direct naar inhoud van 3.7 Waterparagraaf
Plan: Hooilanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2010Ho-0401

3.7 Waterparagraaf

3.7.1 Inleiding

Nederland is groot geworden door het leven met en de strijd tegen het water. In de 20e eeuw is, doordat er te weinig rekening is gehouden met het waterbelang, veel ruimte aan het water onttrokken en veel afvalwater direct geloosd op oppervlaktewater. Om de toekomst van Nederland veilig te stellen is het nodig om te anticiperen op klimaatsveranderingen en bij de ruimtelijke planvorming goed rekening te houden met water. De waterbeheerder heeft de taak, kennis en kunde om daar zorg voor te dragen. Daarom is het belangrijk om hem vroegtijdig te betrekken bij de planvorming. Het plangebied valt onder het beheergebied van het Waterschap Zuiderzeeland.

3.7.2 Huidige watersysteem

Oppervlaktewatersysteem

Het gebied Hooilanden bestaat uit verschillende peilvakken. Van west naar oost zijn dit: Urk 11 (gedeeltelijk) met als peil NAP -1,90 m, Urk 3 met als peil NAP -2,00 m, Urk 4 met als peil NAP -2,50 m, Urk 12 met als peil NAP -2,30 m en Urk 13 met NAP -2,75 als peil. Zie ook figuur Oppervlaktewatersysteem. Het oppervlaktewater binnen deze peilvakken bestaat uit een gedeelte van de watergang langs de Staartweg, enkele singels en de grote vijverpartij in Urk 13. Het oppervlak aan water is circa 2,5 ha. Het watersysteem is ingericht als een cascadesysteem waarbij de peilvakken in serie geschakeld zijn en er dus steeds afgevoerd wordt naar het lager gelegen peilvak. Dit gebeurt met behulp van vaste stuwen. Zie ook figuur Oppervlaktewatersysteem.

afbeelding "i_NL.IMRO.0184.BP2010Ho-0401_0008.jpg"

Figuur Oppervlaktewatersysteem

Rode figuren zijn stuwen waarover water wordt afgevoerd naar het lager gelegen peilvak.

Het watersysteem in Hooilanden wordt gevoed door bovenstroomse peilvakken die op hun beurt worden gevoed door inlaatwater vanuit het IJsselmeer. Hydraulisch gezien functioneert het systeem goed. De opstuwing is beperkt door de ruime dimensionering van het aanwezige water en de kunstwerken. Er is in de huidige situatie voldoende waterberging in het systeem om extreme neerslag te kunnen opvangen. In het kader van het Waterplan is berekend dat het stedelijk watersysteem voldoet aan de normen van wateroverlast die zijn afgesproken in het Nationaal Bestuursakkoord Water.

Voor het bepalen van eventueel benodigde berging is de afvoer uit de peilgebieden van belang. In de huidige situatie is gedimensioneerd op hydraulisch functioneren zonder dat daarbij de maximale afvoernorm van 1,5 l/s/ha in acht is genomen. Onduidelijk is of deze, bij de maatgevende afvoer, wordt overschreden.

Grondwater

Het gebied Hooilanden is een inzijgingsgebied. De maaiveldhoogte varieert van 1 m boven NAP in het westen tot ruim 2 m onder NAP in het zuiden. In het Waterplan is het noordwestelijke deel van Hooilanden, op de grens met De Noord, aangemerkt als gebied met grondwateroverlast. De precieze klachten en de oorzaken van de overlast zijn onbekend.

Oppervlaktewaterkwaliteit en ecologie

In het Waterplan is de waterkwaliteit op Urk in het algemeen gekarakteriseerd als matig tot slecht. Er worden hoge gehalten stikstof en fosfaat aangetroffen wat mogelijk de oorzaak is van overmatige algenbloei. Het zuurstofgehalte voldoet niet overal aan de norm, waardoor vissterfte kan optreden. Oorzaken van de mindere waterkwaliteit zijn achterstallig baggeronderhoud en overstortingen vanuit het gemengde rioolstelsel. Om de waterkwaliteit te verbeteren wordt het systeem doorgespoeld met IJsselmeerwater. Het water dat wordt gebruikt voor de doorspoeling wordt afgevoerd naar de Urkervaart en van daaruit weer opgepompt naar het IJsselmeer.

De ecologische waterkwaliteit in Hooilanden scoort onvoldoende. Dit blijkt uit een veldinventarisatie die in het kader van het Waterplan is uitgevoerd. De baggerachterstand en de waterkwaliteit belemmeren dieren en planten zich te vestigen in en langs het watersysteem. Ook de oeverinrichting van de singels en vijvers vormt een beperkende factor. Deze is vaak steil en met harde beschoeiing afgezet. Hierdoor zijn weinig ondieptes te vinden waar planten en dieren zich kunnen vestigen en ontwikkelen.

Riolering

Heel Hooilanden is gerioleerd met een gemengd stelsel. Het stelsel heeft drie overstorten (Pyramideweg 2, De Akkers en Rotholm). Het systeem voldoet nog niet aan de basisinspanning. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (2003-2007) is daarom in de aanleg van een bergbezinkbassin voorzien (Waaiershoek, 530 m3).

3.7.3 Toekomstig watersysteem

Oppervlaktewatersysteem

Het watersysteem moet invulling geven aan de trits 'vasthouden, bergen en afvoeren'. Dit betekent een systeem zonder hydraulische knelpunten en met voldoende berging om pieken in neerslag en afvoer op te vangen.

In de toekomst zal in het gebied door stedelijke herstructureringen en rioolvervanging de werking van het watersysteem enigszins kunnen veranderen. De effecten hiervan voor waterkwantiteit en waterkwaliteit moeten worden geanalyseerd. Recentelijk is in het kader van plannen tot afkoppeling van verhard oppervlak op Urk, een nieuwe bergingsberekening uitgevoerd. Hieruit blijkt dat door het afkoppelen in de deelwijken De Reede en Top het systeemgedrag enigszins verslechtert (zie tabel Toetsing aan de normhoogten). Urk 13 zit een paar centimeter boven de normhoogte.

Grondwater

De klachten met betrekking tot grondwater moeten worden opgelost. Daarvoor moet eerst gedefinieerd worden wanneer sprake is van grondwateroverlast en of dit in Hooilanden daadwerkelijk aanwezig is.

Waterkwaliteit

In Hooilanden moeten maatregelen getroffen worden om de overstorten uit de gemengde riolering en de stankoverlast terug te dringen. Ook de waterbodem dient te worden gebaggerd zodat de waterkwaliteit kan verbeteren door verminderde nalevering van nutrienten uit de baggerlaag. In het Waterplan is als maatregel opgenomen de hoeveelheid inlaatwater te verminderen. Hiervoor is het van belang eerst de bagger te verwijderen. Andere maatregelen zijn het vasthouden en benutten van schoon regenwater in de grachten en het afkoppelen van relatief schone oppervlakken. Voor een nadere beschrijving van maatregelen wordt verwezen naar het Waterplan en de notitie “Inlaatbeheer Urk”, Grontmij 2007.

Riolering

In Hooilanden, in de deelwijken Top en De Reede, zullen in de nabije toekomst stedelijke herstructureringen plaatsvinden. Hierbij zal ook de huidige riolering vervangen moeten worden daar deze door verzakkingen op veel plaatsen niet meer aan de huidige eisen voldoet. Dit biedt kansen voor het aanpakken van de huidige overstorten uit de gemengde riolering en voor het ombouwen van het gemengde stelsel tot een gescheiden stelsel. Uitgangspunt hierbij is dat de afvoer van stedelijk water niet zal toenemen. Indien de afvoer groter is dan de maximale afvoernorm van 1,5 l/s/ha zullen ontwikkelingen aangegrepen worden om de afvoer te beperken tot deze norm.

3.7.4 Conclusie

Veel van de eerdergenoemde zaken worden niet via een bestemmingsplan geregeld. In het bestemmingsplan kan wel een waterbestemming opgenomen worden voor watergangen en waterpartijen, zoals ook in dit bestemmingsplan is gebeurd. Tevens kunnen, voor zover van toepassing, beschermingszones opgenomen worden. Binnen dit bestemmingsplan is dat niet nodig.

Bij herstructureringslocaties zal aandacht moeten zijn voor het afkoppelen en eventueel bergen van water.