7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bos en natuurgebied;
-
b. bosbouw en houtproductie;
-
c. extensief grondgebonden agrarisch medegebruik;
-
d. hoogzitten ten behoeve van faunabeheer;
-
e. verharde, danwel onverharde zandweg, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
-
f. paden uitsluitend buiten het broedseizoen in de periode van 16 juli t.m. 29 februari ter plaatse van de aanduiding 'pad';
-
g. behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
-
h. verblijfsgebied ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied';
-
i. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
-
j. antennemast, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast';
-
k. hoogspanningsmast, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoogspanningsmast';
-
l. markeringspunt, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - markeringspunt';
-
m. pompgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
-
n. cultuurhistorisch waardevol isolatorenveld en kunstwerken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur- en ontspanning - isolatorenveld';
-
o. cultuurhistorisch waardevolle koelvijvers ter plaatse van de aanduiding 'vijver';
-
p. fiets-, voet- en ruiterpaden;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning:
-
a. wegen, paden en parkeerplaatsen aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
-
b. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
-
c. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
-
d. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben,
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gronden te beplanten.
7.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het onder 7.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
-
a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
-
b. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
7.4.3 Beoordelingscriteria
Werken en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
-
a. het bos en de natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast,
-
b. en er geen significant negatieve invloed ontstaat op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000 gebied 'Veluwe'.
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zijn de werkzaamheden alleen toegestaan wanneer dit de cultuurhistorische waarde van de weg, zichtbaar in de vorm van het talud en de openheid van de weg, niet onevenredig wordt aangetast, danwel wordt aangetoond dat de cultuurhistorische waarde van weg bij het verrichten van de werkzaamheden in acht worden genomen.
7.7 Omgevingsvergunning voor het slopen
7.7.1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening (sloopvergunning), is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen.
7.7.2 Uitzonderingen vergunningplicht
Het in lid 7.7.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:
-
a. ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
-
b. waarvoor eerder een vergunning is afgegeven;
die in redelijkheid slechts kunnen worden aangemerkt als zijnde van ondergeschikte aard en omvang, zodat enige wezenlijke invloed op de in lid 7.1 onder h bedoelde cultuurhistorisch waardevolle bebouwing niet te verwachten is.
7.7.3 Toelaatbaarheid sloopwerkzaamheden
De in lid 7.7.1 bedoelde sloopwerkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:
-
a. uit een nadere overweging van het verzoek blijkt dat handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. Een verzoek om een omgevingsvergunning voor het slopen dient in dit geval daartoe vergezeld te gaan van een deskundigenrapport dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.
-
b. daarnaast wordt aangetoond dat de cultuurhistorische waarde van het pand bij de (her)bouw van het pand in acht worden genomen.
7.7.4 Advies
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen omtrent de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het slopen als bedoeld in lid 7.7.1 winnen zij advies in bij een deskundige.