direct naar inhoud van 2.6 Ruimtelijke Verordening Gelderland
Plan: Radio Kootwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1006-vas2

2.6 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) met de daarbij behorende Invoeringswet in werking getreden. Hierbij is een nieuw stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten ontstaan.

Op het provinciaal niveau betekent de invoering van de nieuwe Wet dat het streekplan als beleidsdocument en het goedkeuringsvereiste voor gemeentelijke bestemmingsplannen zijn komen te vervallen. Voor de formulering van het provinciale ruimtelijke beleid is de provinciale structuurvisie ingevolge artikel 2.2 Wro voor het streekplan in de plaats gekomen. Het streekplan Gelderland 2005 heeft op grond van het overgangsrecht de status gekregen van structuurvisie ingevolge artikel 2.2 lid 1 van de Wro.

Onder de Wro heeft de provincie geen bemoeienis meer met lokale belangen. Gemeenten worden vrij gelaten de lokale aspecten naar eigen inzicht te regelen. In het verleden diende ieder bestemmingsplan door GS te worden goedgekeurd. Onder de Wro is het instrument van de goedkeuring komen te vervallen en heeft dit plaats gemaakt voor algemene regels (ruimtelijke verordening). Gemeenten dienen deze algemene regels weliswaar in hun bestemmingsplannen te verwerken, maar behouden enige vrijheid in de wijze waarop zij dit doen. Deze algemene regels betreffen alleen onderwerpen met een duidelijk provinciaal c.q. nationaal belang.

Gedeputeerde Staten hebben op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Deze is op 2 maart 2011 in werking getreden. Het Rijk heeft het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) op 30 december 2011 vastgesteld. Het Barro wijkt op onderdelen af van een eerder ontwerp dat in 2009 bekend is gemaakt. Naar aanleiding van deze wijziging is in de eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening Gelderland, de regeling zoveel mogelijk aan het Barro aangepast. Daarnaast zijn in de eerste herziening twee nieuwe beleidsthema's opgenomen. De herziening van de Provinciale Verordening is op 27 juni 2012 vastgesteld.

De volgende onderwerpen zijn in de Verordening opgenomen:

  • verstedelijking;
  • wonen;
  • bedrijventerreinen;
  • detailhandel;
  • recreatiewoningen en -parken;
  • glastuinbouw;
  • waterwingebied;
  • grondwaterbeschermingsgebied;
  • oppervlaktewater voor drinkwatervoorziening;
  • ecologische hoofdstructuur;
  • waardevol open gebied;
  • nationaal landschap;
  • molenbiotopen.

Het plangebied is volledig gelegen binnen EHS natuur. Op grond van artikel 18.1 van de verordening geldt dat binnen deze gebieden geen ontwikkelingen zijn toegestaan. In afwijking van het bepaalde in 18.1 kunnen bestemmingen in EHS-gebied met een andere dan de functie “Natuur”, waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, worden toegestaan:

  • indien er geen reële alternatieven zijn, er sprake is van redenen van groot openbaar belang,
  • de negatieve effecten door mitigatie zoveel mogelijk worden beperkt en de overblijvende negatieve effecten worden gecompenseerd.

In de toelichting bij het bestemmingsplan wordt aangetoond dat aan deze voorwaarden is voldaan en wordt tevens een verantwoording opgenomen omtrent de aard van de mitigerende of compenserende maatregelen, de begrenzing van het compensatiegebied en de wijze waarop de compensatie is verzekerd.

In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de onderzoeksverplichtingen die samenhangen met de status van EHS-Natuur-gebied.