direct naar inhoud van 4.1 Beleid en regelgeving
Plan: Buitengebied Noord-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1044-vas2

4.1 Beleid en regelgeving

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (verder: Bro) moet de gemeente in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving opnemen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek naar de milieukundige uitvoerbaarheid beschreven.

Mede ten behoeve van dit bestemmingsplan is een MilieuEffectRapport (MER) opgesteld voor het hele buitengebied van Apeldoorn. Dit omdat het bestemmingsplan kaderstellend is voor m.e.r.-plichtige of m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten, met name de uitbreiding van veehouderijen.

De beschrijving van de milieuaspecten is mede aan het MER ontleend.

Wet ammoniak en veehouderij

In 2002 is de Wet ammoniak en veehouderij aangenomen door de Tweede Kamer. In deze wet zijn regels neergelegd betreffende de ammoniakemissie voor veehouderijen met bijbehorende dierenverblijven. Op grond van de Wet ammoniak en veehouderij worden specifiek de voor verzuring gevoelige gebieden, die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur, beschermd. Binnen het plangebied liggen gebieden die onder deze wet vallen, namelijk op en rondom het landgoed 't Woudhuis (zie belemmeringenkaart). Nieuwvestiging van bedrijven met intensieve veehouderij is in het bestemmingsplan uitgesloten. In deze zone zijn nu geen intensieve veehouderijbedrijven gevestigd.

Wet geurhinder en veehouderij

Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) in werking getreden. De nieuwe wet bepaalt op welke manier geur (stank) van veehouderijen in de milieuvergunning moet worden beoordeeld. Het is mogelijk dat de gemeente een geurverordening vaststelt om van de wettelijke geurnormen af te wijken. In de Wet geurhinder en veehouderij is een geurgevoelig object een gebouw dat bestemd is voor permanent wonen of verblijf (ongeacht of dat door dezelfde personen wordt gebruikt of door verschillende, zoals bij recreatiewoningen).