direct naar inhoud van 8.1 Uitkomsten overleg
Plan: Buitengebied - Haerst, Tolhuislanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP10016-0004

8.1 Uitkomsten overleg

Op 6 juli 2010 is het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied – Haerst, Tolhuislanden in het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening naar 10 instanties verzonden met het verzoek schriftelijk te reageren.

De volgende instanties hebben gereageerd:

1. Landschap Overijssel

2. Rijkswaterstaat Oost

3. Gemeente Staphorst

4. Vrom-inspectie, mede namens de rijksdiensten

5. Prorail

6. Gasunie

7. Provincie Overijssel

8. Tennet

9. Gemeente Dalfsen

10. Waterschap Groot Salland

De instanties genoemd onder 1 tot en met 6 hebben laten weten geen opmerkingen te hebben.

Van de instanties die inhoudelijk gereageerd hebben zijn de opmerkingen samengevat en vervolgens van commentaar voorzien.

7. Provincie Overijssel

Opmerking a

In Artikel 11 worden “Bedrijf - Windturbine” en “Bedrijf – Windmolen” worden door elkaar gebruikt. Dit is verwarrend. Bij artikel 5: in de regels wordt gesproken over de aanduiding “windturbine”. Deze aanduiding is echter niet terug kunnen vinden op de verbeelding.

Reactie a

E bestemming Bedrijf – Windturbine komt niet voor in het bestemmingsplan. Wel wordt de term windturbine gebruikt in de regels voor het opwekken van windenergie voor eigen gebruik. Per agrarisch bouwblok wordt een windturbine toegestaan tot een ashoogte van 15 meter. De bestemming Bedrijf – Windmolen is toegepast voor bedrijfsmatig geëxploiteerde windmolens. aanpassing van het bestemmingsplan is daarom niet nodig.

Opmerking b

In het plangebied bevindt zich in de zuidoostelijke punt een intrekgebied. Deze is niet opgenomen op de verbeelding en komt niet voor in de regels. In paragraaf 2.13 (drinkwatervoorziening) van de provinciale Omgevingsverordening staat dat bestemmingsplannen voorzien dienen te worden van een aanduiding intrekgebied, waarbij alleen functies worden toegestaan die harmoniëren met de functie van de drinkwatervoorziening. In afwijking hiervan kunnen in intrekgebieden ook nieuwe niet-risicovolle functies en grote risicovolle functies worden toegestaan, mits daarbij wordt voldaan aan het zogenoemde stand-still principe. Dit beginsel is er op gericht om verslechtering van de grondwaterkwaliteit tegen te gaan, en het vergroten van risico's op verontreiniging van het grondwater te voorkomen. Wij verzoeken u het bestemmingsplan op basis hiervan aan te passen.

Reactie b

Dit deel van het plangebied is conserverend bestemd. Er worden geen (nieuwe) ontwikkelingen toegestaan, die een verslechtering van de grondwaterkwaliteit kunnen betekenen. Het plan hoeft niet te worden aangepast.

Opmerking c

In onze Omgevingsvisie staat dat voor het realiseren van ruimtelijke kwaliteit de provinciale gebiedskenmerken uitgangspunt zijn. Deze gebiedskenmerken zijn te onderscheiden in vier lagen, namelijk: de natuurlijke laag; de laag van het agrarisch cultuurlandschap; de stedelijke laag en de lust & leisure laag.

Iedere laag is onderverdeeld in een aantal gebiedstypen, per type is het provinciaal belang verwoord. Voor een aantal gebiedstypen zijn normerende uitspraken opgenomen in de Omgevingsvisie ter bescherming van de aanwezige gebiedskenmerken. Voor normerende uitspraken geldt dat een bestemmingsregeling dient te worden toegekend die recht doet aan het karakter van de uitspraak. Wij constateren dat de normerende uitspraken niet volledig zijn vertaald in een beschermende regeling in de planregels.

In het plangebied komende de volgende gebiedstypen voor waar normerende uitspraken op van toepassing zijn: “dekzandvlaktes” en “maten en flierenlandschap”. Dekzandvlaktes dienen een beschermende regeling te krijgen gericht op instandhouding van de hoofdlijnen van het reliëf. Maten en Flieren dienen een beschermende regeling te krijgen gericht op de instandhouding van het onbebouwde karakter. Binnen de bestemming “Agrarisch” komen de karakteristieke openheid en huidige reliëf onvoldoende terug.

Wij verzoeken u de regels zodanig aan te passen dat de hierboven benoemde gebiedskenmerken op een passende wijze worden beschermd.

Reactie c

De voorkomende gebiedskenmerken reliëf en openheid binnen de bestemming Agrarisch zullen worden beschermd door middel van de dubbelbestemming “Waarden – Landschap reliëf” of “Waarden – Landschap openheid”.

Opmerking d

Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om agrarische bouwblokken te vergroten tot 2 hectare (artikel 3.7). In de Omgevingsvisie is bepaald dat in dergelijke gevallen de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van toepassing is. Dit houdt in dat de uitbreiding van het agrarisch bedrijf in balans dient te zijn met de investeringen in de omgevingskwaliteit. Dit kan onder meer worden aangetoond in een beplantings-/inrichtingsplan, waarin onder meer aangetoond dient te worden dat er sprake is van een versterking van de ruimtelijke kwaliteit. In de planregels komt de kwaliteitsimpuls onvoldoende terug. Wij verzoeken u het bestemmingsplan op dit punt aan te passen.

Reactie d

In de eerste plaats wordt er op gewezen dat het om een bevoegdheid gaat. Niet om een verplichting. In de tweede plaats mag de bevoegdheid slechts worden toegepast indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    • 1. het stedenbouwkundig beeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de parkeergelegenheid;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de milieusituatie;
    • 7. de landschapswaarden van de gronden;
    • 8. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Deze criteria bieden voldoende mogelijkheden om te sturen op ruimtelijke kwaliteit. Bij onvoldoende ruimtelijke kwaliteit zal medewerking worden geweigerd.

8. Tennet

Opmerking a

In het plan is geen rekening gehouden met de bovengrondse HOkV-hoogspanningsverbinding

Zwolle Hessenweg - Ommen Witharen Deze verbinding is nu nog bovengronds met bijbehorende belemmerde strook van 25,00 meter ter weerszijden van het hart van de verbinding (totale breedte 50,00 meter), maar wordt dit jaar gedeeltelijk verkabeld. Voor deze hoogspanningskabel geldt dan een belemmerde strook van 3,00 ter weerszijden van de hartlijn van de kabel, gerekend vanuit de buitenste hoogspanningskabel. De totale breedte is 9,70 meter en bij de gestuurde boring 11,00 meter

Reactie a

Het plan zal hierop worden aangepast.

Opmerking b

Op de verbeelding is de dubbelbestemming voor de 220kV-hoogspanningsverbinding Hessenweg - Ens niet volledig weergegeven.

Reactie b

Het plan zal hierop worden aangepast.

Opmerking c

Ter bescherming van onze belangen verzoeken wij u om een onderstaande set met regels op te nemen in het voorliggende bestemmingsplan die betrekking hebben op een aantal werkzaamheden. Dit ter aanvulling op de regels zoals die nu in het voorontwerp zijn opgenomen

Reactie c

Deze opmerking wordt niet overgenomen. In het bestemmingsplan is in de van belang zijnde enkelbestemmingen al een vergunningenstelsel (voorheen aanlegvergunningenstelsel) opgenomen.

9. Gemeente Dalfsen

Opmerking a

De vertaalslag van beleid en wetgeving naar dit bestemmingsplan is niet helder in de toelichting weergegeven.

Reactie a

De toelichting is hierop aangepast.

Opmerking b

De zonering van de hoge druk aardgastransportleiding op basis van het Bevb wordt gemist.

Reactie b

Deze is te vinden op kaart 8 van de toelichting en op de verbeelding als dubbelbestemming “Leiding – Gas”.

Opmerking c

De motivatie van de uitvoerbaarheid van het plan in het kader van de Natuurbeschermingswet is slechts beperkt opgenomen.

Reactie c

Deze motivatie zal nader worden onderbouwd.

Opmerking d

Er ontbreekt een goede en eenduidige beschrijving van de verschillende landschappen.

Reactie d

De opgenomen beschrijving van de landschappen is aangepast.

Opmerking e

De onderbouwing voor de wijzigingsbevoegdheid Verkeer – Railverkeer ontbreekt.

Reactie e

Deze reeds bestaande wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor de geplande spooraansluiting aan de westzijde van de bestaande spoorlijn Zwolle-Meppel. De toelichting is hierop aangepast.

Opmerking f

Er wordt in overweging gegeven een aantal nevenactiviteiten voor agrarische bedrijven te verruimen, bijvoorbeeld voor zorg, maatschappelijke, educatieve of recreatieve functies. Ook zou gedacht kunnen worden aan mogelijkheden voor de opwekking van duurzame energie.

Reactie f

Het bestemmingsplan bevat en flexibele regeling voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven. Er wordt niet gewerkt met een uitputtende lijst, maar met ruimtelijk criteria. Op deze manier is veel mogelijk. Bovendien bevat het bestemmingsplan de mogelijkheid voor het plaatsen van windturbines bij agrarische bedrijven en een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van mestvergisting.

10. Waterschap Goot Salland

Opmerking a

In paragraaf 2.1.3.3 van de toelichting ontbreekt een alinea over de aanwezigheid van de waterkering, hoofdwatergang en zandwinplas. Met name de waterkering en de hoofdwatergang leiden in hoofdstuk 4 tot beperkingen. Verzocht wordt om de toelichting hierop aan te passen.

Reactie a

De toelichting zal hierop worden aangepast.

Opmerking b

In paragraaf 3.6 van de toelichting van het bestemmingsplan is een korte alinea opgenomen over waterbeleid. In deze alinea ontbreekt echter de relatie van het genoemde beleid met dit bestemmingsplan. Tevens ontbreekt het waterschapsbeleid hierin. Wij verzoeken u om deze alinea te vervangen door de tweede alinea van bijlage 1.

Reactie b

De toelichting zal hierop worden aangepast.

Opmerking c

Aan paragraaf 4.2.8 van de toelichting is nog geen verdere invulling gegeven. Om hiervoor een voorzet te doen is in de bijlage van deze brief de standaard waterparagraaf opgenomen. In dit document worden een aantal vragen gesteld op basis waarvan teksten kunnen worden toegevoegd (vetgedrukte tekst en de cursieve tekst). De vetgedrukte teksten m.b.t. de watergang en de waterkering moeten in ieder geval worden toegevoegd aangezien het plan binnen een beschermingszone van een watergang en een waterkering ligt. Wij verzoeken u deze wijzigingen door te voeren

Reactie c

De ruimtelijk relevante onderdelen zullen worden opgenomen in de toelichting.

Opmerking d

Op de verbeelding ontbreken een aantal hoofdwatergangen die essentieel zijn voor een goede waterhuishouding, met name in het gebied ten zuiden van de A28. Deze watergangen zijn, in tegenstelling wat in de toelichting wordt genoemd, niet bestemd als 'Water*. Wij verzoeken u om deze watergangen als 'Water* te bestemmen. Hiervoor zullen wij u een actueel digitaal bestand via e-mail doen toekomen waarin de hoofdwatergangen zijn weergegeven.

Reactie d

De verbeelding zal hierop woorden aangepast.

Opmerking e

Op de verbeelding is de zuidelijke punt van de beschermingszone van de waterkering niet correct weergegeven. Wij verzoeken u dit aan te passen. Wij zullen u hiervoor een actueel digitaal bestand via e-mail doen toekomen die u kunt gebruiken bij de verbeelding.

Reactie e

De verbeelding zal hierop woorden aangepast.

Opmerking f

Wij verzoeken u om binnen de bestemming 'Tuin' tevens 'water en waterhuishoudkundige voorzieningen' mogelijk te maken. Reden hiervoor is dat een aantal tuinen grenzen aan hoofdwatergangen.

Reactie f

De regels zullen hierop worden aangepast.