direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk - Militair terrein
Plan: Loenen en Veldhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1067-vas2

Artikel 13 Maatschappelijk - Militair terrein

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Militair terrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. militaire voorzieningen;
  • b. twee dienstwoningen;
  • c. tuin en/of erf;

met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 27 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 13.4 genoemde afwijkingsbevoegdheden.

Bebouwing   Maximale oppervlakte/inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale afstand tussen gebouwen   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van dienstwoningen, en bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning    bouwvlak, met inachtneming van de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde (13.4 a)   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde (13.4 d)      
Dienstwoningen   600 m³          
Bijgebouwen en overkappingen bij de dienstwoning   50 m² (13.4b)   2,8 m   5 m
 
10 m   - bijgebouwen mogen niet voor de voorgevel van de dienstwoning(en) of het verlengde daarvan worden opgericht (13.4 c)
 
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m
antenne-installati
speel- en klimtoestellen: 4 m
overig: 2 m  
  de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m  

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de maximale grondoppervlakte per bijgebouw, zulks uitsluitend teneinde de bijgebouwen in een compacte eenheid met de bijbehorende woning te situeren en teneinde tenminste 2/3 van de kavel te vrijwaren van bebouwing.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 13.2 bepaalde teneinde de te bebouwen grondoppervlakte en de inhoud met maximaal 15% te vergroten, mits:
    • 1. de met nabijgelegen percelen verbonden belangen niet onevenredig worden aangetast;
    • 2. de vergroting uit landschappelijk en ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. van het in lid 13.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen bij de dienstwoning tot een oppervlakte van 75 m², mits dit geen afbreuk doet aan de stedebouwkundige kwaliteit van de omgeving en de openheid van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. van het in lid 13.2 bepaalde dat bijgebouwen bij dienstwoningen niet voor de voorgevel van de dienstwoning of het verlengde daarvan mogen worden opgericht, indien dit uit stedebouwkundig en landschappelijk oogpunt niet onaanvaardbaar is;
  • d. van het in lid 13.2 bepaalde voor het overschijden van de maximale toegelaten bouwhoogte met niet meer dan 3,50 m tot een maximum van 1/3 van het grondoppervlak van het gebouw ten behoeve van ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen liftkookers en installatieruimten.