direct naar inhoud van 2.13 Ruimtelijke kwaliteit
Plan: Nationaal Landschap IJsseldelta
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP11010-0005

2.13 Ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit heeft betrekking op alle sectorale ontwikkelingen die in de voorgaande hoofdstukken beschreven. Het moet als het ware verankerd zijn in de wijze waarop de voornoemde sectoren zich ontwikkelen. Ruimtelijke kwaliteit is een resultante van een zorgvuldig ontwikkelingsproces.

Het belang van ruimtelijke kwaliteit is groot en daarom verdient het ook apart aandacht in dit hoofdstuk.

2.13.1 Ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied

Ruimtelijke kwaliteit ontstaat in de beleving van mensen en is het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen. De IJssel en het Zwartewater hebben het gebied in de loop der eeuwen vormgegeven waarna het door mensen in cultuur is gebracht. De ruimtelijke kwaliteit wordt bepaalde door gebruikswaarde, belevingswaarde en het toekomstig waardepotentieel.

Waar nodig structureert het bestemmingsplan buitengebied de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van plekken door afwegingsmomenten in te bouwen in afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden en daarin de ruimtelijke kwaliteit als uitgangspunt te nemen. Voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit wordt ingezet op het leggen van verbindingen tussen bestaande gebiedskwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen.

2.13.2 Kwaliteit in Provinciaal Omgevingsbeleid

De Omgevingsverordening Overijssel 2009 vraagt gemeenteraden om in elk bestemmingsplan te onderbouwen dat de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. De provincie richt zich daarmee op het resultaat (doel) en niet op het middel.

Richtinggevende uitspraken van de Provincie geven aan hoe kwaliteitsambities van provinciaal belang gerealiseerd kunnen worden. Gemeenteraden kunnen hier echter gemotiveerd van afwijken mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief van de gemeente de Provinciale kwaliteitsambities even goed of zelfs beter worden gerealiseerd.

Bestemmingsplannen moet conform de Omgevingsverordening onderbouwen:`

  • 1. dat nieuwe ontwikkelingen bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken.
  • 2. op welke wijze de Vierlagenbenadering en Catalogus Gebiedskenmerken is gebruikt bij de ruimtelijke inpassing.

De provinciale principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik vragen initiatiefnemers van nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied tevens:

  • 1. aannemelijk te maken dat dit niet plaats kan vinden in bestaand bebouwd gebied, dat meervoudig ruimtegebruik binnen bestaand bebouwd gebied niet mogelijk is en dat mogelijkheden voor combinatie van functies op bestaande erven optimaal zijn benut (principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik).
  • 2. dat ze passen in het provinciale ontwikkelingsperspectief.

Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel

De Provincie Overijssel hanteert een “uitvoeringsmodel” om haar ambities zoals gesteld in de Omgevingsvisie te realiseren. Uitgangspunt daarbij is dat alles kan, mits passend binnen de Provinciale kaders.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11010-0005_0005.jpg"  

Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Provincie Overijssel

Voor nieuwe ontwikkelingen dienen volgens het uitvoeringsmodel onderstaande stappen in ogenschouw te worden genomen:

  • 1. Beoogde nieuwe ontwikkelingen mogen niet in strijd zijn met bestaande normen (EHS, drinkwaterbescherming, etc.)
  • 2. Het buitengebied valt onder het Provinciaal beleid ten aanzien van de Ontwikkelperspectieven Groene omgeving (zie onderstaande kaart). Ontwikkelingen moeten passen bij het door de Provincie beoogde ontwikkelperspectieven.

In het plangebied zijn dit:

  • Realisatie groene en blauwe hoofdstructuur (langs de IJssel, het Zwartewater, de Vecht, het Ganzendiep, Zwarte Meer en Ketelmeer).
  • Buitengebied accent productie: schoonheid van de moderne landbouw (Kampereiland en buitenpolders, Mastenbroek)
  • Buitengebied accent veelzijdig ruimtegebruik: mixlandschap met landbouw, natuur, water en wonen als goede buren (gebied rond Oosterholt, langs Kamperzeedijk en langs het Zwartewater) en de Vecht nabij Zwartsluis, Hasselt en Zwolle.
  • Tenslotte dient bezien te worden of de beoogde ontwikkelingen goed in te passen zijn en aansluiten bij de gebiedskenmerken. Deze gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.

De Provincie onderscheidt 4 lagen:

  • 1. Natuurlijke laag (in en op de bodem)
  • 2. Agrarisch cultuurlandschap
  • 3. Stedelijke laag
  • 4. Lust& leisure laag

Overzicht van gebiedskenmerken van de 4 lagen in het plangebied.

  Eenheid O2   IJsseldelta  
  Dekzandvlakte en ruggen   Slagenlandschap en rivierenlandschap (ten Z.O. van Hasselt, Vecht t.h.v. Zwolle)  
  Laagveengebieden (in cultuur gebracht)   Polder Mastenbroek, Kraggen- en Slagenlandschap, Rivierenlandschap  
  Rivierengebied- rivier en uiterwaarden   Rivierenlandschap IJssel, Zwartewater, Vecht en Ganzendiep  
  Oeverwallen   Polder Mastenbroek t.h.v. IJsselmuiden, Rivierenlandschap langs IJssel en Vecht  
  Komgronden   Polder Mastenbroek en Rivierenlandschap  
  Laagveenontginningen   Polder Mastenbroek, Slagenlandschap  
  Kraggenlandschap   Kraggenlandschap ten N.O. van Zwartsluis  
  Rivierenlandschap   Rondom IJssel, Vecht, Zwartewater en Ganzendiep  
  Oeverwallen   Rivierenlandschap langs IJssel, Vecht en Zwartewater  
  Zeekleilandschap   Polder Mastenbroek en buitenpolders  
  Verspreide bebouwing   Erven  
  Infrastructuur   Gebiedsontsluitings- en erftoegangswegen, informeel trage netwerk, “Kamperlijntje”  
  Kanalen en vaarten   IJssel en Zwartewater  
  Recreatieve routes en vaarwegen   Zie informeel trage netwerk  
  Stads en dorpsranden   Stadsfront Stadshagen  
  Balkons en belvedères   Balkon kruising Vecht en Zwartewater  

Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving

Als concrete uitwerking van het provinciaal omgevingsbeleid (O2) heeft de provincie Overijssel het Werkboek Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving ontwikkeld. Hiermee is het eerdere detailkader van Rood voor Rood, Rood voor Groen en Nieuwe landgoederen vervallen. Uitgangspunten zijn dat ontwikkelingsruimte en (ruimtelijke) kwaliteitsprestaties in evenwicht moeten zijn (1) en dat elke ontwikkeling bij dient te dragen aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit (2) – conform de benoemde gebiedskwaliteiten.

Voor nieuwe en grootschalig functies in het buitengebied geldt dat indien deze kwaliteitsverbetering niet op “eigen erf” kan worden bereikt (via landschappelijke inpassing), compensatie in de omgeving moet worden gerealiseerd. Grootschalig is:

  • De uitbreiding van een agrarisch bouwperceel groter dan 1,5 ha;
  • Een gebiedsvreemde functie (qua functionaliteit en verschijningsvorm);
  • Een uitbreiding die geen recht doet aan de gebiedskwaliteiten en/of strijdig is met de beleidsdoelstellingen (ontwikkelingsperspectief) van een gebied.

Voor elke nieuwe ontwikkeling wordt een basisinspanning gevraagd, namelijk ten minste landschappelijke inpassing. Ruimtelijke inpassing betekent niet dat er historiserend moet worden ontworpen. Compensatie voor nieuwvestiging en grootschalige ontwikkelingen moet gebiedsconform zijn en kan bestaan uit onder andere:

  • Verbeteren van de landschapskwaliteiten (bijvoorbeeld typerende wegbeplanting)
  • Verbeteren van de maatschappelijke waarde
  • Verbeteren van de belevingswaarde en/of toegankelijkheid (bijvoorbeeld herstel van zichtlijnen)

2.13.3 Gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid

De gemeenten omarmen het provinciale streven naar meer ruimtelijke kwaliteit van harte. Nieuwe initiatieven zullen door de IJsseldelta gemeenten worden beoordeeld op de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitswinst wordt beoogd en als de ontwikkelingsruimte voor de nieuwe functie en de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in balans zijn. Van de grootschalige ontwikkelingen die hierboven genoemd zijn is alleen de uitbreidingsmogelijkheid voor agrarische bouwblokken groter dan 1,5 hectare in dit bestemmngsplan opgenomen. Als dit voldoende is geborgd, wordt medewerking verleend en de planologische procedure opgestart.

2.13.4. Uitgangspunten

  • De gemeenten sluiten zich aan bij de werkwijze van de Omgevingsvisie
  • Het streven naar ruimtelijke kwaliteit is het uitgangspunt bij alle ontwikkelingen, waarbij geldt: behoud door ontwikkeling;

- behoud door ontwikkeling;

- elke ontwikkeling met aanzienlijke ruimtelijke impact leidt tot versterking ruimtelijke kwaliteit,

ontwikkeling en kwaliteitsverbetering zijn in balans.