direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding
Plan: Radio Kootwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1006-vas2

1.1 Aanleiding

In de gemeente Apeldoorn ligt een gebied met unieke cultuurhistorische en natuurwaarden: Radio Kootwijk en omgeving. Radio Kootwijk is in 1918 opgericht als zenderpark om te kunnen communiceren met het toenmalige Nederlands-Indië. Door technologische ontwikkelingen is de oorspronkelijke functie als zendstation komen te vervallen. Omdat deze zendfunctie is opgeheven, is het de vraag wat een passend hergebruik is.

Daarnaast speelt in het plangebied niet alleen de herontwikkeling van het voormalig zendcomplex, maar dient ook de bestemmingsregeling voor het dorp Radio Kootwijk en Gerritsfles te worden geactualiseerd.

De bijzondere waarde van het complex blijkt uit de aanwijzing van het complex als rijksbeschermd dorpsgezicht. Daarnaast is dit deel van de Veluwe aangewezen als Natura 2000-gebied, maakt het onderdeel uit van het Nationaal Landschap Veluwe en vormt het een kerngebied binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS).

Overheden, belangengroeperingen en bewoners zijn in 2003 gestart met het herbestemmingsproces. Dit heeft in maart 2008 geresulteerd in een voorkeursmodel. In het voorkeursmodel is de publieke ambitie van de gezamenlijke overheden vastgesteld. Het geeft de hoofdlijnen van de gewenste ontwikkelingskoers aan en biedt helderheid over het herbestemmingsproces.

Verschillende initiatiefnemers hebben plannen gemaakt voor de herontwikkeling van Radio Kootwijk. Deze plannen bleken echter onhaalbaar. In 2008 heeft Staatsbosbeheer aangegeven een passend plan voor de herontwikkeling van de locatie te willen maken. De plannen van Staatsbosbeheer zijn verwoord in de visie "Hallo Bandoeng... Hier Radio Kootwijk" (oktober 2009). Voor een aantal onderwerpen heeft een verdiepingsslag plaatsgevonden, waaronder de beeldkwaliteit.

In 2010 is een werkgroep beeldkwaliteit ingesteld, bestaande uit een vertegenwoordiging van de gemeente, Amer, Staatsbosbeheer, Tauw, Atelier Rijksbouwmeester, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Dorpsraad Radio Kootwijk. Dit heeft geresulteerd in het 'Beeld Kwaliteit Plan - Radio Kootwijk' (BKP).

De visie van Staatsbosbeheer en het BKP zijn ruimtelijk-juridisch vertaald in voorliggend bestemmingsplan. Tevens is gelijktijdig met het bestemmingsplan een Milieueffectrapportage (PlanMER) en Passende Beoordeling opgesteld.

Voorliggend bestemmingsplan is er op gericht om ruimtelijke en functionele randvoorwaarden te bieden voor een zinvol (her)gebruik van de te handhaven bebouwing. Tegelijkertijd wordt voldoende bescherming geboden aan de belangen van natuur, cultuur en leefbaarheid voor de bewoners.

Op 10 november 2011 is het bestemmingsplan onder kenmerk 114-2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Tegen dit besluit is beroep aangetekend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij uitspraak d.d. 24 april 2013 heeft de afdeling het beroep gegrond verklaard en het besluit vernietigd. De vernietiging is gebaseerd op 3 gronden:

  • Vanwege de ligging in de Provcinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS) had de gemeenteraad het bestemmingsplan niet mogen vaststellen zonder een ontheffing van de Provincie Gelderland op grond van artikel 19.1 en 19.3 van de Provinciale Verordening Gelderland,
  • In de onderliggende PlanMER en passende beoordeling is uitgegaan van een begrensd aantal bezoekers en bezoekersdagen van de verschillende gebouwen op het complex. Deze begrenzing is niet volledig doorvertaald in het bestemmingsplan waardoor het bestemmingsplan meer ruimte biedt dan is onderzocht;
  • In de Passende Beoordeling wordt geconcludeerd dat als gevolg van toename van de stikstofdepositie mogelijk significante effecten op (op grond van de Habitatrichtlijn beschermde) Oude eiken en beuken- en eikenbossen niet kan worden uitgesloten. Om te verzekeren dat geen aantasting van deze habitat plaatsvindt is als maatregel voorgesteld om niet beschermde monotone naald- en loofbossen elders om te vormen tot Oude eiken en beuken- en eikenbossen. De afdeling heeft op 7 november 2012 bij een vergelijkbare casus prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Jusitie van de Europese Unie. Dit of de voorgestelde maatregel op grond van artikel 6 van de Habitatrichtlijn moet worden uitgelegd als een compenserende maatregel.

Omdat onduidelijk is wanneer de beantwoording vanuit Europa komt heeft de afdeling geen termijn gesteld waarop de gemeenteraad een nieuw besluit moet nemen. Volledigheidshalve is de uitspraak in bijlage 1 van de toelichting opgenomen.

Op 15 mei 2014 heeft het hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak gedaan op de prejudiciële vragen. Daaruit blijkt dat de voorgestelde maatregel inderdaad gezien moet worden als een compenserende maatregel en niet als een mitigerende maatregel.

Met onderhavig bestemmingsplan wordt, met inachtneming van de uitspraak van de Raad van State en het arrest van het hof van Justitie van de Europese unie, een nieuw besluit genomen waarmee het gebied beschikt over een actuele, digitaal raadpleegbare, juridisch planologische regeling.