direct naar inhoud van 4.2 Milieu
Plan: Stadshagen I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09012-0005

4.2 Milieu

4.2.1 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) moet bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening worden gehouden met de geluidsproductie van wegverkeer, spoorwegen en industrie. Aan deze aspecten wordt in deze paragraaf aandacht besteed. In de Wgh wordt het begrip 'geluidszone' gehanteerd. Met een geluidszone wordt het aandachtsgebied rond (spoor)wegen en industriegebieden afgebakend waarbinnen de regels van de Wgh van kracht zijn. Het akoestisch onderzoek richt zich altijd op woningen en 'andere geluidsgevoelige bestemmingen' die binnen de geluidszone zijn gelegen. Op kaart 11 zijn de zones voor spoorweglawaai en industrielawaai weergegeven.

Wegverkeerslawaai

Volgens de Wet geluidhinder (Wgh) moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd naar de toekomstige geluidsbelasting, indien een bestemmingsplan nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen toestaat voor gebieden die binnen de verplichte onderzoekszone van wegen liggen. Volgens de Wgh heeft iedere weg een geluidszone behalve de volgende wegen:

  • wegen die binnen een woonerf liggen;
  • wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km uur geldt.

Het plangebied van Stadshagen I valt binnen de geluidszone van de volgende wegen:

  • Mastenbroekerallee;
  • Werkerlaan;
  • Havezathenallee;
  • Milligerlaan;
  • Frankhuizerallee.

Delen van het plangebied liggen tevens binnen de zone van de buiten het plangebied gelegen Hasselterweg en Stadshagenallee.
De overige wegen binnen het plangebied zijn als 30 km/uur wegen ingericht.
De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en het type gebied (binnen of buiten de bebouwde kom). Alle woningen bevinden zich binnen de bebouwde kom.
Op de bovengenoemde zoneplichtige wegen gelden de volgende maximum snelheden:

  • Mastenbroekerallee 50 km/uur;
  • Werkerlaan 50 km/uur binnen bebouwde kom, 60 km/uur buiten bebouwde kom;
  • Havezathenallee 50 km/uur;
  • Milligerlaan 50 km/uur;
  • Frankhuizerallee 50 km/uur;
  • Hasselterweg 70 km/uur;
  • Stadshagenallee 70 km/uur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09012-0005_0056.png"

Uitgangspunt bij de vaststelling van het bestemmingsplan is dat overal in het plangebied wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai. Dit betekent dat er maatregelen noodzakelijk kunnen zijn, hetzij aan de bron (geluidsarm asfalt, maximum snelheid), hetzij in de overdracht (afstand of wal-/schermcombinatie).

Spoorweglawaai

Op de zuidwestgrens van het plangebied ligt een gedeelte van de spoorlijn Zwolle-Kampen.Uitgangspunt bij de vaststelling van het bestemmingsplan is dat overal in het plangebied wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde voor spoorweglawaai. Teneinde de geluidhinder van de spoorlijn zoveel mogelijk te beperken is in het plan rekening gehouden met het aanbrengen van een scherm op de spoordijk met een hoogte variërend van 1 tot 1,50 meter. Het plan biedt hiertoe de mogelijkheid

Industrielawaai

Ten zuiden van het plangebied ligt het industrieterrein Voorst. Dit industrieterrein biedt ondermeer ruimte aan zware geluidhinder veroorzakende bedrijven (milieucategorie 4 en 5, zoals gedefinieerd in de VNG –publicatie Bedrijven en Milieuzonering). Voor dit terrein is op grond van de Wet geluidhinder een zone vastgesteld, waarbuiten de geluidhinder afkomstig van het bedrijventerrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A). De zone is op 23 april 1991 vastgesteld door gedeputeerde staten van de provincie Overijssel en op 1 juli 1991 bij Koninklijk Besluit goedgekeurd.

De in 1991 vastgestelde zone lag gedeeltelijk over Stadshagen en vormde in wezen een belemmering voor de woningbouw in de zuidoosthoek van Stadshagen.
De maatregelen uit het door gedeputeerde staten vastgestelde saneringsprogramma van 1997 zijn uitgevoerd en hebben geleid tot het kunnen terugleggen van de 50 dB(A)-contour.

In het bestemmingsplan Stadshagen, 2e partiële herziening, dat door de raad op 2 november 2009 is vastgesteld, is de grens van de geluidszone daarom teruggelegd in de richting van het industrieterrein Voorst ten einde meer ruimte te creëren voor de woningbouw van Stadshagen.

Deze teruggelegde zone is ook in het nieuwe bestemmingsplan Stadshagen I weergegeven (geluidzone 1 op kaart 11). De zonegrens vormt de toegelaten 50 dB(A) contour van het industrielawaai. Er worden in het bestemmingsplan Stadshagen I geen verdere wijzigingen meer in deze zonegrens aangebracht.

Door het terugleggen van de zonegrens zijn de mogelijkheden voor woningbouwontwikkeling in de zuidoost hoek van Stadshagen flink toegenomen binnen de randvoorwaarde dat aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt voldaan. Een beperkte locatie aan het Zwarte Water, rond de Twistvlietbrug en de Hasselterhaven, blijft echter binnen de 50 dB(A) zone gelegen.
Uit onderzoek is gebleken dat het verlenen van hogere grenswaarden voor de woningen mogelijk is, zonder dat dit ten koste gaat van geluidsruimte voor de bedrijven in Voorst.
De hogere grenswaarden tot maximaal 55 dB(A) zijn daarom verleend voor de woningen aan de Biltweg 3, aan de Frankhuisweg 3, 5, 7, 9, 11, 13, 25, 27, 29, 31, 33, 35 ,37, 39, 41, 4, 6, 8, 10, 12, 12a, 14, 14a, 16 en aan de Hasselterdijk 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30 en 31.

Ontwikkelingen binnen de geluidszones

Binnen de zones bevinden zich geluidsgevoelige functies, maar in dit nieuwe bestemmingsplan worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Nader akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.

4.2.2 Bedrijvigheid (Wet milieubeheer)

Er is geïnventariseerd welke bedrijvigheid voorkomt in de wijk (zie paragraaf 2.2.4.5 Economische voorzieningen).

Alle bedrijven in de gemeente Zwolle beschikken over een milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer of over een melding ingediend op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur. De enkele verspreid door de wijk aanwezige bedrijven hebben weinig invloed op de milieusituatie aldaar.

Verder dient in het plan rekening te worden gehouden met de op grond van de milieuvergunning geldende 50 dB(A) geluidscontour rond het 110/10 kV transformatorstation aan de Frankhuisweg. Binnen deze contour mogen geen geluidsgevoelige functies worden toegestaan (geluidzone 2 op kaart 11).

4.2.3 Luchtkwaliteit

In 2007 heeft de gemeente Zwolle ter voorbereiding op de vaststelling van het luchtkwaliteitsplan de luchtkwaliteit berekend ten gevolge van het autoverkeer op de gemeentelijke wegen en de rijksweg A28 in 2010 en 2020.
Gebleken is dat in het plangebied in beide jaren geen overschrijdingen en ook geen bijna-overschrijdingen van de normen voor fijn stof (PM10) en NOx voorkomen.

4.2.4 Bodemkwaliteit

Een inventarisatie is gemaakt van de locaties met ernstige bodemverontreinigingen, maar ook van de verdachte locaties. Dit zijn locaties waar een verdenking van bodemverontreiniging bestaat op grond van de activiteiten in het verleden.

Aangezien er aan de feitelijke inrichting van het plangebied niets verandert ten gevolge van het nieuwe bestemmingsplan is er op het gebied van bodem geen extra kostenpost te verwachten bij vaststelling van het plan.
Kortweg kan gezegd worden dat onder andere in de volgende kaders bodemonderzoek (wellicht gevolgd door bodemsanering) kan worden verlangd:

  • Bouwaanvraag;
  • Wet Milieubeheer;
  • Grondverzet;
  • Wet bodembescherming;
  • Bestemmingswijziging.

Voor deze inventarisatie van de bekende bodeminformatie is gebruik gemaakt van het bodeminformatiesysteem van de Gemeente Zwolle. Hierin is tevens het Historisch bodembestand opgenomen (HBB). De HBB-locaties worden op de tekening aangegeven met gele stippen.

Korte samenvatting HBB: 9 bekende hbo-tanks, 1 transportbedrijf, 1 timmerwerkplaats/aannemersbedrijf, 1 timmerwerkplaats/wagenmakerij, 1 smederij/ constructiebedrijf en 1 landbouwmachinereparatiebedrijf.
De rest van de punten is historisch gezien onverdacht.

Uit de inventarisatie van het bodeminformatiesysteem blijkt dat de bodem van vrijwel het gehele plangebied is onderzocht. Dit is op de volgende tekening zichtbaar aan de groene vlakken. Bij nieuwbouwlocaties waar bodemverontreiniging is vastgesteld, is deze tijdens het bouwrijp maken verwijderd. De locaties die met een tekstballon specifiek in de tekening zijn aangegeven, worden hierna toegelicht.

Biltweg 11; transportbedrijf Klomp
Bij een onderzoek uit 1995 is ter plaatse van een voormalige ondergrondse dieseltank minerale olie in de bodem aangetroffen. Vermoedelijk is de omvang beperkt.

Frankhuisweg 12; aannemersbedrijf Kieftenbelt
Deze locatie is onderzocht in het kader van de BSB (bodemsanering in gebruik zijnde bedrijfsterreinen). De onderzoeksresultaten zijn echter vertrouwelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09012-0005_0057.png"

tekening bodemlocaties:

Frankhuisweg 3; voormalige stort
Deze locatie betreft een voormalige kolk welke als stortplaats voor bouw- en sloopafval is gebruikt. Ook is er huisvuil aangetroffen. In de bodem zijn zware metalen, minerale olie en PAK aangetroffen. De omvang van de stort wordt geschat op 12.500 m3. In 2009 is een saneringsplan ingediend ten behoeve van de herontwikkeling van de locatie.

Hasselterdijk 40; voormalige stort
Deze locatie betreft een voormalige stortplaats van huisvuil. Mogelijk is ook bedrijfsafval gestort. In de bodem zijn zware metalen aangetroffen. De oppervlakte van de stort wordt geschat op 2.600 m2. De locatie wordt aangemerkt als niet spoedeisend.

4.2.5 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op het beheersen van risico's. Er wordt gelet op het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen in bedrijven alsmede op het transport van gevaarlijke stoffen via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen.

Bevi

Het plangebied moet worden getoetst aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de circulaire Risico Normering Vervoer gevaarlijke stoffen. Uit de toetsing is gebleken dat het plangebied niet is gelegen binnen het invloedsgebied van een Bevi inrichting.

Transport gevaarlijke stoffen

De IJssel , het Zwolle-IJsselkanaal en het Zwarte Water maken deel uit van het landelijke basisnet voor het transport van gevaarlijke stoffen, maar de risico's gekoppeld aan het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn veel beperkter dan het transport van gevaarlijke stoffen over de weg.
Het Zwolle-IJsselkanaal en het Zwarte Water zijn als "groene routes" aangewezen in het basisnet waarvoor geldt dat er vanuit externe veiligheid geen beperkingen aan de omgeving wordt opgelegd.

4.2.6 Waterbeheer

Binnen het plangebied bevinden zich de primaire waterkeringen langs het Zwarte Water en het Zwolle - IJsselkanaal. Het Zwarte Water en het Zwolle - IJsselkanaal zelf zijn hoofdvaarwegen, welke net buiten het plangebied zijn gelegen. De hoofdvaarwegen met beschermingszones worden beheerd door Rijkswaterstaat. De primaire waterkeringen met beschermingszones worden beheerd door het Waterschap Groot Salland. De beschermingszones leggen beperkingen op aan de bebouwingsmogelijkheden van dit gebied.
Het waterpeil in het Zwarte Water fluctueert. Een groot deel van het jaar schommelt de waterstand rond -0.15 meter NAP. De berekende Maatgevende Hoog Waterstand in het Zwarte Water is bij een veiligheidsniveau van 1:1.250 jaar maximaal NAP 2,10 meter.
Op grond van het gemeentelijk beleid infiltratie hemelwater (juli 2006) moet regenwater afgekoppeld worden en in de bodem worden geïnfiltreerd. Ontheffing van deze verplichting kan worden verleend indien onderzoek aantoont dat infiltratie niet mogelijk is.

4.2.7 Overstromingsrisico

Quickscan

Het plangebied (zie figuur 1) is gelegen in dijkring 10, Mastenbroek. Deze dijkring wordt omsloten door de IJssel aan de westzijde, tussen Zwolle en IJsselmuiden, door het Zwarte Meer aan de noordzijde tussen IJsselmuiden en Genemuiden en door het Zwarte Water aan de oostzijde tussen Genemuiden en Zwolle. Omdat het bestemmingsplan ruimte biedt aan de ontwikkeling van niet incidentele overstromingsgevoelige functies en omdat het plangebied gelegen is in dijkring 10 is een overstromingsrisicoparagraaf met daarbij aandacht voor het zwaarwegend maatschappelijk belang verplicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09012-0005_0058.jpg"

Figuur 1 dijkring 10 in Zwolle

Risico-inventarisatie

Voor de keringen van dijkring 10 is de overschrijdingskans genormeerd op 1/2.000e per jaar. In het project Veiligheid Nederland in Kaart wordt de actuele kans op een overstroming per jaar groter dan 1% geschat. Indien de geïdentificeerde zwakke plekken in de dijkring zijn aangepakt bedraagt de geschatte overstromingskans 1/400e per jaar (Rijkswaterstaat DWW & Jacobs, 2005). Op basis van de provinciale risicokaart wordt de maximale waterdiepte tijdens een overstroming geschat tussen de 2,0 en 5,0 meter. De mogelijke waterdiepte kan daarmee worden aangeduid als diep (figuur 2).

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09012-0005_0059.jpg"

Figuur 2 Maximale waterdiepte tijdens een overstroming

In de berekeningen is geen rekening gehouden met de ophoging van Stadshagen van circa 0,20 / 0,30 m + NAP naar 0.70 m + NAP. Verder ligt het plangebied op circa 1,5 km van de IJssel en grenst direct aan het Zwarte water. De verwachting is dat de maximale waterdiepte tijdens een overstroming tussen de 0,8 en 2,0 meter zal bedragen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09012-0005_0060.jpg"

Figuur 3 Actueel Hoogtebestand Nederland

De tijd tot het plangebied onder water loopt als een dijk doorbreekt (aankomsttijd), wordt voor een dijkdoorbraak nabij Westenholte geschat binnen 6 uur uur (zie figuur 4,onder). Het plangebied bevindt zich daarmee in de zone 'snel en diep'. Als de IJsseldijk nabij IJsselmuiden doorbreekt dan bedraagt de tijd tot het plangebied onder water loopt circa 1,5 dag.

Zie de volgende figuren 4 dijkdoorbraak IJsselmuiden (boven) en 5 dijkdoorbraak Westenholte in Zwolle (beneden).

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09012-0005_0061.jpg"

Geschiktheidbeoordeling

Dijkring 10 wordt volgens de Omgevingsverordening gecategoriseerd als snel en diep. De gemeente moet het zwaarwegend maatschappelijk belang aantonen. In dit geval acht de gemeente woningbouw van zwaarwegend maatschappelijk belang, vanwege de plicht om aan de woningbouwopgave te voldoen.

Maatregelen

De gemeente kiest er voor om de woningbouw te concentreren op de relatief hoge plekken in het plangebied waardoor de maximale waterdiepte bij een overstroming zoveel mogelijk wordt beperkt. In de regels en verbeelding wordt hier rekening mee gehouden. Met de veiligheidsregio is afgesproken om bij de risicocommunicatie voor dit gebied burgers te informeren over wat te doen bij een mogelijke overstroming. Vooralsnog wordt voor dit gebied bij een dreigende overstroming ingezet op vroegtijdige evacuatie. Dit wordt bij de risicocommunicatie meegenomen en wordt meegenomen bij het regionaal coördinatieplan. In de toekomst wordt verkend in hoeverre en op welke manier hoge gebouwen in het gebied schuilmogelijkheden kunnen bieden.