39.2 Bouwregels
Op de voor
Waarde - Archeologische verwachtingswaarde
aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
39.2.1 Uitzondering
Het bepaalde in
39.2
is niet van toepassing op:
-
a. bouwwerken en -projecten met een oppervlakte van niet meer dan 2.500 m2;
-
b. activiteiten waarvoor geen of een lichte bouwvergunning vereist is;
-
c. bouwprojecten waarvoor een reguliere bouwvergunning is verleend en waarbij een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
39.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in
39.2
en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
39.3.1 Afwegingskader
Een in
39.3
genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
39.3.2 Procedure
Voor een besluit tot ontheffing geldt de in
48.1
vermelde voorbereidingsprocedure.
39.4 Aanlegvergunning
39.4.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in
Bijlage 1
genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "A" is vermeld, met dien verstande dat het ingrepen dieper dan 50 cm betreft.
39.4.2 Uitzondering op verbod
Het in
39.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde:
-
a. ten dienste van het onderzoek naar het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden;
-
b. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
-
c. die reeds legaal in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
-
d. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingswet;
-
e. ten dienste van de in
39.2.1
genoemde (bouw)werkzaamheden;
-
f. die de archeologische waarde niet onevenredig aantasten, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
39.4.3 Strijd met bestemming
-
a. Uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde is in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden, hetgeen dient te blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
-
b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.