direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
Plan: Buitengebied - IJsselzone, Windesheim
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP10010-0004

Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een glastuinbouwbedrijf;
  • b. gebouwen ten behoeve van het onder a genoemde bedrijf;
  • c. bedrijfswoningen;
  • d. bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. wegen en paden;
  • f. parkeervoorzieningen
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. infrastructurele voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;

met de daarbij behorende:

  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van de in artikel 4.1 onder b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de goot-, en bouwhoogte in meters van een gebouw niet meer dan de aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen en mag het bebouwingspercentage per perceel niet meer dan het aangegeven percentage bedragen;
  • c. de dakhelling van een gebouw mag niet minder dan 15° bedragen, tenzij de maximaal toegestane goothoogte gelijk is aan de maximaal toegestane bouwhoogte;
  • d. de dakhelling van een gebouw mag niet meer dan 50° bedragen.
4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de goot- en bouwhoogte in meters van een gebouw niet meer dan de aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen en mag het bebouwingspercentage per perceel niet meer dan het aangegeven percentage bedragen;
  • c. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 per bedrijf bedragen;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 7 meter bedragen;
4.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan de oppervlakte van de bedrijfswoning;
  • c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag:
    • 1. indien aangebouwd niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van de bedrijfswoning;
    • 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 6 meter bedragen.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zonder dak bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 meter bedragen;
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. een goede milieusituatie;
  • g. de bescherming van de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 4.2.1 onder b om toe te staan dat de goothoogte en/of bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter;
  • b. het bepaalde in artikel 4.2.1 onder c om toe te staan dat de dakhelling van een gebouw wordt verkleind dan wel dat een gebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
  • c. het bepaalde in artikel 4.2.1 onder d om toe te staan dat de dakhelling van een gebouw wordt vergroot;
  • d. het bepaalde in artikel 4.2.2 onder a om toe te staan dat een bedrijfswoning wordt gebouwd binnen een bouwvlak dat niet is voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • e. het bepaald in artikel 4.2.2 onder d en toe te staan dat de inhoud van een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 750 m³, mits dat in verband met de bedrijfsopvolging noodzakelijk is;
  • f. het bepaalde in artikel 4.2.2 onder e om toe te staan dat de goothoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot niet meer dan 6 meter;
  • g. het bepaalde in artikel 4.2.2 onder f om toe te staan dat de bouwhoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot niet meer dan 9 meter;
  • h. het bepaalde in artikel 4.2.3 onder c2 om toe te staan dat de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt vergroot tot niet meer dan 4 meter;
  • i. het bepaalde in artikel 4.2.3 onder d om toe te staan dat de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk wordt vergroot tot niet meer dan 7 meter.
4.4.2 Voorwaarden

De in artikel 4.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de parkeergelegenheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de milieusituatie;
  • g. de groenstructuur;
  • h. de kwaliteit van het grondwater;
  • i. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.