direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Bestemmingsplan Kanaalzone-Zuid - Kayersmolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1003-onh1

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    • 1. bedrijven, waarbij geldt dat:
      • I. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 1" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorie 1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
      • II. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
      • III. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorieën 1, 2 en 3.1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
      • IV. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
      • V. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 4.1" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
    • 2. een kleur- en verfstoffenfabrieken (sbi-code 2012) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleur- en verfstoffenfabriek';
    • 3. een banket-, biscuit- & koekfabrieken (sbi-code 1072) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - banket- en koekfabriek';
    • 4. een bouwmarkt (sbi-code 4752) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt';
    • 5. een vervaardiging van verwarmings- en energiesystemen (sbi-code 2521, 2530, 3311) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardigingsbedrijf van verwarmings- en energiesystemen';
    • 6. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
    • 7. een woning, ter plaatse van de aanduiding "wonen";
    • 8. beroepsuitoefening aan huis;
    • 9. groenvoorzieningen;
    • 10. nutsvoorzieningen;
    • 11. ontsluitingswegen;
    • 12. tuin en/of erf;
  • b. De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn niet bestemd voor:
    • 1. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 juncto Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
    • 2. detailhandelsbedrijven, met uitzondering van:
      • I. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel en lederwaren, voedings- en genotmiddelen en huishoudelijke artikelen;
      • II. detailhandelsbedrijven die zich uitsluitend toeleggen op postorderactiviteiten en/of verkoop via Internet;
      • III. detailhandel in automobielen, motoren, boten, caravans en machinerieën ten behoeve van bedrijven.
    • 3. bedrijven die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kunnen veroorzaken vanwege risicobronnen die buiten de perceelsgrens van de betreffende bedrijfslocatie waarop die risicobronnen aanwezig zijn, een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar.
4.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 20 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 4.3 genoemde ontheffingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte/inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning en woning   - bouwvlak, met inachtneming van het bebouwingsperce ntage

600 m³ per bedrijfswoning  
zie maatvoeringsaanduiding   zie maatvoeringsaanduiding   de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m (4.3a)  
woning   bestaande inhoud   5 m      
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen en woningen   50 m²   bijgebouw: 3 m   bijgebouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning c.q. woning of het verlengde daarvan worden opgericht (4.3b)
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m
antenne-insta llati es: 15 m
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m  

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 4.2 bepaalde om de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bij bedrijfsgebouwen en overkappingen te verkleinen tot een afstand van tenminste 3 m, indien dit uit brandveiligheids- en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. van het in lid 4.2 bepaalde dat bijgebouwen bij de bedrijfswoning of woning niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning c.q. woning of het verlengde daarvan mogen worden gebouwd, indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt niet onaanvaardbaar is;
  • c. van het in lid 4.1 en lid 4.2 bepaalde voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van activiteiten waarvoor ingevolge lid 4.5 is afgeweken van de gebruiksregels.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Gebruik niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als bedrijfsterrein, tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt, met dien verstande dat gebruik als opslagterrein vóór de naar de wegzijde gekeerde bouwgrens niet is toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

van het in lid 4.1 onder a bepaalde teneinde de vestiging van bedrijfstypen toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijven, dan wel voorkomen in een hogere categorie dan in het betreffende aanduidingsvlak is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.

  • d. van het in lid 4.1 onder b3 bepaalde ten behoeve van:
    • 1. detailhandel in volumineuze goederen, zijnde deuren, kozijnen, ramen, dakkapellen en zonwering en waarvan detailhandel op een bedrijventerrein aanvaardbaar kan zijn met een maximaal winkeloppervlak van 200 m²;
    • 2. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse toegelaten bedrijfstypen, mits de detailhandel een functionele relatie heeft met het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vloeroppervlakte die voor detailhandel wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 20% van de totale vloeroppervlakte.
4.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk

  • a. voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
  • b. voor de afwijking als bedoeld in sublid 4.5.1 onder b: indien
    • 1. de onmogelijkheid tot ruimtelijke dan wel stedenbouwkundige inpassing in een winkelcentrum is aangetoond, en
    • 2. de vestiging van het betreffende bedrijf op de gekozen plaatse geen structurele verstoring van de voorzieningenstructuur met zich meebrengt.