direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijventerrein - 2
Plan: Havens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0301

Artikel 7 Bedrijventerrein - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1, 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen

met een milieucategorie   ter plaatse van de aanduiding  
1, en 2   bedrijven tot en met categorie 2  
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning;
  • c. kantoren behorende bij bedrijven;
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen;
  • e. bijbehorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

met uitzondering van:

  • f. een bevi - inrichting;
  • g. detailhandelsbedrijven;
  • h. bedrijven met activiteiten zoals bedoeld in artikel 7.2 lid 1 van de Wet milieubeheer;
  • i. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • j. vuurwerkbedrijven.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan op de plankaart aangegeven; als geen bebouwingspercentage is aangegeven geldt een bebouwingspercentage van 100%;
  • d. de afstand tussen bedrijfsgebouwen op één bouwperceel moet minimaal 4 m bedragen;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en de van de weg afgekeerde erfgrens moet minimaal 2 m bedragen;
  • f. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3;
  • g. bij een bedrijfswoning zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan met een goothoogte van niet meer dan 3 m, een bouwhoogte van niet meer dan 6 m en een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 50 m2.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en vrijstaande reclamezuilen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten behorende bij bedrijven mag niet meer bedragen dan 10 m.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de ontsluiting vanaf de weg en de situering van de bebouwing met het oog op:

  • a. het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein;
  • b. de eisen vanuit de sectorale milieu- en waterwetgeving;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

met dien verstande dat de gebruikswaarde van het bedrijf niet onevenredig wordt geschaad.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder

  • a. 7.2.1 onder b voor zover een maximale bouwhoogte van 10 m is toegestaan, een bouwhoogte van 12 m toestaan;
  • b. 7.2.2 onder b voor de bouw van antennes tot een bouwhoogte van niet meer dan 25 m.

7.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. De grootte van een perceel mag niet meer dan 750 m2 bedragen;
  • b. Per bedrijf mag het oppervlakte van bijbehorende kantoren niet meer bedragen dan 35% van de bedrijfsvloeroppervlakte, met een maximum van 1000 m2;
  • c. Gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie is niet toegestaan;
  • d. Productiegebonden detailhandel is toegestaan als nevenactiviteit waarbij niet meer dan 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt met een maximum van 100 m2.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 ten behoeve van de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen in ten hoogste een categorie hoger dan volgens de betreffende aanduiding is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Bedrijven genoemd in lid 7.1 onder f t/m j zijn niet toegestaan.