||||||||
- erf- en terreinafscheidingen | 2 m | ||||||||
- overig | 10 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bouwvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 43 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 13.2 bepaalde:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast, waaronder begrepen die van het Natura2000-gebied en van de Ecologische Hoofdstructuur, en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Naast de algemene gebruiksregels van artikel 25 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.
locatie: | tenten/caravans op jaarplaatsen: | tenten/toercaravans toerische plaatsen | |
Buurtweg 8 | 0 | 0 | |
Einderweg 7 | 0 | 0 | |
Garderensemolenweg 77 | 0 | 25 | |
Hennepstede 50 | 81 | 12 | |
Elspeterweg 75 | 25 | 0 | |
Elspeterweg 89 | 1 | 0 | |
Blekemeer 29 | 152 | 0 |
Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in dit lid mag alleen plaatsvinden voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied, waaronder begrepen die van het Natura2000 gebied en van de Ecologische Hoofdstructuur, dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast. Voorts zijn de algemene criteria van artikel 42 lid 42.4 van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen: