direct naar inhoud van Artikel 6 Buitenplaats
Plan: Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.klkernen201200001-va01

Artikel 6 Buitenplaats

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Buitenplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding en het beheer van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van waterpartijen, tuinen, parken, bossen en weilanden in combinatie met wonen;
  • b. wonen uitsluitend ter plaatse van een bestaande woning;
  • c. kantoren;
  • d. bestaande gastenverblijven;
  • e. ondergeschikte recreatieve, horeca-, educatieve en maatschappelijke activiteiten en detailhandel in de vorm van een landgoedwinkel;
  • f. werkplaatsen ten behoeve van het onderhoud van het landgoed;
  • g. agrarisch gebruik van cultuurgronden;
  • h. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van het monument ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden;

met bijbehorende voorzieningen zoals:

  • i. wegen en paden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. water en voorzieningen voor de waterhuishouding
  • m. tuinen en erven;
  • n. openbare nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1

Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 6.1 omschreven bestemming en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen de rooilijn niet overschrijden;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan 115% van de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • c. het bebouwingspercentage ten opzichte van het bouwperceel bedraagt niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage.
6.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. er zijn uitsluitend vergunningsvrije erf- en perceelafscheidingen toegestaan overeenkomstig artikel 2 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan), met dien verstande dat bestaande erf- en perceelafscheidingen eveneens zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 3 m.
6.2.3

Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 30 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 6.2.1 sub a, met dien verstande dat de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m dient te bedragen;
  • b. artikel 6.2.1 sub b, voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15 %;
  • c. artikel 6.2.1 sub c voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering en eventuele woonfunctie ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en stallingsruimte;
  • d. artikel 6.2.2 sub a en b tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en 15 m voor overige bouwwerken.