direct naar inhoud van 2.2 Nationaal beleid
Plan: Havens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0301

2.2 Nationaal beleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een nieuwe structuurvisie opgesteld: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) "Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Deze is in samenhang met het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (Barro / AmvB Ruimte) opgesteld.

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028) en de ambities tot 2040:

  • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland
  • Het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat
  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn

In de SVIR is Nederland ingedeeld in deelgebieden. De gemeente Urk maakt onderdeel uit van het deelgebied Noordwest-Nederland. Voor dat gebied zijn diverse opgaven van Nationaal belang geformuleerd. Het betreffen:

  • Versterking van de primaire waterkeringen (hoogwaterbeschermingsprogramma), het behouden van het kustfundament, het verbeteren van het ecologisch systeem van het Markermeer-IJmeer (Natura 2000) en het samen met decentrale overheden uitvoeren van de gebiedsgerichte deelprogramma's Kust, IJsselmeergebied en Waddengebied van het Deltaprogramma;
  • Het samenwerken met decentrale overheden in de generieke deelprogramma's Veiligheid, Zoet water en Nieuwbouw en Herstructurering van het Deltaprogramma;
  • Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

De inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008 heeft gevolgen voor de doorwerking van het nationale ruimtelijke beleid. Totdat de Wro in werking was getreden werd het geldende rijksbeleid vastgelegd in Planologische Kernbeslissingen (PKB's). Sinds 1 juli 2008 zijn deze documenten alleen nog bindend voor het Rijk en niet meer voor andere overheden. Het Rijk kiest ervoor om het deel van het ruimtelijk beleid dat bedoeld is bindend te zijn voor andere overheden, ook onder de Wro te borgen. De Wro geeft daarvoor het Rijk de beschikking over het instrument Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).

Het IJsselmeergebied behoort in de structuurvisie tot het deelgebied van Noordwest Nederland. De aanwijzing als Natura 2000-gebied is voor dit gebied belangrijk. "Het IJsselmeer is van (inter)nationaal belang omdat het een groot laaglandmeer is met landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten (als voormalige Zuiderzee) en een unieke weidsheid en openheid (rust, leegte, duisternis). In het Nationaal Waterplan (NWP) benoemt het Rijk vier opgaven voor het IJsselmeergebied: waterveiligheid, zoetwatervoorziening, ecologie en ruimte voor buitendijks bouwen." (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, p.73).

Het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' (Barro) is op 17 december 2011 in werking getreden. Het Barro, zoals de afkorting luidt, regelt de doorwerking van nationale belangen in bestemmingsplannen. Het Barro stelt eisen aan een bestemmingsplan daar waar het gaat om gebieden van nationaal belang, waaronder het IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). Op 1 oktober 2012 zijn er aanvullende regels in werking getreden in het Barro. In artikel 2.12 worden eisen voor het IJsselmeergebied gegeven als het gaat om uitbreidingsruimte. Voorgeschreven wordt dat bestemmingsplannen geen nieuwe bebouwing of landaanwinning mogelijk maken. In figuur 2.1 is aan de donker blauwe omranding te zien waar ter hoogte van Urk geen nieuwe bebouwing of landaanwinning mogelijk is. Uitzonderingen worden gemaakt voor de gemeenten Amsterdam, Almere, Lelystad, Harderwijk, Gaasterlan-Sleat voor concreet omschreven projecten. Tevens wordt algemeen aangegeven dat voor natuurontwikkeling en andere bestemmingen dan natuurontwikkeling, aansluitend op bestaande bebouwing, een uitzondering gemaakt wordt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0301_0003.jpg"

Figuur 2.1 Grens IJsselmeergebied waar geen uitbreidingen mogelijk zijn (donker blauwe omranding)

Naast artikel 2.12 is ook artikel 2.11 "Primaire waterkeringen buiten het kustfundament" van belang voor dit bestemmingsplan. Binnen het bestemmingsplan is namelijk ook een primaire waterkering gelegen.

Uit toetsing van het plan aan beide artikelen blijkt dat wordt voldaan aan de in het Barro gestelde eisen. De primaire waterkering en de beschermingszone zijn in het plan aangegeven en er is geen sprake van uitbreidingsplannen binnen het IJsselmeergebied.

Conclusie

Bij de actualisatie van het bestemmingsplan wordt voldaan aan de in de SVIR genoemde opgaven voor het deelgebied Noordwest-Nederland. Ook aan de eisen die gesteld zijn in het Barro wordt voldaan.