direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: De Berghorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Ruimtelijk beleid

Het voornemen om een woningbouwontwikkeling mogelijk te maken in het gebied aan de noordzijde van het dorp Enter is niet nieuw. De locatie vloeit voort uit het ruimtelijk beleid van de gemeente Wierden, zoals dat is vastgelegd in de vastgestelde Structuurschets Enter (1994).

Zoals in de bijlage Structuurschets Enter is te zien, is het grootste deel van het plangebied als toekomstig woongebied opgenomen. In de Structuurschets wordt gesteld dat zowel de Entergraven als de Wierdenseweg belangrijke structurerende elementen zijn. Zowel ten westen van de Wierdenseweg als ten oosten van de Entergraven wordt grootschalige woningbouw als ongewenst beschouwd. Het gebied dat wordt omsloten door de Wierdenseweg, Ypeloweg en Entergraven wordt als uitermate geschikt geacht voor woningbouw. In de Nota Open Gebieden 2005, waarin verschillende potentiële uitbreidingsmogelijkheden tegen het licht worden gehouden, wordt de keuze om De Berghorst (in de nota Enter-Noord genoemd) te ontwikkelen bevestigd. De voorgenomen uitbreiding past daarmee in het ruimtelijk beleid van de gemeente.

2.4.2 Woonbeleid

De gemeente Wierden kent aantrekkelijke dorpse woonmilieus. Ze biedt met deze woonmilieus een woonklimaat die bij veel groepen op de woningmarkt in trek is. De gemeente wil in de komende jaren die aantrekkelijkheid voor alle groepen behouden en waar mogelijk versterken.

Recente demografische cijfers laten zien dat de bevolkingsgroei de komende jaren stagneert. Kwantitatieve groei is niet meer dé dominante richting; er zal meer moeten worden ingespeeld op kwaliteit. De bevolkings- en huishoudensamenstelling verandert; de bevolking telt steeds minder jongeren en meer ouderen. Op deze ontwikkelingen wil de gemeente Wierden tijdig inspelen onder meer door het uitzetten van een duidelijke koers ten aanzien van woonkwaliteit en een gedifferentieerd woningaanbod voor verschillende groepen.

Om de daad bij het woord te voegen heeft de gemeente Wierden recent haar beleidskader wonen bijgesteld. Op 14 september 2010 heeft de gemeenteraad dit beleidskader in de vorm van de gemeentelijke Woonvisie "Nieuwe dynamiek in wonen" vastgesteld. Deze beleidsomslag is echter niet van vandaag op morgen realiteit. Vanuit het bestaande beleid zijn ontwikkelingen ingezet die nog tot bloei moeten komen, waaronder ook uitleglocatie "de Berghorst" in Enter. De gemeente wil haalbaar beleid neerzetten dat meer ruimte biedt voor de vraag van de woonconsument, en waarbij op een vloeiende wijze de omslag van beleid wordt gerealiseerd. Initiatieven vanuit het verleden krijgen dan ook de kans om tot ontwikkeling te komen, terwijl bij nieuwe ontwikkelingen het nieuwe beleid wordt ingezet. Zo wil de gemeente Wierden de dynamiek behouden en voorkomen dat wisselende inzichten leiden tot een situatie waarin elke ontwikkeling onmogelijk wordt.

Enter kent net als Wierden een gedifferentieerd woning- en voorzieningenaanbod en trekt daarmee verschillende doelgroepen aan. Voor beide kernen ligt de komende jaren de nadruk op het behoud van een gedifferentieerd woningaanbod in koop en huur. In "de Berghorst" wordt deze differentiatie gewaarborgd door de realisatie van vrijstaande woningen, tweekappers en rijwoningen. De gemeente wil daarbij zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte in deze kernen en daarom, in lijn met de provinciale en lokale beleiduitgangspunten, op "dorpse" schaal bouwen. Dat betekent dat woningbouw gefaseerd plaats zal vinden en dat er optimaal gebruik moet worden gemaakt van de beschikbare ruimte.

Met de vaststelling van de Woonvisie is ook het woningbouwprogramma 2010-2015 en 2015-2020 vastgesteld. Vanuit dit woningbouwprogramma mogen er in de Berghorst tot 2020 een aantal van 83 woningen gebouwd worden. Hierbij is de verdeling gemaakt van 45 woningen in de periode 2010-2015 en 38 woningen in de periode 2015-2020. Het plan zoals dat nu voorligt bevat 99 woningen. Dit houdt dus in dat de laatste 16 woningen pas na 2020 gebouwd mogen worden.

Wanneer de "lokale behoefte" echter groter blijkt te zijn dan de prognosecijfers waar de provincie mee rekent, dan bestaat de kans om de woningen sneller te bouwen dan het huidige woningbouwprogramma aangeeft.

2.4.3 Kadernotitie Enter-Noord

Als verkenning van het plangebied en een eerste inzicht in de mogelijkheden om hier een nieuw woongebied te ontwikkelen is een kadernotitie opgesteld. De gemeenteraad heeft de kadernotitie op 4 oktober 2005 vastgesteld. In deze notitie zijn de uitgangspunten voor de ontwikkeling van het nieuwe woongebied benoemd. Onderstaand zijn deze puntsgewijs weergegeven:

  • Grenzen plangebied: Entergraven, Ypeloweg en Wierdenseweg.
  • Gefaseerde ontwikkeling (een en ander afhankelijk van grondtransacties).
  • Woonwijk met een groen en dorps karakter.
  • Stedenbouwkundig plan op basis van landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
  • Integrale duurzaamheid en veiligheid hebben prioriteit.
  • Woonverdeling: koop 60-70%, huur 40-30%.
  • Huur middelduur en in mindere mate duur.
  • Diversiteit in woningtypen: vrijstaand, twee-onder-een-kap en aaneengebouwd.
  • Nadruk op grondgebonden eengezinswoningen.
  • Bouw van levensloopbestendige woningen.
  • Substantieel deel (33%) particulier opdrachtgeverschap (uitgifte bouwkavels).
  • Woonkeur, politiekeurmerk, BTB-eisen zijn uitgangspunt.
  • Aandacht voor beeldkwaliteit (door middel van opstelling bestemmingsplan, beeldkwaliteitsplan en aanvulling/wijziging van de Welstandsnota).
  • Het aspect "water" heeft een sturende rol in planvorming.
  • Rioleringssysteem conform De Akkers: opvang regenwater (in wadi's) en infiltratie in bodem van plangebied.
  • Aanpassingen aan Entergraven niet ten koste van de exploitatie van Enter Noord.
  • Sterke groenstructuur, met ruimte voor wadi's en speelplekken.
  • Handhaven bosperceel langs Entergraven.
  • Accentueren (ontsluitings-)wegen door bomen.
  • Verlegging van de bebouwde kom grens.
  • Ontsluiting plangebied vanaf Wierdenseweg en Ypeloweg.
  • Ontsluiting op basis van principes van "Duurzaam Veilig".
  • Snelheidsregiem van 30 km/uur in woonwijk instellen.
  • Geen doorgaande routes gemotoriseerd verkeer.
  • Aandacht voor veilige fietsroutes.
  • Straatbreedte minimaal 5 meter.
  • Parkeernorm 1,5 parkeerplaats per woning.
  • In verband met veiligheid: aanleggen verhoogde trottoirs.
2.4.4 Structuurplan De Berghorst

In augustus 2004 heeft de gemeenteraad het voorkeursrecht gevestigd op het plangebied De Berghorst. Dit voorkeursrecht is in juli 2006 op grond van het ontwerp structuurplan voor een periode van maximaal vijf maanden verlengd (artikel 6 Wvg). Op 8 augustus 2006 heeft de gemeenteraad het structuurplan De Berghorst vastgesteld. Het structuurplan beschrijft de huidige situatie, het vigerende beleid (nationaal, provinciaal en gemeentelijk), de toekomstige situatie en het, in het kader van de structuurvisie, uitgevoerde onderzoek. Tenslotte bevat het structuurplan een beschrijving van de inrichting van het nieuwe woongebied De Berghorst. Het voorkeursrecht is overigens in november verlengd op basis van het vastgestelde structuurplan De Berghorst.

2.4.5 Waterplan Wierden

Het Waterpact van Twente was tot eind 2004 een samenwerkingsverband van de gemeenten Wierden, Borne, Hengelo en Almelo, waterschap Regge en Dinkel, Vitens en provincie Overijssel. Het Waterpact werd ondersteund door Universiteit Twente en RIZA, een onderzoeksinstituut van Rijkswaterstaat. Het Waterpact van Twente streefde naar duurzaam waterketenbeheer, waarbij de milieubelasting van de waterketen en het watersysteem gereduceerd wordt met een factor 20, ofwel 95%. Het Waterplan Wierden, vastgesteld in december 2002, is één van de initiatieven om deze doelstelling te realiseren.

Om de aandachtspunten op te lossen en de ambities uit het Waterplan te realiseren is een aantal thema's geformuleerd, te weten:

  • (Water)kwaliteit en afwenteling van verontreinigingen.
  • Grondwateroverlast en verdroging.
  • Inrichting buitengebied.
  • Inrichting (nieuw) stedelijk gebied.
  • Beleving en recreatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01_0006.jpg"

Voor de Entergraven is het volgende uitgewerkt. De huidige inrichting en beleving van de Entergraven is onvoldoende. De watergang is grotendeels gescheiden van de droge functies, zoals wonen en sport, is slecht zichtbaar en heeft geen versterkende waarde voor de aangrenzende wijken. De potentie van het open, stromende water van de Entergraven moet ten volle benut worden.

In de Uitwerking Reconstructieplan Salland Twente voor wat betreft het deelgebied Enter en het Onderhoudbeheerplan Entergraven/Holtdijkbeek 2000-2010 zijn voor de nieuwe inrichting van de Entergraven concrete uitspraken gedaan. Genoemd zijn onder andere een eenzijdige verbreding met een plasdras-zone met schuine oever van 7,5 meter breed en het bereiken van een gevarieerde watervegetatie. Voor meer informatie wordt verwezen naar de genoemde documenten.

2.4.6 Landschapsontwikkelingsplan

De gemeente Wierden heeft een landschapsontwikkelingsplan (LOP) dat is vastgesteld op 24 maart 2009. In het LOP is een visie vastgelegd op het veranderende landschap en geeft de gemeente handvatten voor:

  • het toetsen van kapvergunningen;
  • het meewerken aan subsidieaanvragen voor het aanleggen, herstellen en beheren van landschapelementen;
  • het adviseren over landschappelijke inpassing van gebouwen;
  • het vergroten van draagvlak voor natuur en landschap.

Het LOP is een verfijning van de natuurlijke laag en de laag van het agrarisch cultuur landschap die worden genoemd in de catalogus van de gebiedskenmerken. Het plangebied De Berghorst maakt geen onderdeel uit van het LOP. De hieronder opgenomen structuurkaart geeft aan dat rondom De Berghorst het gebied gekenmerkt wordt door essen en jonge ontginningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01_0007.png"

Kaart LOP Wierden

Landschap

Een groot deel van de gemeente Wierden is van oudsher kleinschalig van karakter. Het vormt daardoor een aantrekkelijk en afwisselend gebied. Dit karakter is sterk bepaald door onder andere het reliëf van het beekdal van de Regge en de dekzandkoppen, de hogere ruggen bij Enter en Hoge Hexel, de laagtes ertussen en de hoogveencomplexen. De aanwezigheid van de Sallandse Heuvelrug aan de westkant en de stuwwal van Oldenzaal aan de oostkant hebben een grote rol gespeeld in het ontstaan van dit kleinschalige landschap. Door het specifieke landbouwkundige gebruik heeft ook de mens bijgedragen aan de vorming van het landschap.

In de 20e eeuw is het landschap meer onder druk komen staan door modernisering van de landbouw, stads- en dorpsuitbreidingen en de aanleg van onder andere infrastructuur. Dit heeft op verschillende plekken geleid tot vermindering van de kwaliteit en diversiteit van het landschap. De laatste jaren vragen de verandering van bestemming van agrarische gebouwen aandacht, en de toenemende burgererven en niet-grondgebonden bedrijvigheid in het gebied. Gelukkig kent de gemeente Wierden nog steeds een grote variatie aan karakteristieke, streekgebonden landschappen.

Water

Water is één van belangrijkste vormende factoren voor het landschap van de gemeente Wierden. De Regge en haar zijbeken (o.a. Hagmolenbeek, Elsgraven, Entergraven), hebben in het verleden door overstromingen het landschap van hogere koppen en laagten gevormd. Langs de Middenregge zijn nog fraaie steilranden herkenbaar op de overgang van beekdal naar hogere kop. De beken vormen als groene en blauwe dragers belangrijke verbindende lijnen in het landschap.

De hoeveelheid ruimte die het water oorspronkelijk in het gebied had, is in de afgelopen decennia verminderd. De normalisering en kanalisering van de beken hebben de diversiteit van het landschap doen afnemen. Nu zijn onze inzichten veranderd en willen we het systeem weer herstellen, zonder de nadelige gevolgen van overstromingen en achteruitgang van het landschap. Hoofdlijn van beleid in plannen van provincie en waterschap is: de natuurlijke dynamiek en natuurwaarden van de Regge zoveel mogelijk te herstellen en landelijk en stedelijk water te scheiden. Bij de uitwerking van het Landinrichtingsplan Rijssen en het Uitwerkingsplan Enter is hiermee al een begin gemaakt en wordt de natuurlijkheid van de beken deels hersteld.

Cultuurhistorie

Dragers van de cultuurhistorie in de gemeente Wierden vormen de oude buurtschappen die op de hogere gronden langs de Regge zijn ontstaan. Ook de verschillende landgoederen vormen cultuurhistorische dragers. De buurtschappen en landgoederen hebben door sociaal-economische ontwikkelingen (o.a. globalisering, netwerk-samenleving) enigszins aan sociale samenhang ingeboet, maar zijn nog steeds van grote betekenis als basis van het landschap van Wierden.

In het oude agrarische cultuurlandschap komen nog relatief gave delen en elementen voor, onder meer kampontginningen en essenlandschappen zoals rond Kartelaarshoek en Bullenaarshoek, historische boerderijen zoals rond Hoge Hexel, Notter en Zuna, structuren en beplantingen.

Landbouw

Wierden is van oudsher een echte landbouwgemeente. Naast de geomorfologie en het water is de landbouw beeldbepalend geweest voor het landschap zoals wij dat nu kennen. Diverse kleine landschapselementen zoals houtwallen, singels, geriefhoutbosjes en erfbeplantingen zijn in het verleden door agrariërs aangelegd en beheerd. Hiermee vormt de landbouw een belangrijke beheerder van landschap.

De huidige landbouw (339 bedrijven in 2005) is voornamelijk grondgebonden. Het belangrijkste bedrijfstype is de rundveehouderij. Het akkerbouw areaal is klein. De bedrijfsgrootte (in oppervlakte) is gemiddeld tussen de 9 en 24 ha groot, waarvan 145 onder de 10 hectare en 18 boven de 50 hectare. De sector geeft aan dat schaalvergroting en/of intensivering essentieel is voor het duurzaam voortbestaan van landbouwbedrijven. De beschikbare ruimte en/of omliggende functies zijn vaak de beperkende factoren om te kunnen vergroten of te intensiveren. Vooral schaalvergroting leidt vaak tot een ander landschappelijk beeld. Hierdoor kunnen knelpunten ontstaan, maar ook kansen.

Natuur

Het herstel van natuurwaarden heeft met het natuurbeleid een grote impuls gekregen. In het kader van de Provinciale ecologische hoofdstructuur is een aaneengesloten netwerk van natuurgebieden aangewezen met daarin zowel nieuwe natuur als beheersgebieden. Bij de uitwerking van het Landinrichtingsplan Rijssen en het Uitwerkingsplan Enter is met het netwerk al een begin gemaakt. Het Wierdensche veld, het Notterveld en het beekdal van de Regge vormen belangrijke gebieden daarin. Desondanks staat de kwaliteit van de natuur onder druk. De oorspronkelijk aangesloten gebieden (o.a. hoogveen en beekdalnatuur) zijn in het verleden versnipperd geraakt. De realisatie van nieuwe natuur gaat langzaam en is bovendien versnipperd. Ook in het kader van het landschapsontwikkelingsplan zal worden gezocht naar mogelijkheden ter realisatie van nieuwe natuur.

Recreatie en toerisme

Het buitengebied van Wierden heeft door zijn kleinschalige gevarieerde oude cultuurlandschap, de aanwezigheid van de Regge en diverse buurtschappen een grote recreatieve aantrekkingskracht. De recreatieve druk op het buitengebied is groot, met name rond de stadsrand Almelo. Door de nivellering van het landschap en de diverse ruimteclaims op het landschap, dreigen de in potentie aanwezige gebruiksmogelijkheden en waarden van het buitengebied voor recreatie af te nemen. De gemeente biedt kleine (dag)recreatieve voorzieningen, zoals wandel; fiets- en kanoroutes. Ook verblijfsrecreatie (campings, bungalowparken) is grotendeels kleinschalig, op enkele recreatiecentra ten noorden van de kern Wierden en Enter na. De verblijfsrecreatie is voor een belangrijk deel gericht op natuur, landschap en rust. Dicht bij huis zijn de dorpsommetjes (o.a. kerkpaden, landweggetjes) van grote waarde voor de woonkwaliteit. Op veel plaatsen zijn die ommetjes er niet meer, doordat onverharde wegen zijn verdwenen of barrières zijn ontstaan (o.a. RW 35/36). In feite is het landelijk gebied door schaalvergroting en modernisering van de infrastructuur ontoegankelijker geworden voor de recreant.

Wonen en werken

Wierden kent drie kenen (Wierden, Enter en Hoge Hexel) en vier buurtschappen (Rectum, Ypelo, Notter en Zuna) waar het wonen geconcentreerd is. Buiten de buurtschappen zijn het vooral (oud) agrariërs die het buitengebied bewonen. Zowel de dorpen Enter als Wierden worden in de nabije toekomst uitgebreid met nieuwe woonwijken. In Enter gaat het om het gebied De Berghorst (Enter-Noord). In Wierden om de gebieden Zenderink en Zuidbroek.

De bedrijfsterreinen zijn geconcentreerd rond de grote kernen Wierden en Enter. Deze worden in de toekomst uitgebreid. Er zijn initiatieven om samen met de gemeente Rijssen - Holten een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen aan de N347 nabij de A1. In Wierden is een terrein in de Weuste-Noord in ontwikkeling als bedrijventerrein. De stad Almelo en de kernen Rijssen en Nijverdal zijn door stedelijke uitbreidingen Wierden dicht genaderd. De stedelijke druk op het buitengebied neemt toe. Naast de bestaande en geplande uitbreidingen; zijn de afgelopen jaren onder invloed van nieuw beleid, nieuwe woonvormen in het buitengebied ontstaan (bijvoorbeeld de Rood-voor-rood regeling en nieuwe landgoederen). Hierdoor vinden meer particulieren hun plaats in het buitengebied en veranderd niet alleen de samenstelling van de plattelandsbevolking, maar ook het uiterlijk van het landschap.

Deelgebieden

Het gehele gemeentelijke gebied is in de LOP verdeeld in 13 deelgebieden. Ten westen ligt deelgebied 9 (stuwwal van Enter) en ten oosten ligt deelgebied 11 (Leijenweerd-Kartelaarshoek-Bullenaarshoek).

Deelgebied 9 (stuwwal van Enter)

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01_0008.png"

Kaart deelgebied 9 LOP

Ter versterking van de herkenbaarheid van de stuwwal van Enter wordt gestreefd naar ruimtelijke versterking van de randen van de stuwwal. De aanleg van een raamwerk van beplantingen bij erven in de vorm van houtsingels, (geriefhout)bosjes en schaduwbomen bij de woningen moet worden gestimuleerd. Toe te passen soorten zijn solitaire eiken, beuken, linden, noten- of kastanje bomen en beukenhagen en meidoornhagen.

Tevens wordt een forse laanbeplanting langs de randen van de stuwwal voorgesteld om de randen te verdichten. Het karakter van Enter als klompendorp wordt kracht bijgezet door de aanplant van populierenrijen langs wegen en perceelsgrenzen te stimuleren. Op kaart zijn de locaties langs de wegen aangeven. De openheid van de Enteres moet in stand worden gehouden.

Voor het beheer en het in stand houden van de openheid van de lagere gebieden rond de es (Entervenen, Elsslagen en Veneslagen) zijn de grondgebonden agrarische bedrijven zeer belangrijk. Daarom moet ruimte worden geboden aan de ontwikkeling en uitbreiding van deze bedrijven. De uitbreidingen mogen echter landschappelijk gezien niet ten koste gaan van de openheid van deze gebieden. Het is daarom het wenselijk dat eventuele nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf zoveel mogelijk in de omgeving van de stuwwalrand plaatsvindt (o.a. Achteresweg, Rondweg), aansluitend aan het bestaande lint. Op deze manier blijven de lagere gebieden open en worden de randen van de stuwwal versterkt.

Hierbij moet aandacht worden besteed aan de positionering, schaal, architectuur en landschappelijke inpassing van de uitbreidingen en de nieuwe bebouwing, met name bij historische erven. Het gebied ten westen van Enter valt volgens de Stroomgebiedsvisie van het Waterschap Regge & Dinkel binnen 'Risicogebieden wateroverlast'. Dit houdt in dat verdere aantasting van natuurlijke berging hier moet worden voorkomen. Hiervoor geldt een 'ja mits' beleid, dus dat bij aantasting van de natuurlijke berging (bijvoorbeeld bij uitbreidingen en toename verhard oppervlak) de waterbergingscapaciteit moet worden gecompenseerd. Dit gegeven is onder meer van belang voor de 'watertoets' van ruimtelijke ontwikkelingen.

Om de herkenbaarheid van de Elsgraven en de Entergraven te vergroten wordt de aanleg van beekbegeleidende stroken voorgesteld. De aankleding van deze stroken moet aansluiten op bestaande landschappelijke structuren. Deze beken zijn ook in het kader van de Kaderrichtlijnwater (KRW) door het waterschap aangewezen als in te richten waterlichamen met beekbegeleidende stroken.

Als de Berghorst zal worden gerealiseerd dan blijft de es het open karakter behouden. De bebouwing van De Berghorst zal niet op de es plaats vinden maar in de flank. Bovendien zal deze plaats vinden aansluitend aan de bebouwing die al gerealiseerd is aan de Wierdenseweg. In het groenplan is opgenomen dat binnen de nieuwe wijk het groen wordt aangeplant met gebiedeigen soorten. Dit om de relatie met het omliggende landschap te versterken. Aan de wens om de herkenbaarheid van de Entergraven te vergroten zal invulling worden gegeven. Met het waterschap is al gesproken over natuurlijke oevers van de Entergraven. Het wandelommetje dat mogelijk gemaakt zal worden zal zijn vanuit De Berghorst. Bij de sluis kan de Entergraven worden overgestoken en kan een ommetje worden gemaakt in het omliggende gebied.

Deelgebied 11 (Leijenweerd-Kartelaarshoek-Bullenaarshoek)

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01_0009.png"
Kaart deelgebied 11 LOP

Het gehele gebied is in het kader van de Reconstructie Hart van Twente aangewezen als gebied waar aanleg van landschapselementen moet worden gestimuleerd. Dit is ook doorvertaald in het Uitwerkingsplan Enter.

Door de aanleg van landschapselementen kan de groen-blauwe dooradering in het gebied rond de Regge worden versterkt. Naast de voorgestelde maatregelen in het kader van de landinrichting liggen er kansen in het ontwikkelen van beplantingsstroken langs sloten en bermen, boombeplantingen langs wegen en aankleding van historische erven met beplantingen.

(Grondgebonden) landbouwers en particulieren zijn als beheerders van het gebied belangrijk, om de kleinschalige variatie in stand te houden. Zij moeten daarom de ruimte krijgen om nieuwe initiatieven te ontplooien, zoals woon-zorg, bed en breakfast, agroeducatie, waterberging, biologische landbouw en agrarisch natuur en landschapsbeheer. Nieuwvestigingen, uitbreidingen en nevenactiviteiten moeten passen binnen een landschappelijke kader. Hierbij moet aandacht worden besteed aan de positionering, schaal, architectuur en landschappelijke inpassing, in het bijzonder bij historische erven.

Daarnaast is het belangrijk om subsidies in te zetten, bijvoorbeeld in het kader van 'Groene diensten' en 'Behoud en Versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap' (Provinciaal Meerjarenprogramma).

De lagere natte gebieden (tussen de hogere dekzandkoppen) in het zuidelijk deel behoren volgens de Stroomgebiedsvisie van het Waterschap Regge & Dinkel tot de 'Risicogebieden wateroverlast'. Dit houdt in dat verdere aantasting van natuurlijke berging hier moet worden voorkomen. Hiervoor geldt een 'ja mits' beleid, dus dat bij aantasting van de natuurlijke berging (bijvoorbeeld bij uitbreidingen en toename verhard oppervlak) de waterbergingscapaciteit moet worden gecompenseerd. Dit gegeven is onder meer van belang voor de 'watertoets' van ruimtelijke ontwikkelingen.

Toe te passen soorten op de hogere delen (koppen en ruggen) zijn: Beuk (hoofdboomsoort), Hulst, Lijsterbes, Peer,Vuilboom, Winterlinde, Zomereik (aanvullende soorten). Toe te passen soorten zijn in de lagere delen zijn: Es, Gelderse roos, Vogelkers, Zwarte els (hoofdboomsoorten).

Binnen het plangebied De Berghorst vindt een blauw-groene dooradering plaats vanuit het omliggende gebied. Door grote groenelementen te realiseren zijn er is oost-westelijke en noord-zuidelijke richting zichtlijnen door het plangebied. Maar ook zichtlijnen vanuit de wijk naar het omliggende landschap. Deze grote groene elementen hebben ook de functie om het water binnen het plangebied te bergen.

2.4.7 Archeologie beleid

Per 1 september 2007 is de nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg een feit. De wet regelt de bescherming van het bodemarchief, het archeologisch erfgoed, in de bodem. Ook wordt de inpassing van archeologisch erfgoed geregeld en de financiering van opgravingen. Doel van de wet is het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Kern is het zo vroeg mogelijk rekening houden met de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem. Het streven is behoud in situ. Als behoud in situ niet mogelijk is dan moet een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. De kosten van het benodigde onderzoek zijn voor rekening van de verstoorder.

Op grond van de gewijzigde Monumentenwet 1988 (Wamz 2007) heeft de gemeentelijke overheid de wettelijke zorgplicht om archeologie een plek te geven in de ruimtelijke processen. Het bestemmingsplan is het meest geschikte instrument om dit te regelen.

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Dit betekent dat archeologisch waardevolle gebieden moeten worden opgenomen in bestemmingsplannen.

De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart

Verantwoord beheer van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Wierden begint met het inzichtelijk maken waar en wanneer met het bodemarchief rekening dient te worden gehouden. BAAC bv heeft in opdracht van de gemeente Wierden een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld. De kaart is in overleg met de provincie, Het Oversticht en de plaatselijke historische en archeologische verenigingen tot stand gekomen.

De archeologische verwachtingskaart maakt voor het grondgebied van de gemeente Wierden duidelijk waar zich (mogelijke) archeologische resten kunnen bevinden.

De kaart is hiervoor opgedeeld in drie zones:

  • hoge archeologische verwachting;
  • middelhoge archeologische verwachting;
  • lage archeologische verwachting.

De archeologisch verwachtings- en beleidsadvieskaart is op 5 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad.

Beleidsadvies

Op basis van de archeologische verwachtingskaart is een beleidsadvies opgesteld. Aan de op de kaart voorkomende verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. De kaart is een visuele vertaling van het gemeentelijk archeologiebeleid. De beleidsadvieskaart kan worden gebruikt voor toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Doel van de beleidsadvieskaart is dat deze met bijbehorende bestemmingen en regels in de gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen wordt overgenomen.

Verwachting

Bebouwde kom:

Er geldt een onderzoeksplicht in gebieden met:

  • 1. middelhoge archeologische verwachting (zie archeologische beleidsadvieskaart gemeente Wierden) bij plangebieden groter dan 250 m² en bij een verstoring dieper dan 50 cm.
  • 2. hoge archeologische verwachting (zie archeologische beleidsadvieskaart gemeente Wierden) bij plangebieden groter dan 100 m² en bij een verstoring dieper dan 50 cm.
  • 3. Lage verwachting onderzoeksplicht bij plangebieden groter dan 5 ha.

Archeologische waarde (AMK-terreinen):Bij terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, is het beleid behoud in situ, is dit niet mogelijk dan geldt altijd een onderzoeksplicht. Vooraf wordt advies gevraagd aan de regio-archeoloog. De gemeente Wierden telt terreinen van hoge tot zeer hoge waarde (niet wettelijk beschermd).

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01_0010.jpg" Schematische weergave proces toetsing archeologie.

Het vorenstaande is alleen geldig wanneer binnen een straal van 50 meter geen archeologische waarnemingen/vondstmeldingen bekend zijn.