Plan: | Buitengebied Noord-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1044-vas2 |
Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008 heeft het Streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het Streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. In maart 2010 is de Ruimtelijke Verordening Gelderland in werking getreden.
Op 27 juni 2012 volgde een eerste herziening. Dat was nodig omdat provinciale ruimtelijke verordeningen alleen nog ontheffingsbepalingen voor onverwachte situaties mogen bevatten als gevolg van de Spoedwet Wet ruimtelijke ordening (Wro). De eerste herziening is verwerkt in de geconsolideerde versie.
Onderdelen van het plangebied vallen onder de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur. Het plangebied is bijna volledig aangegeven als gebied voor Groen in en om de stad. In de oksel van de A50 en de A1 is een zoekzone windenergie aangegeven dat buiten het plangebied valt. De provincie streeft naar ruimtelijke facilitering van middelgrote clusters van vier à acht windturbines per locatie. Het plangebied valt binnen het stedelijk netwerk Stedendriehoek. Het plangebied is, daar waar het niet onder de Ecologische Hoofdstructuur valt, aangewezen als multifunctioneel platteland (overige gebieden).
Landgoed 't Woudhuis is gedeeltelijk aangewezen als beschermingsgebied natte natuur met bijbehorende zone.
Het grootste deel van het plangebied valt binnen het Nationaal Landschap Veluwe. Binnen het Nationaal landschap wordt de bestaande landschapskwaliteit vergroot en worden daarmee de kernkwaliteiten verbeterd.
Een gedeelte van het plangebied valt niet in het Nationaal Landschap (Streekplanuitwerking Nationale Landschappen, juli 2007). Het betreft hier die delen van het stedelijk netwerk Stedendriehoek waar grootschalige ontwikkelingen zijn voorzien. Voor Nationale landschappen geldt het migratiesaldo 0. Dit houdt in dat er in Nationale landschappen woningen mogen worden gebouwd voor de eigen bevolkingsaanwas.
Intensieve veehouderij
De navolgende themakaart 'Intensieve veehouderij' heeft een planstatus en dient voor zaken de intensieve veehouderij betreffende, primair te worden geraadpleegd. Uit deze kaart blijkt dat het plangebied volledig in het Verwevingsgebied ligt.
Uitsnede Streekplan Themakaart 20: Intensieve veehouderij
In het kader van de Reconstructiewet is een reconstructieplan Veluwe vastgesteld. Behalve een belangrijke impuls voor de uitvoering van doelstellingen op het vlak van met name landbouw, natuur, water en landschap, bevatten de plannen voor enkele thema's ook nieuw ruimtelijk beleid. Op grond van bepalingen in de Reconstructiewet, heeft dit beleid de kracht van een streekplan. Het gaat om streekplanbeleid voor:
- zonering intensieve veehouderij;
- regionale waterberging (alleen in reconstructiegebied Achterhoek/ Liemers);
- ontwikkeling intensieve dag- en verblijfsrecreatie.
Intensieve veehouderij wordt als volgt gedefinieerd in de provinciale Structuurvisie. Een intensieve veehouderij is een 'agrarisch bedrijf' of deel van een agrarisch bedrijf, waar tenminste 250 m² aan bedrijfsvloeroppervlakte aanwezig is, dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de wet Milieubeheer voor het houden van vee, pluimvee en nertsen, waarbij dit houden van vee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen.
In het verwevingsgebied worden voorwaarden gesteld aan intensieve veehouderij. Deze voorwaarden worden onder het reconstructieplan opgesomd onder het kopje 'Uitgangspunten voor het bestemmingsplan'.
Ecologische Hoofdstructuur
Binnen de ecologische hoofdstructuur geldt de 'nee, tenzij'-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied, zoals aangegeven in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstructuur" en het Waterplan Gelderland 2010 - 2015, significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang, de negatieve effecten door mitigatie zoveel mogelijk worden beperkt en de overblijvende negatieve effecten worden gecompenseerd. Activiteiten, die mede tot doel hebben de kwaliteit van de EHS te verbeteren, kunnen onder voorwaarden mogelijk worden gemaakt.
Functieverandering
Het onderdeel functieverandering is onderwerp van een regionale uitwerking, die is opgesteld op het niveau van de stedendriehoek. Daarbij is op basis van de provinciale verordening sprake van een substantiële vermindering van het bebouwde oppervlak door vervanging van bestaande bebouwing, door nieuwe bebouwing. In de toelichting wordt aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast.
Nieuwe landgoederen
Nieuwe landgoederen kunnen worden gesticht in het multifunctioneel gebied en in delen van het groenblauwe raamwerk met uitzondering van de Ecologische Hoofdstructuur-natuur, waardevol open gebied, weidevogel- en ganzengebieden van provinciaal belang en het concentratiegebied voor intensieve teelten. Een nieuw landgoed is een openbaar toegankelijk bos- of natuurcomplex van minimaal 5 ha, al dan niet met overige gronden, met daarin een woongebouw met in beginsel maximaal drie wooneenheden. Een aan wonen ondergeschikte kantoorfunctie is acceptabel. Op basis van de provinciale verordening geldt dat sprake dient te zijn van een substantiële verbetering van in de directe omgeving aanwezige kwaliteiten van natuur, water of landschap of de recreatieve mogelijkheden van die omgeving, en in de toelichting bij een bestemmingsplan wordt aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast.
Realisatie van een landgoed is maatwerk, daarom bevat dit bestemmingsplan geen algemene regeling voor nieuwvestiging van landgoederen. Per geval zal een specifieke planologische regeling in procedure worden gebracht.
Uitbreiding niet agrarische bedrijven
Ten behoeve van uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijvigheid geldt op basis van de provinciale verordening een maximum van 20% van het bebouwd oppervlak, met dien verstande dat de maximale bedrijfsoppervlakte na uitbreiding niet groter is dan 375 m2, waarbij een grotere uitbreiding kan worden toegestaan, indien deze uitbreiding in overeenstemming is met een door Gedeputeerde Staten geaccordeerd regionaal beleidskader. In dit kader is een regionale uitwerking opgesteld op het niveau van de stedendriehoek.
Recreatie
Nieuwvestiging of uitbreiding van intensieve recreatieve en/of toeristische voorzieningen zijn uitgesloten binnen het groenblauwe raamwerk (EHS) en de concentratiegebieden voor intensieve teelten (ligt niet in het plangebied).
Nader provinciaal beleid ten aanzien van agrarische nevenfuncties en nieuwvestiging van bedrijven is te vinden in de paragraaf landbouw en bedrijven.
Uitbreiding kleine kernen
In de provinciale verordening is de kern Beemte opgenomen als 'Uitbreiding kleine kernen'. Hier wordt nieuwe bebouwing tevens mogelijk gemaakt in het kader van de invulling van de zoekzones landschappelijke versterking, de zoekzones wonen in lage dichtheden en bij kleine kernen, mits voldaan wordt aan het bepaalde in de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke en landschappelijke functies. Wel is aangegeven dat een Passende beoordeling Nb-wet 1998 noodzakelijk is (voortoets categorie geel). Uit de voortoets blijkt dat effecten niet zijn uit te sluiten, maar op voorhand lijken mitigerende maatregelen hier het negatieve effect op Natura 2000-gebieden in voldoende mate terug te kunnen brengen. Gezien de situatie lijkt het in dit stadium, op basis van expert judgement, realistisch te veronderstellen dat de effecten geheel kunnen worden voorkomen middels bepaalde vooraf vastgelegde maatregelen (met name op het gebied van hydrologie). Er is geen vergunning volgens de Natuurbeschermingswet 1998 nodig.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
In het reconstructieplan is een zonering aangebracht. Deze is weergegeven op de kaart 'Integrale zonering Reconstructiegebieden'. De zonering bestaat uit extensiveringsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden met het accent op water, natuur of landschap.
Het plangebied ligt grotendeels in het verwevingsgebied. Dit is bedoeld voor verweving van landbouw, wonen en natuur.
Het landbouwontwikkelingsgebied ligt net buiten de plangrens. De bestaande bos- en natuurelementen zijn aangewezen als extensiveringsgebied. Rondom het landbouwontwikkelingsgebied ligt een gebied dat is bedoeld voor verweving met sterlocatie. In een verwevingsgebied met sterlocatie is het mogelijk om bestaande intensieve veehouderijbedrijven of de intensieve veehouderij tak op een bedrijf uit te breiden tot 1,5 ha (sterlocatie) mits de locatie voldoet aan de criteria voor ontwikkelingslocaties intensieve veehouderij.
Een intensieve veehouderij is een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waar tenminste 250 m² aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is, dat wordt gebruikt als veehouderij volgens de Wet Milieubeheer.
Een deel van het verwevingsgebied is aangegeven als landschappelijk waardevol gebied. Dit is een landbouwgebied waar rekening wordt gehouden met het landschap. Delen zijn aangegeven als natuur en beïnvloedingsgebieden rond natuur en water.
Er zijn kleinere gebieden aangewezen als zoekruimte waterberging, langs de ecologische verbindingszone en langs de A50. Dit betreft natuurlijke laagten en langs bestaande waterlopen.
Natuur:
Natuur: Bestaand bos en natuur |
Natuur richtinggevend voor ontwikkeling; alleen functieverandering in hoofdgebouw naar wonen en aan huis gebonden beroepen. Verbreding door groene diensten en kleinschalige dag- en verblijfsrecreatie is toegestaan. |
Landbouw: Grondgebonden landbouw (over algemeen) |
Landbouw richtinggevend; economische activiteiten zijn slechts toegestaan als ze geen beperkingen voor de landbouw opleveren. |
Landschappelijk waardevol: Verweven landbouwgebied met hoge landschappelijke of cultuurhistorische kwaliteiten. Gebied met karakteristieke kleinschaligheid of openheid, essencomplexen, hoge aardkundige kwaliteiten | Landbouwgebied waar rekening wordt gehouden met landschap. Landschappelijk zijn kwaliteiten richtinggevend voor andere ontwikkelingen. Alle eerder genoemde functies en andere niet-agrarische vormen van bedrijvigheid die passen bij de aard en schaal van het gebied zijn toegestaan. |
Zoekgebied waterberging: Natuurlijke laagten en langs waterlopen |
Geen nieuwe gebouwen, wel uitbreiding wanneer nodig, wijzigingsbepaling voor daadwerkelijke aanwijzing van de gebieden die nodig zijn voor berging/gebieden die afvallen. |
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan: