direct naar inhoud van 3.2 Beleid
Plan: Pannerden; Uuleveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0196.6911Uuleveld-VG01

3.2 Beleid

3.2.1 rijksbeleid

Nota Ruimte: Ruimte voor ontwikkeling

De Nota Ruimte is in februari 2006 in werking getreden. Hierin is de rijksvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland omschreven. De nota is gericht op de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van het beleid aangegeven, waarbij het kabinet kiest voor ‘decentraal wat kan en centraal wat moet'. Meer dan voorheen focust het rijk zich op de ruimtelijke hoofdstructuur (RHS) van Nederland. De vier algemene doelen in de Nota Ruimte zijn:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Bovendien streeft het rijk in de Nota Ruimte naar een basiskwaliteit voor steden en dorpen en de bereikbaarheid daarvan. Hierbij beperkt het rijk zich, uitgaande van een algemene bundelingstrategie, tot het aangegeven van kaders en normen op het gebied van veiligheid, bereikbaarheid, milieu, verstedelijking, groen en water. Bij de uitvoering hebben provincies en gemeenten meer vrijheid gekregen om op basis van eigen beleid gebieden in te richten.

De doelstelling van de Nota Ruimte is ontwikkelingsgericht. Er wordt ondubbelzinnig gekozen voor ontwikkelingsplanologie en een nieuwe verwevenheid van stad en land. Een uitgangspunt van het beleid is dat veel ruimtelijke beslissingen genomen kunnen worden door decentrale overheden. Het nationaal ruimtelijk beleid richt zich op het realiseren van voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. De waarborging van de wateropgave neemt hierbij een belangrijke plaats in. In deelstroomgebiedsvisies worden de doelstellingen met betrekking tot regionale wateroverlast, waterkwaliteit, verdroging en waterwinning nader gestalte gegeven. De hieruit voortvloeiende gevolgen voor het ruimtegebruik worden in de streekplannen en regionale structuurplannen uitgewerkt.

Omdat er in het onderhavige bestemmingsplan geen directe belangen op rijksniveau spelen, dienen de ontwikkelingen met name getoetst te worden aan regionaal, provinciaal en gemeentelijk beleid.

3.2.2 provinciaal beleid

Streekplan "Kansen voor regio's" 2005

Het streekplan van de provincie Gelderland -sinds de inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008 de provinciale structuurvisie- geeft zicht op mogelijke belemmeringen of aandachtspunten die op provinciaal niveau aan de orde zijn.

Het plangebied is op de beleidskaart Ruimtelijke structuur van het streekplan aangeduid als waardevol landschap. Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Daarbij is de samenhang tussen de verschillende landschapsaspecten groot. Het ruimtelijk beleid voor Waardevolle landschappen is: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0196.6911Uuleveld-VG01_0005.png"

Op 16 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland de Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen vastgesteld. Met deze uitwerking wordt verder invulling gegeven aan het beleid ten aanzien van ontwikkelingen binnen Waardevolle landschappen. Voor de (delen van) Waardevolle landschappen die niet in de EHS en/of Waardevolle open gebieden liggen, geldt het ‘ja, mits’-regime: activiteiten zijn toegestaan, mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. Dat betekent dat ontwikkelingen van allerlei aard mogelijk zijn. Grootschalige verstedelijking kan overigens niet aan de orde zijn binnen deze landschappen.

Het plangebied valt onder het Waardevolle landschap Ooijpolder en Rijnstrangen. Dit gebied ligt grotendeels binnen de globale begrenzing van Nationaal landschap Gelderse Poort (Nota Ruimte). Alleen de uiterwaarden langs de Nederrijn bij Huissen en Westervoort vallen wel binnen dit Waardevolle landschap, maar buiten de aanduiding Nationaal landschap. Als de onderhavige ontwikkeling de onderstaande kernkwaliteiten niet aantast, kan deze volgens het streekplan respectievelijk de streekplanuitwerking worden toegestaan.

Kernkwaliteiten:

  • gave gradiënten (overloop) van kom-oeverwal-uiterwaard-rivier;
  • overwegend open landschap met in kom afwisseling van weidebouw, oude strangen en kleiputten met ooibos; oeverwal afwisselend open en kleinschalig met afwisseling van bouwland, grasland, boomgaard;
  • bebouwing overwegend geconcentreerd in dorpen en (dijk)linten;
  • vrij uitzicht vanaf de dijk over het binnendijkse landschap en naar de stuwwallen van Nijmegen en Montferland;
  • cultuurhistorische kwaliteiten verweven in het landschap, zoals historische boerderijen (plaatselijk op terpen) en relicten van de IJssellinie.

Binnen de invloedssfeer van het plangebied is reeds aangetaste oude bewoning op een pol aanwezig (zie rapport Econsultancy 6 september 2007, nr.07075553). Het uitzicht op deze bewoning zal verder worden aangetast. Het plangebied is gelegen tussen verschillende delen van de bebouwde kom van Pannerden. In stedenbouwkundig opzicht maakt het deel uit van de bebouwde kom en er worden geen andere kernwaarden aangetast. In het wettelijk vooroverleg met de provincie heeft deze aangegeven dat zij het plan ruimtelijk aanvaardbaar vindt.

Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3)

Het KWP3 heeft als doel het woningaanbod op regionaal niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief, zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte aan woningen. Het KWP3 beschrijft per regio de programmatische opgave op basis van de geconstateerde regionale woningbehoefte en is daarmee het richtpunt voor woningbouwbeleid van gemeenten in de regio. Benadrukt wordt dat het hier niet om een star instrument gaat.

Op basis van de huidige economische recessie kunnen de verwachtingen bijgesteld worden naar meer vraag naar huurwoningen en woningen in de betaalbare segmenten. Toch is er nog steeds een goede markt voor de duurdere koopwoningen in de stadsregio Arnhem-Nijmegen, waar ook deze locatie deel van uitmaakt. De voorgestelde woningbouw sluit daarom nog steeds aan op het KWP3.

Ontwerp ruimtelijke verordening Gelderland

Gedeputeerde Staten hebben op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Met de ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten, met een focus op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw.

De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005). Relevant voor het onderhavige plan is dat het onderhavige bestemmingsplan voldoet aan de beleidsregels ten aanzien van verstedelijking en wonen (de provinciale structuurvisie) en de woningbehoefte (het KWP3). Het plan is met de verordening in overeenstemming.

In de voorontwerpfase van het ontwikkelen van dit bestemmingsplan is de provincie akkoord gegaan met de opzet het van het plan.

3.2.3 regionaal beleid

Koersnota 2010-2020 met doorkijk naar 2040

Het College van Bestuur van de Stadsregio (voorheen KAN knooppunt Arnhem-Nijmegen) heeft op 11 maart 2010 de Koersnota 2010-2020 vastgesteld. Hierin wordt de gewenste verstedelijkingsrichting 2010 – 2020 beschreven, met een doorkijk naar 2040. De Koersnota heeft als doel verbetering van de samenhang tussen verstedelijking en mobiliteit in de regio. De wisselwerking tussen drie thema's staat daarin centraal: ruimtelijke economie, mobiliteit en wonen. In de Koersnota worden acht kwesties besproken, waarvan twee betrekking hebben op wonen.

Ondanks de toenemende gezinsverdunning en vergrijzing verwacht het CBS in de periode 2010-2020 nog een aanzienlijke groei in de stadsregio. In de koersnota wordt uitgegaan van een netto toename van 23.500 woningen. Voor de periode 2020-2040 wordt uitgegaan van 24.000 woningen op basis van de prognose van de bevolkingsgroei. De harde plancapaciteit van in totaal 24.440 woningen tot 2020 zal worden afgemaakt. Dat is iets minder dan de nieuwe verstedelijkingsafspraken met het Rijk om tussen 2010 en 2020 26.000 woningen te bouwen. Dus ook de zachte plancapaciteit moet deels worden aangesproken om te voldoen aan de afspraken met het Rijk. Dit betekent dat de lopende woningafspraken van 50% betaalbaar en 50% (middel)duur ook worden gehandhaafd in de komende jaren.

Op basis van CBS-prognoses heeft de gemeente Rijnwaarden een totale plancapaciteit (zacht en hard) van 400 woningen tot 2020. Het onderhavige plangebied wordt in kaart gebracht met een aanduiding voor uitbreiding woningbouw in de periode 2010-2020. Voor de gemeente Rijnwaarden wordt een gemiddelde woningtoename verwacht van 142 woningen, terwijl in het overige deel van het buitengebied stabilisatie of krimp van de bevolking wordt verwacht.

Het onderhavige plan sluit om bovengenoemde redenen aan op de uitgangspunten van de Koersnota.

Concessieovereenkomst woningbouw 2004-2009

Met de stadsregio KAN heeft de gemeente Rijnwaarden op 18 mei 2004 een concessieovereenkomst woningbouw 2004-2009 gesloten. In deze concessieovereenkomst is afgesproken dat de gemeente Rijnwaarden in de periode 2004-2009 zelf het aantal aan de woningvoorraad toe te voegen nieuwbouwwoningen bepaalt, mits aan een aantal voorwaarden met betrekking tot locatie, woningdifferentiatie en doelgroepen wordt voldaan. Het project Uuleveld in Pannerden past binnen de contour die in de concessieovereenkomst is opgenomen, zodat ontwikkeling van de locatie op grond daarvan mogelijk is.

In eerdergenoemde samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat het voorliggende plan met in achtneming van de concessieovereenkomst zal worden uitgevoerd. Dit betekent dat 50% van de woningen betaalbaar (< € 172.000,--) moet zijn en de woningen binnen de contour gebouwd worden.

3.2.4 gemeentelijk beleid

Geldend bestemmingsplan

Het geldende bestemmingsplan is "Buitengebied 2008". De geldende bestemming is "Agrarisch gebied". Het onderhavige plan past niet binnen het geldende bestemmingsplan, omdat op de agrarische bestemming geen nieuwe woningbouw gerealiseerd mag worden.

Landschapsontwikkelingsplan

Binnen het Landschapsontwikkelingsplan valt de locatie binnen het Dorpenlint (Driedorpenpolder). Dit gebied is vanouds het meest intensief gebruikt door de mens. De (oudere) bebouwing staat overwegend op een pol of op een dijk. In de tabel met de kenschets van de landschapsvisie "Beleef het landschap" wordt per kwaliteit de visie aangegeven. Om te voldoen aan het landschapsontwikkelingsplan dient in het plan aan dacht te worden besteed aan de volgende aspecten:

a. Stimuleren van meidoornhagen in de Driedorpenpolder. Hieraan kan uitvoering worden gegeven door in het plan bij de inrichting van de openbare ruimte gebruik te maken van deze soort;

b. Stimuleren van wegbeplanting. Hieraan kan eveneens uitvoering worden gegeven binnen het plan door specifieke wegbeplanting langs de Renbaan. De huidige knotwilgen dienen, in verband met een geplande wegverbreding van de Renbaan, eventueel te worden verwijderd.

c. De aantrekkelijkheid van het wonen verbeteren door meer beplanting in en rond de dorpen aan te brengen. Dit punt wordt in het plan gecombineerd met de bovenstaande twee punten.

Midden in de wijk komt een groenvoorziening terug met een speeltuin.Langs de Renbaan zullen de erven van de openbare weg worden gescheiden door groenblijvende beplanting langs een hek.

Welstandsnota 2004

Door de gemeenteraad is in 2004 de Welstandsnota vastgesteld. Met betrekking tot de onderhavige locatie gelden de volgende welstandscriteria.

De locatie valt op grond van de “Welstandsnota 2004” binnen het deelgebied 10 “Verspreide bebouwing in het landelijk gebied”. Hiervoor geldt welstandsniveau 2, “regulier”. Het belangrijkste uitgangspunt binnen dit deelgebied betreft de landschappelijke inpassing van de bebouwing in het buitengebied. Door het gebied te gaan ontwikkelen zal het binnen een andere categorie gaan vallen. Gelet hierop is het wenselijk de gewenste beeldkwaliteit van de ontwikkelingslocatie op te nemen in de toelichting op het bestemmingsplan en in een wijziging van de welstandsnota. Na realisatie zal de locatie onderdeel uit gaan maken van het deelgebied “In-/uitbreidingen (vanaf de jaren '90)”. Voor dit deelgebied geldt eveneens welstandsniveau 2. Kern van de beleidsuitgangspunten van welstand binnen dit deelgebied is het handhaven van de basiskwaliteit, die in het oorspronkelijke ontwerp is neergelegd. Hierbij gaat het niet alleen om de handhaving van de stedenbouwkundige opzet maar ook om de compositie van het straatbeeld, de contouren van de bouwmassa's en de detaillering.

Woonvisie Gemeente Rijnwaarden

De Woonvisie Gemeente Rijnwaarden is op 28 april 2009 vastgesteld. Dit is een actuele en uitvoeringsgerichte Woonvisie. In de Woonvisie wordt helderheid gegeven over de gewenste stedenbouwkundige invulling van de opgenomen locaties. Het nog op te stellen Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma woningbouw (GUP) zegt iets over of en zo ja wanneer deze locaties ontworpen dienen te worden.

Voor de kern Pannerden geeft de Woonvisie aan dat het bouwplan Uuleveld I reeds in voorbereiding/ontwikkeling is. In Pannerden worden verder 12 nieuwe en mogelijke bouwlocaties geïnventariseerd, waaronder Uuleveld II. De Woonvisie is er op gericht het huidige karakter van Pannerden te behouden.

Vanuit de woonvisie is invulling gegeven aan het project Uuleveld te Pannerden. De ontwikkelingsvisie van de Gemeente Rijnwaarden is dat er in Pannerden behoefte is aan woningbouw.

Het woningbouwproject

Begin jaren '90 is voor het laatst een groot woningbouwproject gerealiseerd op een uitbreidingslocatie, te weten plan Kuiperweide. Het betrof hier hoofdzakelijk vrije kavels aangevuld met twee-onder-één-kap woningen. Ook op het inbreidingsplan aan de Grobbestede betreft het vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen. Naast de voorgaande plannen is er op een tweetal plaatsen een aantal appartementen gerealiseerd, waarbij bij het eerste project sprake is van appartementen voor begeleid wonen dan wel senioren woningen.

Op de locatie Uuleveld is een goede mix van woningtypen gekozen. Vanuit de Stadsregio wordt gesteld dat in een project 50% van de woningen onder de € 172.000,- von verkocht moeten worden. Dit sluit ook aan bij de woningbehoefte. Zoals in de Woonvisie omschreven, zijn er de laatste 20 jaar geen ééngezinswoningen gerealiseerd in Pannerden. Starters kunnen daarom moeilijk slagen in Pannerden met als gevolg dat zij uit het dorp wegtrekken omdat ze geen geschikte woningen kunnen vinden.

In het project Uuleveld fase 1 worden circa 30 woningen gebouwd onder de € 172.000,- VON, conform de concessieovereenkomst. De overige circa 30 woningen bestaan uit vijf vrije kavels en verder twee-onder-één-kap woningen. Om snel in te kunnen spelen op de woningmarkt zonder een wijziging van het gehele bestemmingsplan tot gevolg te hebben, is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Met de wijzigingsbevoegdheid kan het blok appartementen worden gewijzigd in twee onder een kap woningen of in aaneengesloten woningen.

Deze toename van woningen heeft ook een positief effect op de leefbaarheid en voorzieningen die in Pannerden aanwezig zijn. Aangezien het plan Uuleveld ook zeker gericht is op starters en jonge gezinnen, heeft dit positieve effecten voor het jeugd- en jongerenwerk en ook voor het sport- en verenigingsleven.

Er kan gesproken worden over een goed uitgewerkt project dat aansluit op de woningbehoefte in Pannerden.