direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.klkernen201200001-va01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de, als bijlage bij de planregels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. een aannemersbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';
  • c. een aannemersbedrijf met houtbewerking ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf met houtbewerking', met dien verstande dat de houtbewerkingactiviteiten inpandig plaatsvinden;
  • d. een handelsbedrijf in veevoeders ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in veevoeders';
  • e. een installatiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf';
  • f. een landbouwmechanisatiebedrijf met bijbehorende ondergeschikte detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatie';
  • g. een landbouwmechanisatie en autobedrijf met bijbehorende ondergeschikte detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatie en autobedrijf;
  • h. een metaalbedrijf < 2.000 m2 b.v.o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbedrijf < 2.000 m2 b.v.o., met dien verstande dat de metaalbewerkingsactiviteiten inpandig plaatsvinden;
  • i. een metaalbedrijf < 4.000 m2 b.v.o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbedrijf < 4.000 m2 b.v.o., met dien verstande dat de metaalbewerkingsactiviteiten inpandig plaatsvinden;
  • j. productiegebonden detailhandel;
  • k. internetwinkels;
  • l. kantoren;
  • m. dienstverlening;
  • n. wonen ten behoeve van een bedrijf, uitsluitend ter plaatse van een bestaande bestaande bedrijfswoning of ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat maximaal het bestaande aantal bedrijfswoningen is toegestaan dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • o. verkeer en verblijfsvoorzieningen;
  • p. parkeervoorzieningen;
  • q. groenvoorzieningen en water;
  • r. openbare nutsvoorzieningen;
  • s. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van het monument ter plaatsen van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

met bijbehorende bouwwerken, (parkeer)voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

5.1.2

Onder de bedrijfsactiviteiten zijn het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumentenverkoop, niet begrepen.

5.1.3

In de bestemming zijn niet toegestaan:

  • a. risicovolle inrichtingen;
  • b. geluidzoneringsplichtige inrichtingen op grond van de Wet geluidhinder;
  • c. m.e.r. plichtige en m.e.r. -beoordelingplichtige inrichtingen,

anders dan bestaande bedrijven als bedoeld in artikel 5.1.1 sub a tot en met i.

5.2 Bouwregels
5.2.1

Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 5.1.1 omschreven bestemming en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. voor zover een bouwvlak is opgenomen, dienen gebouwen binnen dit bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. voor zover geen bouwvlak is opgenomen mogen de gebouwen de rooilijn niet overschrijden;
  • c. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte, met dien verstande dat voor zover de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' niet is opgenomen bedragen de goot- en bouwhoogte maximaal 115% van de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • d. voor zover geen bouwvlak is opgenomen bedraagt het bebouwingspercentage niet meer dan 70% van het bouwperceel, dan wel ten hoogste het bestaande percentage indien dat meer bedraagt;
  • e. op ieder bouwperceel dient voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's te zijn aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plekke.
5.2.2

In aanvulling op het bepaald in artikel 5.2.1 gelden voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen de rooilijn niet overschrijden;
  • b. de gebouwen mogen zowel aangebouwd als vrijstaand worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bij een bedrijfswoning behorende bijgebouwen mag niet meer dan 75 m2 bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen bij een bedrijfswoning bedragen maximaal 3,5 m respectievelijk 6 meter.
5.2.3

In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 5.2.1 en 5.2.2 bedraagt de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 3 meter dan wel tenminste de afstand van het bestaande gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens indien deze minder bedraagt.

5.2.4

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties en lichtmasten bedraagt maximaal 8 m;
  • b. er zijn uitsluitend vergunningsvrije erf- en perceelafscheidingen toegestaan overeenkomstig artikel 2 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan), met dien verstande dat bestaande erf- en perceelafscheidingen eveneens zijn toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 5 m.
5.2.5

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 30 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.2.1 sub b, met dien verstande dat de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m dient te bedragen;
  • b. artikel 5.2.1 sub c, voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15 %;
  • c. artikel 5.2.1 sub d voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering en eventuele woonfunctie ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en stallingsruimte;
  • d. artikel 5.2.1 sub e en toestaan dat de parkeer- of stallingsruimte beperkt wordt, indien in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij de verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;
  • e. artikel 5.2.3 met dien verstande dat de afstand tot de naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt; artikel 5.2.4 sub b en c tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en 15 m voor overige bouwwerken.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, voor zover niet toegestaan op basis van artikel 5.1.1;
  • c. vuurwerkbedrijven;
  • d. opslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • e. detailhandel anders dan detailhandel genoemd in de bestemmingsomschrijving.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  • a. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
5.5.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1.1 voor het toestaan van detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen met dien verstande dat de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met milieuaspecten als geur, geluid en externe veiligheid.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in de naasthogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan ter plaatse is toegestaan, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk gesteld kan worden met een bedrijf van die naasthogere categorie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
  • b. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.