direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Spoorweg
Plan: Loenen en Veldhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1067-vas2

Artikel 15 Verkeer - Spoorweg

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder in ieder geval begrepen stationsgebouwen, werkplaatsen, overkappingen, seinpalen, telegraafpalen, ongelijkvloerse kruisingen, tunnels, bruggen, taluds, bermen en bermsloten, waterhuishoudkundige voorzieningen, geluidwerende voorzieningen en afschermingen.

15.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 27 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen   bouwvlak   vrijstaande kiosk 3 m, overige gebouwen en overkappingen 6 m   vrijstaande kiosk 5 m   - van de bouwhoogtebepaling zijn tunnels uitgezonderd
- vrijstaande kiosk is ook buiten het bouwvlak toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       antenne-installaties: 15 m
seinpalen, telegraaf- palen en overige aan het (historisch) treinverkeer verbon- den voorzieningen: 10 m.
overig: 2 m  
 

15.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 15.2 bepaalde:

  • a. teneinde de te bebouwen oppervlakte en inhoud met maximaal 15% te vergroten, mits:
    • 1. de nabij gelegen belangen niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. de vergroting uit landschappelijk en ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. voor het oprichten van gebouwen in de vorm van seinhuisjes van maximaal 20 m² en spoorwachtershuisjes van maximaal 12 m² en 3 m goothoogte en sanitaire voorzieningen van maximaal 20 m² en 3 m goothoogte, buiten het aangegeven bouwvlak;
  • c. voor het oprichten van telegraafpalen met een cultuurhistorisch karakter.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

15.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen een afstand van 5 meter uit het hart van een monumentale boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom':

  • a. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen;
  • b. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
  • c. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
  • d. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
  • e. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben.

15.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 15.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. als bedoeld in sublid 15.4.1 onder e, voor zover de artikelen 4.5.1 tot en met 4.5.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing zijn.

15.4.3 Beoordelingscriteria

Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de monumentale boom niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die boom niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.