Plan: | Nationaal Landschap IJsseldelta |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP11010-0005 |
De IJsseldelta is gewaardeerd als Nationaal Landschap, met in de directe nabijheid interessante historische kernen met diverse publiekstrekkers. Daarnaast liggen in de nabije omgeving De Wieden en Weerribben, voortzetting van het slagenlandschap en het stroomgebied van de meanderende Vecht. Het buitengebied is daarmee een aantrekkelijk gebied om te fiets, wandelend, per boot of kano te verkennen en tussendoor te verpozen in landelijke accommodaties of horecagelegenheden.
2.8.1. Huidige situatie
In het plangebied gaat het om wandelpaden, fietspaden, kanoroutes en het voetveer Zalk.
2.8.2. Beleid
In het kader van het Uitvoeringsprogramma IJsseldelta willen Kampen, Zwolle en Zwartewaterland het nationaal landschap toegankelijker maken voor inwoners en toeristen. Het landschap wordt beleefbaarder gemaakt door de vestiging van kleinschalige recreatie, bed&breakfasts en mini-campings te bevorderen. Verbetering van de ontsluiting krijgt vorm in de realisatie van routestructuren zoals een fietspadennetwerk, rustpunten, wandel- en kanoroutes. Ook is aandacht voor de totstandkoming van lokale ommetjes. Naast een toeristisch-recreatieve functie heeft de IJsseldelta tevens de functie een uitloopgebied voor de kernen en steden.
De ontsluiting voor recreatief staat verbeeld op de kaarten (zie hieronder) uit het Uitvoeringsprogramma bij het Ontwikkelingsperspectief NLIJ. Zowel de huidige routes als de toekomstige, gewenste verbindingen zijn aangeven. Het gaat om recreatieve wandelroutes, fietspaden en pontjes en een kanoroutenetwerk. De fietspaden worden gebruikt door recreanten en door 'functioneel verkeer' (bijvoorbeeld scholieren en woonwerkverkeer).
De vele kernen in het gebied, zowel de grotere steden als kleinere dorpen, vormen pleisterplaatsen van waaruit de IJsseldelta kan worden beleefd. Hier worden de grotere voorzieningen zoals horecapleinen, campings en jachthavens geconcentreerd. In de uiterwaarden is de ontwikkeling van struinnatuur mogelijk.
Toerisme en recreatie moeten bij voorkeur aansluiten bij de gebiedskenmerken. Hoe meer recreanten het landschap beleven en er over te weten krijgen, des te groter is het draagvlak en daarmee behoud en duurzame ontwikkeling van de kernkwaliteiten.
In gebieden met een sterke agrarische economie genieten vooral extensievere recreatievormen zoals het kleinschalige kamperen bij de boer, bed & breakfast en dergelijke de voorkeur. In natuurgebieden kunnen bepaalde recreatieve activiteiten in de minst kwetsbare zones onder voorwarden plaatsvinden.
Intensievere vormen van recreatie kunnen een plek krijgen in de nabijheid van en met voldoende ontsluiting op de grotere kernen zoals Kampen, Hasselt, Genemuiden, Hasselt en Zwolle.
2.8.3 Uitgangspunten