Plan: | Buitengebied Het Woud |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1052-vas1 |
In de structuurvisie worden de richtinggevende keuzen weergegeven voor de toekomstige ontwikkeling van de Stedendriehoek. Het regionale programma voor wonen en werken is vertaald naar een hoogwaardige ruimtelijke inrichting van het bundelingsgebied Stedendriehoek.
Het uitgangspunt van de structuurvisie is het bundelen en concentreren van het stedelijk ruimtegebruik in en om de bestaande steden en dorpen. Reden om te bundelen zijn onder andere de visuele openheid van het landschap behouden, een innovatieve regionale economie stimuleren en de automobiliteit reduceren. Aan de hand van de lagenbenadering is de visie op de Stedendriehoek opgesteld.
Water, natuur en landschap
De basisfilosofie van het integraal waterbeheer wordt gevolgd, geheel in de lijn van 'eerst vasthouden, dan bergen en dan pas afvoeren', gecombineerd met 'eerst schoon houden, dan scheiden en dan pas zuiveren'. Dit betekent een belangrijke grondslag voor de ruimtelijke keuzen voor het sprengen- en bekenstelsel binnen de regio. Ecologisch herstel is een noodzakelijke voorwaarde.
In economisch opzicht leidt het ruimte geven aan water en het realiseren van waterberging in de regio tot beperkende maatregelen voor de grondgebonden landbouw. De landbouw zal moeten inspelen op mogelijkheden om het huidige agrarisch ruimtegebruik te combineren met flexibel peilbeheer en plekgewijze waterberging. De inzet op regionale waterberging en rivierkundige maatregelen voor de IJssel, biedt mogelijkheden voor hoogwaardige functiecombinaties van wonen, werken en recreatie ('rood' voor 'blauw').
Regionale waterberging in beken, sprengen en weteringen biedt ook kansen voor het ontwikkelen van recreatieve 'langzame' routes van wandel-, fiets- en ruiterpaden. Dit verbetert de toegankelijkheid van het landelijk gebied.
Werken
Een gedeelte van het plangebied is aangewezen als zoekgebied voor een regionaal bedrijventerrein Beekbergen, ten zuiden van de A1. Uit de milieubeoordeling blijkt dat vestiging van bedrijven op de locatie Beekbergen nauwelijks een aantasting betekent voor bodem, natuur en landschap. De regio hecht zwaar aan de openheid van het middengebied. De keuze voor Beekbergen ondersteunt dit. Aangezien de meeste grote bedrijventerreinen een directe relatie hebben met de snelweg A1, dient het nieuwe bedrijventerrein te worden gesitueerd op een strategische locatie aan de A1. Dit betekent dat een regionaal bedrijventerrein bij Beekbergen, naast de reguliere bedrijvigheid, vooral de meer autogerelateerde, grootschalige vormen van werken zal moeten accommoderen. Wat betreft bereikbaarheid sluit de locatie Beekbergen vrij goed aan op het bestaande stedelijke gebied van Apeldoorn en kent een goede bereikbaarheid per fiets. Het inzetten op een evenwichtige economische structuur biedt de beste uitgangssituatie voor goede werkgelegenheidstructuur.
Recreatie, toerisme en voorzieningen
De Stedendriehoek richt zich onder andere op een betere toegankelijkheid van het landelijk gebied door aanleg van een recreatief netwerk van wandel-, fiets- en ruiterpaden, met name in het middengebied. Ook wordt ruimte geboden aan de ontwikkeling van enkele aantrekkelijke, lokale, stedelijke uitloopgebieden in de directe nabijheid van de drie steden.
De structuurvisie vormt bij het opstellen van de gemeentelijke bestemmingsplannen het richtinggevend kader voor de betrokken gemeenten. De bestemmingsplannen vullen de definitieve ontwikkeling in.
In Nederland, en ook in de Stedendriehoek, zet de ontwikkeling naar minder maar grotere landbouwbedrijven door. Daarbij komen erven en agrarische gebouwen vrij. De provincie biedt regio's de mogelijkheid om het beleid voor hergebruik van vrijgekomen en vrijkomende gebouwen in het buitengebied op regionaal niveau nader uit te werken, waarbij van het streekplan is af te wijken. Daartoe hebben de gemeenten in de Stedendriehoek, met uitzondering van de gemeente Epe, het plan opgesteld met bijbehorende regelgeving. In het plan zijn algemene voorwaarden opgenomen.
Het plan biedt de mogelijkheid voor het bouwen van één of meer vrijstaande woningen naast de mogelijkheid van meerdere wooneenheden in één woongebouw. In alle gevallen van functieverandering moet de omgevingskwaliteit er per saldo op vooruit gaan.
Het is mogelijk om nieuwbouw te plegen ten behoeve van functieverandering naar werken en de combinatie wonen/werken. Dit in gevallen waarin sloop en nieuwbouw noodzakelijk zijn om bedrijfstechnische en bedrijfseconomische redenen en in gevallen waarin nieuwbouw beter is voor de ruimtelijke kwaliteit door het slopen van bestaande verpauperde bebouwing;
Binnen de mogelijkheden van het streekplan (maximaal 50% hergebruik voor wonen) maken de gemeenten maatwerk mogelijk. In een groot deel van het gebied is minder dan 50% hergebruik mogelijk. In een beperkt deel van het gebied is hergebruik (voor wonen) tot 50% mogelijk. Ook is in bepaalde gebieden meer hergebruik/nieuwbouw voor werken mogelijk dan 500 m2, namelijk tot 750 m2.
Afbeelding 2.3: Zonering functieverandering wonen en werken
In het kader van wonen valt het plangebied onder de 'Oostelijke Veluweflank en de stadsranden van Apeldoorn'. Dit gebied staat onder een hoge verstedelijkings- en verrommelingdruk. Op geschikte locaties kan functieverandering naar wonen (in combinatie met groene verevening) bijdragen aan het versterken van het landschap, aan het verbeteren van dorpsranden en aan het accommoderen van de behoefte aan landelijk wonen in Apeldoorn.
In het kader van werken mag maximaal 500 m2 of 750 m2 (afhankelijk van de zone) van de vrijgekomen bebouwing worden gebruikt voor een nieuwe werkfunctie. Indien bedrijven willen groeien naar een grotere oppervlakte dan zullen ze moeten uitwijken naar een locatie waar wel een grotere oppervlakte beschikbaar is, bijvoorbeeld op een bedrijventerrein.
Een combinatie van wonen en werken is ook mogelijk. Werken in combinatie met wonen wordt toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 350 m2. Altijd wordt één van de woningen bestemd als bedrijfswoning. Indien meerdere woningen niet op het erf inpasbaar zijn vanwege de benodigde afstand tussen woningen en bedrijf, dan wordt deze functieverandering niet toegestaan.
Nevenfuncties worden toegestaan overeenkomstig het streekplan. Het streekplan gaat er van uit dat naarmate een meer omvangrijke of intensievere vorm van hergebruik mogelijk is, ook de vereveningsopgave op evenredige wijze moet toenemen. Verevening moet bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van het perceel of de omgeving daarvan. Het streekplan stelt slopen van overtollige gebouwen als algemene voorwaarde en beschouwt sloop daarom niet als verevening.
In maart 2009 hebben de colleges van de regiogemeenten het ontwerp RSV De Voorlanden vastgesteld.
De uitgangspunten van deze structuurvisie zijn het versterken en uitbouwen van de kwaliteiten van natuur en landschap, een gevarieerde en hoogwaardige woon- en werkomgeving, een sterke landbouw en het toeristische profiel. Deze visie biedt een regionaal kader, waarbij de programma's en projecten waar mogelijk lokaal worden gerealiseerd. Regionale samenwerking is nodig bij zaken die grensoverschrijdend zijn of een regionaal belang hebben, zoals de ontwikkelingen in het landschap, ecologische en waterstructuur en verkeersnetwerken.
Voor water, natuur en landschap wordt ingezet op het waarborgen van de grote variatie aan hoogwaardige landschappen in het gebied.
Bij de netwerken van auto, fiets en openbaar vervoer dienen een aantal leefbaarheidsknelpunten te worden opgelost.
De agrarische sector ontwikkelt zich in de richting van schaalvergroting (grotere bedrijven) en verbreding (zoals agrotoerisme). De regio wil daarvoor, binnen de bestaande kaders van milieu en ruimtelijke ordening, zoveel mogelijk ruimte bieden. Schaalvergroting en verbreding zal moeten aansluiten bij het landschap of nieuwe kwaliteit moeten toevoegen. De regio ontwikkelt hiervoor een kwaliteitsbeleid.
Bij toerisme en recreatie wordt gedacht aan het verbeteren van de toeristische bereikbaarheid, grotere variatie aan toeristisch aanbod en de verdere ontwikkeling van cultuurtoerisme. Nieuwe toeristisch aantrekkelijke routes worden daarbij gecombineerd met nieuwe toeristische uitvalsbases in enkele goed ontsloten kernen en langs de snelwegen. Bij het cultuurtoerisme kan gebruik worden gemaakt van de kanalen, de sprengen en beken, de stoomspoorlijn en de vele landgoederen en cultuurlandschappen. Ook wordt ingezet op kleinschalige verblijfsaccommodaties. Voorts wil de regio een fijnmazig zwerfnetwerk tot ontwikkeling brengen in combinatie met een aantal groene pleisterplaatsen langs de A1.
Door in te zetten op verschillende soorten activiteiten wordt de vitaliteit van de plattelandseconomie versterkt en biedt dit kansen voor werkgelegenheid.
Waterschap Veluwe is in zijn beheersgebied (onder meer de Veluwe en de IJsselvallei) verantwoordelijk voor de waterhuishouding en de waterkering. Het waterbeheersplan geeft de strategische visie op de waterschapstaken uitgewerkt in concrete doelen en een uitvoeringsstrategie. De doelen vloeien voort uit Europese, nationale en provinciale wet- en regelgeving. Zeven stroomgebiedsuitwerkingsplannen (SUP's) vormen het vertrekpunt van het nieuwe waterbeheersplan. Binnen het stroomgebied bestaat een nauwe samenhang tussen het grond- en oppervlaktewatersysteem, maar ook tussen de kwaliteit van het oppervlaktewater, ecologie en milieu.
Apeldoorn is gelegen in vijf SUP's:
Waterschap Veluwe maakt in de SUP's kenbaar waar werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. In ieder SUP staan de doelen beschreven voor het betreffende deelstroomgebied, evenals de bijbehorende soorten maatregelen. Kortom: wat gaat het waterschap waar doen, op welke manier en wanneer? Het opstellen van de SUP's heeft plaatsgevonden samen met inwoners, mede-overheden en belangenorganisaties. De doelen in de plannen vloeien voort uit Europese, Nationale en provinciale wet-, regelgeving en beleid.
De soorten maatregelen om deze doelen te bereiken zijn in dit SUP genoemd; ze zijn echter nog niet concreet. Ze geven een indicatie over hoe en wanneer Waterschap Veluwe de doelen wil bereiken. Hierbij is een mate van flexibiliteit gewenst. Over deze soorten maatregelen en de uitvoeringsperiode is inspraak geweest.
Het waterschap heeft voor de periode 2010 tot en met 2015 diverse doelen opgesteld. De volgende doelen worden onderscheiden:
De doelen worden in het waterbeheersplan verder geconcretiseerd.