direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Kanaalzone-Zuid - Kayersmolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1003-onh1

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    • 1. bedrijven, waarbij geldt dat:
      • I. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 1" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorie 1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
      • II. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijven;
    • 2. een autospuitinrichting (sbi-code 45204) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autospuiterij';
    • 3. een aannemersbedrijf met werkplaats b.o. >1000 m2 (sbi-code 41, 42, 43) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf';
    • 4. een groothandel in chemische producten (sbi-code 46751) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in chemische producten';
    • 5. een lijm- en plakmiddelenfabrieken: zonder dierlijke grondstoffen (2052) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - lijm en plakmiddelenfabriek';
    • 6. een ijzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: p.c. < 4000 t/j (sbi-code 2451, 2452) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ijzer- en staalgieterij';
    • 7. een recyclingbedrijf (sbi-code 46772, 46779) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - recyclingbedrijf';
    • 8. nutsvoorzieningen;
    • 9. tuin en/of erf;
  • b. De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn niet bestemd voor:
    • 1. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 juncto Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
    • 2. detailhandelsbedrijven, met uitzondering van:
      • I. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel en lederwaren, voedings- en genotmiddelen en huishoudelijke artikelen;
      • II. detailhandelsbedrijven die zich uitsluitend toeleggen op postorderactiviteiten en/of verkoop via Internet;
      • III. perifere en volumineuze detailhandel, ter plaatse van de aanduiding "detailhandel";
      • IV. handel in auto-onderdelen en accessoires, op het adres Kayersdijk 49;

met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 20 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 3.3 genoemde ontheffingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte/inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   - bouwvlak, met inachtneming van het bebouwingsperce ntage

600 m³ per bedrijfswoning  
zie maatvoeringsaanduiding   zie maatvoeringsaanduiding   de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m (3.3a)  
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen   50 m²   bijgebouw: 3 m   bijgebouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden opgericht (3.3b)
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m
antenne-insta llati es: 15 m
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m  

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 3.2 bepaalde om de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bij bedrijfsgebouwen en overkappingen te verkleinen tot een afstand van tenminste 3 m, indien dit uit brandveiligheids- en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. van het in lid 3.2 bepaalde dat bijgebouwen bij de bedrijfswoning niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan mogen worden gebouwd, indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt niet onaanvaardbaar is;
  • c. van het in lid 3.1 en lid 3.2 bepaalde voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van activiteiten waarvoor ingevolge lid 3.5 is afgeweken van de gebruiksregels.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Gebruik niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als bedrijfsterrein, tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt, met dien verstande dat gebruik als opslagterrein vóór de naar de wegzijde gekeerde bouwgrens niet is toegestaan.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.1 onder a bepaalde teneinde de vestiging van bedrijfstypen toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijven, dan wel voorkomen in een hogere categorie dan in het betreffende aanduidingsvlak is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.

3.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 wro-zone wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied" te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in artikel 17 ten behoeve van de bouw van een twee-onder-een-kapwoningen met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 6 m en 10 m.

3.6.2 Voorwaarden voor wijziging

Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 3.6.1 mag alleen plaatsvinden indien:

  • a. op geen van de gevels van de twee-onder-een-kap-woning, bij voltooiing, de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden,
  • b. de bedrijfsfunctie van aangrenzende bedrijven niet onevenredig wordt belemmerd, en
  • c. de in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld niet onevenredig worden aangetast.