direct naar inhoud van Artikel 18 Groen
Plan: Kern Aalten 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00016-OH01

Artikel 18 Groen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen en bermen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. in- en uitritten;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. voorzieningen voor de waterhuishouding, met dien verstande dat:
    • 1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' uitsluitend zijn bestemd voor de berging van water;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. extensief agrarisch gebruik, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch';

met bijbehorende voorzieningen.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Toegestane bebouwing

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:

  • a. zitbanken;
  • b. toestellen voor sport en spel;
  • c. beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen;
  • d. erfafscheidingen en (keer)muren;
  • e. bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.
18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 18.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van de in lid 18.2.1 sub b en c genoemde toestellen voor sport en spel en beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen niet meer dan 4 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van de in lid 18.2.1 sub e genoemde bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 10 m bedragen.
18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal': het afgraven van gronden.
18.4.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in 18.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, (agrarisch) gebruik en onderhoud;
  • b. werken en/of werkzaamheden welke zijn aangevangen dan wel in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan.
18.4.3 Verlening

De in 18.4.1 genoemde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover:

  • a. door de werken en werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • b. door de werken en werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de geluidwerende voorziening.
18.5 Wijzigingsbevoegdheid
18.5.1 Wijzigingsbevoegdheid 'Tuin' en/of 'Wonen'

Het bevoegd gezag kan de gronden binnen deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Tuin' en/of 'Wonen' in verband met de verkoop van gemeentegroen aan particulieren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.