direct naar inhoud van 5.3 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Klarenbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1008-vas1

5.3 Cultuurhistorie en archeologie

5.3.1 Modernisering monumentenzorg

In november 2009 stemde de Tweede Kamer in met de beleidsbrief Modernisering van de Monumentenzorg. Deze beleidsbrief geeft de nieuwe visie van het Rijk op de monumentenzorg weer. De nieuwe visie rust op drie pijlers:

  • 1. cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke ordening;
  • 2. krachtiger en eenvoudige regels;
  • 3. herbestemmen van cultuurhistorisch waardevolle panden die hun functie verliezen.


Met de eerste pijler wordt ingezet op het bestemmingsplan als belangrijk instrument om cultuurhistorische waarden in een gebied te beschermen. Een goede ruimtelijke ordening betekent dat er een integrale afweging plaatsvindt van alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte. Cultuurhistorie is één van die belangen. Dit nieuwe beleid vormt een belangrijke aanvulling op de sectorale bescherming van monumenten. Op deze manier is een meer gebiedsgerichte benadering mogelijk.

Het Rijk wil deze nieuwe visie implementeren door in het Besluit ruimtelijke ordening een verplichting op te nemen om in het bestemmingsplan rekening te houden met cultuurhistorische waarden. Daarnaast zal het Rijk, aanvullend op de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, een visie op het cultureel erfgoed opstellen. Deze visie geeft aan hoe het Rijk het onroerend cultureel erfgoed borgt in de ruimtelijke ordening, welke prioriteiten het daarbij heeft en hoe het wil samenwerken met publieke en private partijen. Vanuit een brede erfgoedvisie wordt ingezoomd op de meest actuele en urgente opgaven van nationaal belang.


5.3.2 Monumenten en karakteristieke panden

In het plangebied komen de volgende monumenten voor:

  • Elsbosweg 72.

Door het Monumenten Advies Bureau (MAB) is de rapportage 'Ruimtelijke en cultuurhistorische waardering van de karakteristieke bebouwing in het Woud Apeldoorn' opgesteld. Het rapport, gedateerd november 2011 is opgenomen in bijlage X van de Bijlagen bij de toelichting. Deze rapportage bevat de resultaten van een cultuurhistorische inventarisatie van niet beschermde bebouwing in het bestemmingsplangebied Klarenbeek.

Op basis van eerdere inventarisatierondes en analyses alsmede hernieuwd veldwerk is een selectie gemaakt van panden, die bepalend en waardevol zijn voor het ruimtelijke beeld van Klarenbeek en die aanmerkelijke cultuurhistorische waarden bezitten. Deze panden worden in deze rapportage gewaardeerd op cultuurhistorische en ruimtelijke kwaliteiten, onder andere aan de hand van de gebiedskarakteristiek.

De resultaten dienen als input voor het bestemmingsplan. Hierin krijgen het bepalende en waardevolle ruimtelijke beeld en de cultuurhistorische kwaliteiten een verankering. Het doel is het behoud van een herkenbaar en voor het dorp karakteristiek beeld, waarin de historische gelaagdheid en het onderscheiden karakter van de deelgebieden en objecten zichtbaar blijven.

Voor de inventarisatie en selectie is gebruik gemaakt van eerdere analyses van het projectgebied en bovendien is aanvullend veldwerk en archiefonderzoek verricht. De gemeentelijke en rijksmonumenten zijn niet in de inventarisatie opgenomen.

De niet beschermde objecten, die wel bepalend en waardevol zijn voor het ruimtelijke beeld van het projectgebied en die aanmerkelijke cultuurhistorische waarden bezitten, zijn getoetst aan de hand van vijf ruimtelijke en cultuurhistorische criteria. Er zijn drie ruimtelijke criteria, waarbij wordt ingezoomd van gebied, via ensemble op het object. Deze benadering sluit aan bij de ruimtelijke insteek van het project. De ruimtelijke waardering krijgt dus de nadruk. Op objectniveau zijn nog een criterium historische waarde en een op de verschijningsvorm gericht criterium toegevoegd.

In de objectenlijst is ieder object kort gekarakteriseerd en per criterium getoetst op de aanwezige kwaliteit. Per criterium is gescoord en de optelsom van de scores leidt tot de eindwaardering Hoge totaalwaarde of Positieve totaalwaarde. Vanwege de hoge ondergrens die bij de veldselectie is gehanteerd, bevat het rapport geen panden die een neutrale of negatieve totaalwaarde scoren.

In dit bestemmingsplan worden alleen de objecten met een Hoge totaalwaarde verankerd. Onder Hoge totaalwaarde wordt in dit geval verstaan: "Alle beschermenswaardige onderdelen (gebouwen, objecten en ensembles), die vanwege de voornamelijk hoge ruimtelijke waarden, historische waarden en objectwaarden van wezenlijk en onlosmakelijk belang zijn voor het projectgebied en zijn historisch-ruimtelijke gebiedskarakteristiek. Instandhouding van het gevelbeeld en/of hoofdvormen is noodzakelijk."


In het plangebied komen de volgende objecten voor met een Hoge totaalwaarde:

  • Woudweg 119;
  • Woudweg 121;
  • Woudweg 125;
  • Klarenbeekseweg 87;
  • Klarenbeekseweg 90;
  • Klarenbeekseweg 99;
  • Klarenbeekseweg 129.
5.3.3 Regeling voor cultuurhistorie in bestemmingsplan

De rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden zijn hooggewaardeerd, maar worden niet op de plankaart aangegeven. Voor deze systematiek is gekozen omdat de Monumentenwet 1998 en de gemeentelijke monumentenverordening een eigen beschermingsregime kennen via een vergunningensysteem. Bovendien is het monumentenbestand nog in ontwikkeling. Het opnemen van specifieke bestemmingen of aanduidingen voor de monumenten en beeldbepalende panden zou betekenen dat voor iedere mutatie in het monumentenregister een bestemmingsplanherziening in gang moet worden gezet om het bestemmingsplan actueel te houden. Dit wordt niet doelmatig geacht. Als extra bescherming voor deze objecten is er voor gekozen om voor de bouwvlakken maatwerk toe te passen. Vergunningvrij bouwen is niet van toepassing op rijks- en gemeentelijke monumenten.

Karakteristieke panden hebben geen monumentenstatus maar zijn door hun cultuurhistorische en ruimtelijke waarde van groot belang voor het karakteristieke beeld van hun omgeving. Die waarden komen onder andere tot uitdrukking in de gebiedseigen typologie, markante ligging, bijdrage aan het typische beeld en/of de bijzondere vorm en functie.

De panden die in het in de vorige paragraaf genoemde rapportage ' Ruimtelijke en cultuurhistorische waardering van de karakteristieke bebouwing in het Woud Apeldoorn' een Hoge totaalwaarde hebben zijn in dit bestemmingsplan aangewezen als karakteristiek pand. Op de plankaart hebben ze de aanduiding 'karakteristiek' gekregen. In de bestemmingsomschrijving van die bestemmingen waar deze aanduiding voorkomt is bepaald dat ter plaatse van die aanduiding de gronden (ook) bestemd zijn voor behoud en herstel van cultuurhistorische waardevolle panden. Verder is bepaald dat het ter plaatse van die aanduiding verboden is de bebouwing te slopen zonder vergunning. Kort gezegd wordt deze vergunning alleen verleend wanneer de kosten van renovatie zo hoog zijn dat handhaven van het pand redelijkerwijs niet meer kan worden geëist. De aanvrager dient dit met een rapport van een deskundige aan te tonen.


De volgende panden hebben de aanduiding 'karakteristiek' gekregen:

  • Woudweg 119;
  • Woudweg 121;
  • Woudweg 125;
  • Klarenbeekseweg 87;
  • Klarenbeekseweg 90;
  • Klarenbeekseweg 99;
  • Klarenbeekseweg 129. .
5.3.4 Molenbiotoop

Rondom korenmolen De Hoop ligt een molenbiotoop. Een molenbiotoop is het gebied rond een molen met een straal van 400 m. Door het benoemen van een molenbiotoop wordt de vrije windgang en het zicht op de molen voldoende gegarandeerd. Deze garantie wordt geboden door het benoemen van de molenbiotoop. Binnen deze zone gelden beperkingen ten aanzien van de bouwhoogte van nieuwe gebouwen en de hoogte van nieuwe beplanting. Deze beperkingen nemen geleidelijk af naarmate de afstand tot de molen groter wordt. De regels voor de molenbiotoop zijn vastgelegd in de provinciale verordening. Zie verder paragraaf 5.6.

5.3.5 Archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze wet behelst de implementatie in de Nederlandse wetgeving van het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed, (ook wel het Verdrag van Malta en het Verdrag van Valletta genoemd, naar het eiland en de plaats waar het Verdrag in 1992 door verscheidene EU-lidstaten is ondertekend). De Wamz houdt een wijziging in van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet milieubeheer en de Ontgrondingenwet. De Wamz verplicht gemeenten om bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen gronden, rekening te houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden.


Archeologische waarden zijn in Nederland veelal onzichtbaar, omdat ze grotendeels verborgen liggen in de bodem, waardoor ze niet eenvoudig te karteren zijn. Voor de onbekende waarden heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) opgesteld. Voor de bekende waarden is de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgesteld.


Wie de bodem verstoort krijgt te maken met archeologie. Getoetst moet worden of archeologische waarden niet verstoord of beschadigd worden. Daarvoor is archeologisch onderzoek nodig. Dit onderzoek verloopt volgens een aantal stappen/vragen:

  • kan er wat zitten? Wat kan er zitten? Uitvoeren bureauonderzoek. Is antwoord ja, dan:
  • zit er wat? Uitvoeren inventariserend veldonderzoek. Is antwoord ja, dan:
  • wat zit er dan? Uitvoeren waarderend veldonderzoek. Is het van grote waarde dan:
  • wat nu? Uitvoeren interventie: beschermen, begeleiden of opgraven. Bij beschermen plan aanpassen. Bij begeleiden of opgraven, dan:
  • Afronding met rapportage en deponering vondsten.

In paragraaf 2.4 is het archeologiebeleid al eerder beschreven. Kaart 5.4 toont een uitsnede van de archeologische beleidskaart. Klarenbeek valt grotendeels in het groene gebied. Hier is sprake van een lage archeologische waarde. Ten aanzien van de gele en rode kleuren is sprake van een middelhoge en hoge verwachtingswaarde. Dit betekent dat al naar gelang de omvang en diepte van de bouwactiviteiten er archeologisch onderzoek benodigd is. Hoe hoger de verwachtingswaarde, hoe eerder deze onderzoeksverplichting noodzakelijk is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1008-vas1_0022.jpg"

Kaart 5.4: Uitsnede archeologische beleidskaart

Voor wat betreft archeologie is sprake van een gecombineerde regeling. Dat wil zeggen dat voor beide dorpsdelen, die in verschillende gemeenten vallen, gekozen is voor een gelijkluidende regeling. Deze wijkt daarmee enigszins af van de gebruikelijke regelingen van beide gemeenten.

SITUATIE KLARENBEEK

De nieuwe ontwikkelingen betreffen het roeren van de grond. De ontwikkelingen zijn voor wat betreft de Apeldoornse ontwikkelingen gelegen in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. De omvang van deze voorziene bouwactiviteiten zijn zodanig beperkt (kleiner dan 2.500 m²) dat hiervoor geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is.