direct naar inhoud van Artikel 18 Kantoor
Plan: Binnenstad en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP12001-0004

Artikel 18 Kantoor

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. kantoren;
    • 2. woningen op de tweede bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. openbare nutsvoorzieningen;
  • e. infrastructurele voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water;

met de daarbij behorende:

  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de gebouwen dienen in de naar de weg toegekeerde grens van een bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m)' mag de goot-, en bouwhoogte in meters van een gebouw niet meer dan de aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;
  • d. de dakhelling van een gebouw mag niet minder dan 15° bedragen, tenzij de maximaal toegestane goothoogte gelijk is aan de maximaal toegestane bouwhoogte;
  • e. de dakhelling van een gebouw mag niet meer dan 70° bedragen.
18.2.2 Garageboxen

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - garagebox' gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een garagebox mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een garagebox mag niet meer dan 3 meter bedragen.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
    • 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. een goede milieusituatie;
  • g. de bescherming van de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
18.4 Afwijken van de bouwregels
18.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 18.2.1 onder d om toe te staan dat de dakhelling van een gebouw wordt verkleind dan wel dat een gebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
  • b. het bepaalde in artikel 18.2.1 onder e om toe te staan dat de dakhelling van een gebouw wordt vergroot.
18.4.2 Voorwaarden

De in artikel 18.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits vooraf advies is ingewonnen van de monumentencommissie en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de parkeergelegenheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de milieusituatie;
  • g. de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
18.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen en het bijbehorende erf voor een gebruik anders dan het in artikel 18.1 onder a genoemde, tenzij het gebouw is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - afwijkend gebruik' in welk geval het gebruik is toegestaan voor zover dit gebruik in de Lijst van afwijkend gebruik is aangegeven als toegestaan;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van woningen, behalve ter plaatse van de aanduiding 'wonen', in welk geval woningen op de tweede bouwlaag zijn toegestaan;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
18.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Kantoor' wijzigen in de bestemming 'Wonen' of 'Wonen - Meergezinshuis', mits:

  • a. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • e. de woonsituatie;
  • f. de verkeersveiligheid;
  • g. de parkeergelegenheid;
  • h. de sociale veiligheid;
  • i. de milieusituatie;
  • j. de groenstructuur;
  • k. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.