Plan: | Bestemmingsplan Kanaalzone-Zuid - Kayersmolen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1003-onh1 |
De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 20 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 6.3 genoemde ontheffingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen en overkappingen | bouwvlak | zie maatvoeringsaanduiding | zie maatvoeringsaanduiding | - wanneer een bouwhoogte van 35 m is toegestaan, mag maximaal 50% van het bouwvlak worden bebouwd met deze bouwhoogte |
Bijgebouwen en overkappingen en aan- of uitbouw bij de woning | 50 m², mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan | bijgebouw: 3 m | bijgebouw: 5 m overkapping: 3 m |
- tevens toegestaan ter plaatse van de aanduiding "erf" - situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de woning is gebouwd (8.3a) - wanneer een bijgebouw of aan- of uitbouw aan de woning wordt vastgebouwd, mag dat maximaal aan één zijde en aan de achtergevel van de woning - bij een aan de woning aangebouwd bijgebouw of overkapping waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis toegestaan |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m speel- en klimtoestellen: 4 m (8.3a) overig: 2 m |
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:
Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 8.1 bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Bedrijvenlijst bestemming gemengdonder "bestemming gemengd - 3" dan wel voorkomen in een hogere categorie van bedoelde Lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan en indien dit past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd .
Onverminderd het in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening (slopen) bepaalde is het ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 8.6.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:
De in lid 8.6.1 bedoelde sloopwerkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien uit een nadere overweging van het verzoek blijkt dat handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. Een verzoek om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk dient in dit geval daartoe vergezeld te gaan van een deskundigenrapport dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.
Alvorens het bevoegd gezag beslist omtrent de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.6.1 wint het advies in bij een deskundige.