direct naar inhoud van 4.2 Uitwerking
Plan: Lageveldseweg 38 Uddel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1065-vas1

4.2 Uitwerking

Het bovenstaande vertrekpunt heeft een uitwerking gekregen door schuinachter de bestaande woning een erf te maken als centrale plek met een gemeenschappelijk gebruik. Aan de noordzijde wordt die ruimte begrensd door het erf van de bestaande woning en de minicamping die in het verlengde daarvan ligt. Dat erf wordt daarbij vergroot ten koste van de minicamping.

Aan de oost-, zuid- en westzijde van het centrale erf zijn drie woningblokjes gepland. Deze zijn zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat duidelijke doorzichte ontstaan vanaf het centrale erf naar het omliggende landschap. De volumes bestaan elk uit één bouwlaag met een kap en hebben inpandige bergingen. De kap is daarbij het bepalende element in het beeld van de gebouwen, in analogie naar de agrarische gebouwen in de omgeving. Het totale grondbeslag van de drie woongebouwen bedraagt circa 1100 m², waarmee ruim minder dan 50% van het gesloopte oppervlak aan bebouwing wordt teruggebouwd. De 'resterende' weidegrond wordt ingericht als nieuwe natuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1065-vas1_0009.png"

Figuur 9: Inrichtingsplan. Bij de vaststelling van dit bestemmingsplan zijn de posities van de drie-onder-een-kapwoningen omgewisseld met de westelijke twee-onder-eenkapwoningen.

Woningen

De interne ontsluiting loopt vanaf de Lageveldseweg langs de zij- en voortuin van de bestaande woning en komt uit op het centrale erf.

Aan de westzijde van het erf is ruimte voor een drie-onder-een-kapwoning (zie figuur 12). Deze komt op een plek te staan van de te slopen kippenstallen. Het betreft een langwerpig bouwvolume dat in de lengte is opgedeeld in drie woningen.

Aan de zuidzijde van het centrale erf is een blokje met twee woningen gepland (zie figuur 11). Aan de oostzijde van het erf komt een twee-onder-een-kapwoning te staan (zie figuur 13). Dit betreft een langwerpig bouwvolume. De kavelrichting staat haaks op het centrale erf.

Groen

Het centrale erf zal een groene en informele inrichting krijgen. Langs de toegangsweg naar het centrale erf zal laanbeplanting worden aangebracht. Verder zal langs de nieuwe erfgrens van de bestaande woning een groep bomen aangeplant worden, zodat een duidelijk scheiding ontstaat tussen het erf bij de woning en het centrale erf. Die laatste ruimte wordt daardoor beter als gezamenlijk erf herkenbaar. Midden op dat erf zal een groot grasvlak worden gemaakt, waarbinnen enkele bomen verspreid aangeplant worden. Langs beide lange zijden zullen parkeerstroken aanlegd worden. Die parkeerstroken worden gescheiden van het grasvlak middels beukenhagen. Rondom het grasvlak en de parkeerstroken komt de onsluiting te liggen voor de nieuwe woningen. Voor die ontsluiting en de parkeerstroken zal één type gebakken klinkers worden gekozen. Het onderscheid zal alleen worden aangegeven in het bestratingsverband. Tussen de minicamping en het nabijgelegen, nieuwe woonperceel zal een strook met opgaande, afschermende beplanting worden aangebracht.

De gronden die niet voor het wonen of de minicamping gaan dienen worden omgevormd tot een bloemrijke weide (natuurdoeltype). Van de aanwezige twee, oost-west lopende greppels worden de oevers verflauwd zodat hier ruimte kan ontstaan voor een natte vegetatie. Daarnaast worden de greppeld elke voorzien van een rij (zwarte) elzen, als begeleidende beplanting. Binnen deze natuur worden wandelpaden aangelegd die in directe verbinding staan met het centrale erf.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1065-vas1_0010.jpg"

Figuur 10: Inrichtingsplan centraal erf. Bij de vaststelling van dit bestemmingsplan zijn de posities van de drie-onder-een-kapwoningen omgewisseld met de westelijke twee-onder-eenkapwoningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1065-vas1_0011.jpg"

Figuur 11: zuidelijke twee-onder-een-kapwoningen