direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Enter-Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000021-0003

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Omgevingsvisie

Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Overijssel 2009

De Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Overijssel zijn op 1 juli 2009 vastgesteld. In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel uiteengezet. De Omgevingsvisie is een samenvoeging van het streekplan, Verkeers- en Vervoersplan, Waterhuishoudingsplan en het Milieubeleidsplan. Deze visie is opgesteld met een doorkijk tot 2030. In de Omgevingsverordening zijn instructies opgenomen ten aanzien van de inhoud van de juridisch-planologische documenten. In deze paragraaf komt als eerste de visie aan bod en in navolging hierop de verordening.

Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie is opgesteld in het licht van diverse ontwikkelingen die in de provincie Overijssel gaande zijn. Deze ontwikkelingen spelen op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hierbij is sprake van:

  • een afname van de groei en verandering van de samenstelling van de bevolking;
  • een afname van de werkgelegenheid met 10% tot een groei van 20%;
  • een stijgende vraag naar woningen tot 2030, vooral in de grote steden;
  • een toename van de mobiliteit tot 2040. Het goederenvervoer stijgt daarbij sneller dan het personenvervoer.

De provincie wil de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren, met het oog op een goed vestigingsklimaat, een veilige en aantrekkelijke woonomgeving en een fraai buitengebied. De leefomgeving moet geschikt zijn voor de grote diversiteit aan activiteiten die mensen in de provincie Overijssel willen ondernemen (ruimtelijke kwaliteit). De opgave voor de komende jaren ligt vooral in het waarborgen van een goede afstemming tussen vraag en aanbod, gerelateerd aan de verschillende doelgroepen. Naast een kwantitatieve opgave is dit, gelet op de sterk veranderende bevolkingsontwikkeling, een aanzienlijke kwalitatieve opgave. De woonmilieus moeten flexibel zijn en worden afgestemd op de eisen en wensen van de toekomstige bewoners. De navolgende afbeelding bevat een fragment van de omgevingsvisiekaart, waarop de verschillende leefmilieus in het plangebied zijn weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000021-0003_0008.jpg"

Weergave leefmilieus in het plangebied (plangebied is weergegeven met een rood kader)

Omgevingsverordening

De wijze waarop aan het beleid uit de Omgevingsvisie uitvoering moet worden gegeven is vastgelegd in de Omgevingsverordening. De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie op de fysieke leefomgeving in de provincie Overijssel. De Omgevingsverordening heeft de status van:

  • ruimtelijke verordening in de zin van artikel 4.1. Wet ruimtelijke ordening;
  • milieuverordening in de zin van artikel 1.2. Wet milieubeheer;
  • waterverordening in de zin van de Waterwet;
  • verkeersverordening in de zin van artikel 57. van de Wegenwet en artikel 2A. van de Wegenverkeerswet.

De Omgevingsverordening is een uitvoeringsmodel van de Omgevingsvisie en is opgesteld in de vorm van voorschriften. In veel voorschriften is gekozen voor proces- en motiveringsvereisten. In de Omgevingsverordening moet elk inhoudelijk thema geregeld zijn, waar de provincie de mogelijkheid op wil hebben om juridische instrumenten in te kunnen zetten. Het inzetten van juridische instrumenten vindt plaats op basis van de interventieladder. In de Omgevingsverordening zijn geen voorschriften opgesteld die betrekking hebben op de voorgenomen ontwikkeling aangezien het een consoliderend plan betreft, waarin geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Voorliggend bestemmingsplan ligt vanwege het consoliderend karakter in lijn met het beleid, zoals dit is opgenomen in de Omgevingvisie en Omgevingsverordening.

3.3.2 Reconstructieplan Salland-Twente

Hoofddoel van de Reconstructiewet concentratiegebieden, die op 1 april 2002 in werking is getreden, is de bevordering van een goede ruimtelijke structuur van het concentratiegebied, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie en toerisme, water, milieu en infrastructuur, alsmede ter verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat en van de economische structuur. Eerste stap in de reconstructie van de concentratiegebieden was het opstellen van een reconstructieplan.

Met het reconstructieplan "Salland-Twente", dat sinds 4 november 2004 formeel van kracht is geworden, wil de provincie Overijssel ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden scheppen voor de landbouw, en tegelijk veel problemen op het gebied van milieu, natuur, landschap, water en leefbaarheid aanpakken. Centraal voor Zuidwest-Twente staat het versterken van de economische vitaliteit van het gebied. Daarnaast moet de kwaliteit van landschap en natuur behouden worden en moet een gezond platteland samen gaan met een gezond sociaal klimaat waar mensen van alle leeftijden en afkomst kunnen wonen en werken.

Via het reconstructieplan is het reconstructiegebied voor het onderdeel intensieve veehouderij ingedeeld in drie zones: landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebied en extensiveringsgebied. In het plangebied liggen agrarische gebieden die onderdeel uitmaken van het verwevingsgebied. De hoofdlijn van het beleid in het verwevingsgebied is:

  • het mogelijk maken en handhaven van veel functies naast elkaar en in combinatie met elkaar;
  • ruimte bieden aan meerdere functies (wonen, recreatie, economie, natuur, landschap etc.);
  • de landbouw, waaronder de intensieve veehouderij, beperkt ruimte bieden;
  • extra kansen bieden door de ontwikkeling van sterlocaties voor de intensieve veehouderij.
  • De doelstellingen en de visie van het Reconstructieplan hebben het karakter van richtinggevend beleid. De provincie acht het hierbij van belang dat bestemmingsplannen worden aangepast aan de reconstructiezonering. In hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan.
3.3.3 Provinciaal Verkeers- en vervoersplan

Het provinciale beleid op het gebied van verkeer en vervoer is in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) vastgelegd. Dit plan sluit aan op de Nota Mobiliteit van het Rijk en is op 13 april 2005 door de Provinciale Staten van Overijssel vastgesteld. In het PVVP wordt voor de komende jaren richting gegeven aan het beleid op het gebied van verkeer en vervoer in Overijssel. Met het plan wordt ingezet op de bereikbaarheid van economische centra voor alle vervoerswijzen, de verbetering van de verkeersveiligheid en de verbetering van de leefkwaliteit.