Plan: | Buitengebied, herziening 2013-2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20131003006-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening 2013-2' met identificatienummer NL.IMRO.0175.20131003006-vg01 van de gemeente Ommen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in Bijlage 1 waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van artikel 1.1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw én dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aanbouw, bijgebouw of recreatiewoning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin (een gedeelte van) een huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren en waarbij de bedrijfsvoering aanbod gericht is; nader te onderscheiden in:
een niet-industrieel bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven en/of het verwerken en/of opslaan van dieren of producten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, zoals een agrarisch hulp- en nevenbedrijf, een agrarisch loonbedrijf en een agrarisch handels- of exportbedrijf en/of het opfokken, trainen, africhten van en de handel in paarden, alsmede een pensionstalling met daaraan ondergeschikt het lesgeven in paardrijen aan derden.
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op de handel in en de export van producten uit agrarische sector en dat daartoe beschikt over faciliteiten ten behoeve van het vervoer, de opslag, de be- en verwerking of de afzet van agrarische producten zoals transport- en opslagbedrijven, koelhuizen en dergelijke.
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het verlenen van diensten en/of het toeleveren van zaai- en pootgoed, gewasbeschermingsmiddelen en/of andere producten en/of machines aan agrarische bedrijven en hoveniersbedrijven (agrarische handels- en exportbedrijven en agrarische loonbedrijven daaronder niet begrepen), inclusief verhuur van machines.
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur en/of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning al dan niet met deelruimte in een omvang die ondergeschikt is aan de woonfunctie.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein vereist is, ten dienste van staat.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
bouwwerken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) aangewezen Historische Buitenplaats, bestaande uit een huis, kasteel, buitenhuis of landhuis, met bijgebouwen, omgeven door tuinen en/of park.
een mobiel kampeermiddel dat kan worden aangemerkt als aanhangwagen in de zin van de Regeling Voertuigen.
gebouwen op verblijfsrecreatieve terreinen zoals een bedrijfswoning, een receptie, een kantine, een kampwinkel, een zwembad en soortgelijke gebouwen ten dienste van de bedrijfsvoering.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, sport en spel, natuurobservatie, natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen en waaronder tevens begrepen manege- en groepsaccommodatieactiviteiten.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, tuinartikelen, brand- en explosiegevaarlijke goederen en meubels.
de bouwlaag op de begane grond.
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorend bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning (of ander gebouw) dat in beginsel behoort tot de kavel waarop de woning is geplaatst, zoals blijkt uit de kadastrale gegevens.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een agrarisch aanverwant bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen, alsmede het opvan gen en stallen van paarden en/of pony’s in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar.
een gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf van groepen.
extensief kampeerterrein voor mobiele kampeermiddelen voor ten hoogste 100 (aaneengesloten) dagen in de periode 15 maart tot en met 31 oktober voor groepen met een sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke doelstelling.
de aanleg van natuurgebieden, zoals beschreven in het Natuurbeheerplan, van 5 ha of groter.
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie.
een horecabedrijf, die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Bij de openingstijden wordt aangesloten op de openingstijden van de winkels.
een horecabedrijf waar in hoofdzaak bedrijfsmatig overwegend ter plaatse bereide maaltijden worden verstrekt, al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende dranken, en die in het algemeen gedurende de avonduren zijn geopend.
een horecabedrijf waar in hoofdzaak bedrijfsmatige alcoholhoudende dranken worden verstrekt, al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van kleinere etenswaren en/of (al dan niet mechanische) muziek ten gehore wordt gebracht. Deze bedrijven hebben een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en de nacht.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
een voorziening met een dak en ombouw, al dan niet op palen, die gebruikt wordt voor de jacht;
kleine verblijven op palen die met een trap/ladder bereikbaar zijn en gebruikt worden voor de jacht.
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, op daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
als karakteristiek wordt beschouwd, een hoofdgebouw:
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie alsmede ten behoeve van outdoor-activiteiten en vergelijkbare activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
gebieden tussen 0,5 en 5 ha met groenvoorzieningen, beplantingen en kleinschalige natuurontwikkeling.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
een kampeerterrein bij een (voormalig) agrarisch bedrijf gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober.
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes, poelen en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers tot een oppervlak van 0,5 ha.
objecten zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b en l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een geheel of gedeeltelijk met bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen dat waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk is.
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik.
(overheids)voorzieningen op het gebied van openbaar bestuur en overheidsdiensten, levensbeschouwelijke organisaties, onderwijs, gezondheidszorg, veterinaire diensten en welzijnszorg, uitvaartverzorging, crematoria, mortuaria, begraafplaatsen, cultuur, religie, sport, openbare orde, veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca (kantine, foyer, en dergelijke) en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie n de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
objecten/functies die, gelet op hun aard en omvang, hinder ondervinden van inrichtingen, (spoor)wegen en bedrijven(bedrijfsactiviteiten), voor wat betreft aspecten als geluid, luchtkwaliteit, geur, stof, veiligheid en trillingen. De volgende objecten/functies zijn als milieugevoelig aan te merken:
bosbouw met een multifunctioneel karakter, gericht op natuur, productie en recreatie, vallend onder de Boswet.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
onderdelen van een bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan.
een onverhard, niet overdekt, en omheind terrein al dan niet voorzien van lichtmasten met een andere ondergrond dan gras, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport, met dien verstande dat een tredmolen hieronder niet is begrepen;
een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) inclusief aan-huis-gebonden beroep;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
extensieve, verspreide dagrecreatie.
een stacaravan welke niet op het maaiveld hoeft te staan dat voldoet aan de volgende kenmerken:
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving; voor het bepalen van de sterke gebiedskenmerken moet gebruik gemaakt worden van het Landschapsontwikkelingsplan Ommen en het Inspiratieboek ruimtelijke kwaliteit, waarin de sterke gebiedskenmerken per (deel)gebied zijn beschreven.
standplaats waar gedurende meerdere aaneengesloten maanden hetzelfde kampeermiddel, niet zijnde een stacaravan, is/wordt geplaatst.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze regels onderdeel van de regels uitmaakt.
een kampeermiddel dat voldoet aan de volgende kenmerken:
bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het verbeteren van de productie en arbeidsomstandigheden en ten behoeve van het matigen van weersinvloeden ter ondersteuning van de vollegronds-groenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierteelt en/of bloembollenteelt, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden tussen hoge en lage (tot 2 m) teeltondersteunende voorzieningen en tussen tijdelijke en permanente teeltondersteunende voorzieningen.
een recreatieve verblijfplaats met vaste wanden en een dak van tentzeil dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een standplaats die bedoeld is voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een houten blokhut dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/ in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of paden behorende bermen en zijkanten en bermsloten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig gebruikte parkeerterreinen.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
de perceelsscheiding van een bouwperceel, niet gelegen aan de voor- of achterzijde van het perceel.
de opvang van volwassenen, gehandicapten, gedetineerden, moeilijk opvoedbare jeugd of zorgbehoeftige ouderen, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.1.5 De afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van aanduiding ‘relatie’ met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwvlak | Permanente TOV | Tijdelijke TOV | ||||||||
hoog |
laag | hoog | laag | |||||||
Aansluitend op het bouwvlak | N | R (max. 2 ha.) | R | R | ||||||
Buiten het bouwvlak | N | N | R (max. 0,5 ha.) | R |
R: rechtstreeks toelaatbaar
N: niet toelaatbaar
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1 gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen( inclusief aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bedrijfswoningen( inclusief aan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' | twee-aaneenge-bouwde woningen | 600 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m² | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | 5,5 m | 12 m | ||
voedersilo's | 15 m | ||||
mestsilo's | 6 m | 10 m | |||
omheining van een paardenbak | 2 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
lichtmasten | 6 m | ||||
veldschuren | bestaand** | bestaand** | bestaand** | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m | ||||
sleufsilo's | 2 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Voor een bedrijfswoning die aangeduid is als plattelandswoning gelden dezelfde bouwregels, dezelfde mogelijkheden om af te wijken van de bouwregels en dezelfde wijzigingsbevoegdheden als voor een bedrijfswoning.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder g en toestaan dat er een tweede agrarische bedrijfswoning wordt opgericht ten dienste van een volwaardig agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder g ten behoeve van het vergroten van de inhoudsmaat van bedrijfswoningen, teneinde het mogelijk te maken dat de inhoud van de woning inpandig wordt vergroot tot 1.000 m³, zulks ten behoeve van de huisvesting van een tweede arbeidskracht, of een rustende boer met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder d, uitsluitend en voor zover de gronden tevens zijn bestemd tot 'Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid', teneinde het mogelijk maken van foliebassins en mestzakken op een grotere afstand dan 50 m van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2onder g:
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 200 | ||
veearts/hoefsmederij | - | 200 | ||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | 1.200 | 200 | ||
kano- boot- of fietsenverhuur | - | 100 | ||
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | - | 100 |
Tabel 1: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Voor een bedrijfswoning die aangeduid is als plattelandswoning gelden behalve de gebruiksmogelijkheid tot het wonen in een plattelandswoning inclusief het gebruik van tuinen en erven door een derde, dezelfde overige gebruiksregels als voor een bedrijfswoning.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 2, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |||||||
WR-LO1
(art. 20) |
WR-LW2 (art. 21) | WR-NR3
(art. 29) |
WR-RN4
(art. 30) |
LOG 5
(art. 35.3) |
||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||||||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel | A | A | N | N | A | - | 200 | |||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | A | N | A | A | - | 200 | |||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | A | A | N | - | 500 | |||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | N | A | A | - | 200 | |||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | R | R | A | A | R | 1.200 | 200 | |||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | A | A | A | N | 500 | 200 | |||
kano- boot- of fietsenverhuur | R | R | A | A | N | - | 100 | |||
recreatief nachtverblijf | A | A | A | A | N | - | 300 | |||
groepsaccommodatie | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
overige dienstverlening | ||||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
tentoonstellingsruimte/museum | A | A | A | A | N | 500 | 200 | |||
dierenpension; hondenfokkerij | A | A | N | A | N | 500 | 200 |
Tabel 2: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
1 WR-LO = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid
2 WR - LW = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke waarden
3 WR-NR = Waarde - Natuurgebied met recreatieve waarden
4 WR-RN = Waarde - Rivieroevers met natuurwaarden
5 LOG = Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden / bebouwingin gebruik voor nevenfunctie | ||
Paardenstalling/exploitatie paardenkoets | 500 | ||
Recreatief nachtverblijf | 500 | ||
hotel (maximaal 10 kamers) | 500 | ||
tentoonstellingsruimte; museum | 1.000 | ||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang) | 500 | ||
natuur- en milieueducatie, rondleidingen | 500 |
Tabel 3: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van het vergroten van agrarische bouwvlakken het plan te wijzigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de verschuiving van agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één compensatiewoning binnen bouwvlakken van agrarische bedrijven met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van de realisatie van kleinschalige groengebieden de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Groen', met inachtneming van het volgende:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van bijvoorbeeld de realisatie van de EHS of de aanleg van robuuste verbindingszones, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' met bouwvlak te wijzigen in 'Wonen - VAB', met inachtneming van het volgende :
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen binnen agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'intensieve veehouderij' van de verbeelding te verwijderen, indien de intensieve veehouderijtak op het agrarisch bedrijf beëindigd is en andere agrarische activiteiten (grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw) doorgang vinden.
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties ter plaatse van agrarische bouwvlakken zoals opgenomen in tabel 4, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar |
|||||
WR-LO1
(art. 20) |
WR-LW2 (art. 21) | WR-NR3
(art. 29) |
WR-RN4
(art. 30) |
|||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | N | N | N | ||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W* | W | W | W | ||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | W | N | N | ||
veearts/hoefsmederij | W* | W | W | W | ||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W* | W | W | W | ||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | W | N | N | ||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | W | N | N | ||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | W | N | N | ||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||
paardenstalling /paardenpension | N | W | W | N | ||
dagrecreatie (inclusief kleinschalige horeca-gelegenheid zonder verblijf | W* | W | W | W | ||
overige dienstverlening | ||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W | W | N | N | ||
dierenpension; hondenfokkerij | W | W | N | N |
* niet toelaatbaar indien en voor zover ter plaatse van de aanduiding 'Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' geldt
Tabel 4: Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
1 WR-LO = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid
2 WR - LW = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke waarden
3 WR-NR = Waarde - Natuurgebied met recreatieve waarden
4 WR-RN = Waarde - Rivieroevers met natuurwaarden
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden / bebouwingin gebruik voor nevenfunctie | ||
Restaurant | 500 | ||
Kantoor (zonder baliefunctie, maximaal 50 medewerkers) | 500 | ||
Conferentieaccommodatie | 1.000 |
Tabel 5: Niet-agrarische nevenfuncties na planwijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van het toestaan van kleinschalige waterberging, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
WR-LO1
(art. 20) |
WR-LW2 (art. 21) | WR-NR3
(art. 29) |
WR-RN4
(art. 30) |
LOG 5
(art. 35.3) |
|||||
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | R | O | O2) | O | R | ||||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | R | R | O2) | R | R | ||||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O | O | O | O | O | ||||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | R | O | O2) | O | R | ||||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | O | O | O | O | ||||
aanleg kavelpaden | R | R | O | R | R | ||||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | R | O | O | O | R | ||||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | R | O | O | O2) | R | ||||
aanleg van nutsvoorzieningen | R | R | R | R | R |
Tabel 6: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
1 WR-LO = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid
2 WR - LW = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke waarden
3 WR-NR = Waarde - Natuurgebied met recreatieve waarden
4 WR-RN = Waarde - Rivieroevers met natuurwaarden
5 LOG = Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied
Het in 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.7.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Agrarisch - Exportwegerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch - Exportwegerij' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 4.2.1 gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen( inclusief aan- en uitbouwen) | één | 750 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m² | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage | 5,5 m | 10 m | ||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
lichtmasten | 6 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 200 | ||
veearts/hoefsmederij | - | 200 | ||
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | - | 100 |
Tabel 7: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 8, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||||||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | - | 500 | |||||||
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | - | 500 | |||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 | |||||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel en [aardenhandel | A | - | 200 | |||||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | - | 200 | |||||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 | |||||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 | |||||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 | |||||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets / paardenpension) | R | 1.200 | 200 | |||||||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | 500 | 200 | |||||||
kano- boot- of fietsenverhuur | R | - | 100 | |||||||
recreatief nachtverblijf | A | - | 300 | |||||||
groepsaccommodatie | A | - | 200 | |||||||
overige dienstverlening | ||||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | - | 200 | |||||||
tentoonstellingsruimte/museum | A | 500 | 200 | |||||||
dierenpension; hondenfokkerij | A | 500 | 200 |
Tabel 8: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties ter plaatse van agrarische bouwvlakken zoals opgenomen in tabel 9, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
|||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W | |||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | |||||
veearts/hoefsmederij | W | |||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | R |
Tabel 9: Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 5.2.1 gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen( inclusief aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m² | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | 5,5 m | 10 m | ||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
lichtmasten | 6 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 200 | ||
veearts/hoefsmederij | - | 200 | ||
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | - | 100 |
Tabel 10: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Voor een woning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' gelden dezelfde gebruiksregels als voor een bedrijfswoning, met dien verstande dat tevens een aan-huis-gebonden beroep is toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 11, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |||||||
WR-LO1
(art. 20) |
WR-LW2 (art. 21) | WR-NR3
(art. 29) |
WR-RN4
(art. 30) |
LOG 5
(art. 35.3) |
||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||||||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
veehandelsbedrijven en foeragehandel | A | A | N | N | A | - | 200 | |||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | A | N | A | A | - | 200 | |||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | A | A | N | - | 500 | |||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | N | A | A | - | 200 | |||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||||||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | A | A | A | N | 500 | 200 | |||
kano- boot- of fietsenverhuur | R | R | A | A | N | - | 100 | |||
recreatief nachtverblijf | A | A | A | A | N | - | 300 | |||
groepsaccommodatie | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
overige dienstverlening | ||||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
tentoonstellingsruimte/museum | A | A | A | A | N | 500 | 200 | |||
dierenpension; hondenfokkerij | A | A | N | A | N | 500 | 200 |
Tabel 11: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
1 WR-LO =
Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid
2 WR - LW =
Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke waarden
3 WR-NR =
Waarde - Natuurgebied met recreatieve waarden
4 WR-RN =
Waarde - Rivieroevers met natuurwaarden
5 LOG =
Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties ter plaatse van agrarische bouwvlakken zoals opgenomen in tabel 12, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
|||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W | |||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | |||||
veearts/hoefsmederij | W | |||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | R |
Tabel 12: Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 6.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | bestaand + 15% | 5,5 m | 10 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen' - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de categorieën ingevolge de Staat van Bedrijfsactiviteiten, teneinde:
De voor 'Bedrijf - Gasontvangststation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - Gasontvangststation' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 8.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | bestaand + 15%, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' | 5,5 m | 10 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 10 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | bestaand + 15%, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' | 5,5 m | 10 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Het is strijdig om de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden te gebruiken ten dienste van een justitiële inrichting, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'justitiële inrichting'.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Max. bouwhoogte (m) | |||||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden | Toelaatbaar | ||
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O2) | ||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | O2) | ||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O2) | ||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O2) | ||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||
aanleg kavelpaden | O | ||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O2) | ||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel 14: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
O2) Geen omgevingsvergunningplicht indien de betreffende werken en werkzaamheden passen binnen de doeleindenomschrijving van de bestemming ‘Natuur’ of worden genoemd in een beheersplan voor de betreffende natuurgebieden.
Het in 11.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.3.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Max. aantal per bouwvlak | Max. aantal | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen) | het aantal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | ||
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | |||
recreatiewoningen (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en kelders) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewonningen' | 300 m3 per recreatiewoning, incl. bergingen tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)' | 3 m | 6 m | ||
stacaravans | 60 m2 (inclusief bergingen en overkappingen) | 3,75 m | ||||
bergingen en overkappingen bij stacaravans en recreatiewoningen | 1 per accommodatie | 6 m2 | 3,75 m | |||
trekkershut tenthuisje |
10% van het aantal standplaatsen, gezamenlijk voor trekkershut en tenthuisje | 28 m2 36 m2 |
3,3 m 3,3 m |
|||
bedrijfsgebouwen | Bestaand + 25% | 5,5 m | 10 m | |||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
|||||
speel- en sporttoestellen | 12 m | |||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het ontwerp van de bebouwing en de landschappelijke inrichting, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning, met uitzondering van een bedrijfswoning.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.2 sub a ten behoeve van het overschrijden van het bouwvlak met maximaal 25 m indien dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.2 sub i van het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen door het toestaan van een uitbreiding van 50% in plaats van de bij recht toegestane uitbreiding van 25%, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de onderlinge afstand tussen stacaravans/recreatieverblijven, wanneer het desbetreffende terrein kan worden ingedeeld in brandcompartimenten. Voldaan dient te worden aan het gestelde in de gemeentelijke Brandbeveiligingsverordening .
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.2 sub i voor het vergroten van een overkapping bij een recreatiewoning tot maximaal 15 m2, met inachtneming van het volgende:
In aanvulling van het bepaalde in 12.5.2 kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen door het toestaan van een uitbreiding tot 75% van het bestaande oppervlak, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.2 sub i ten behoeve van het overschrijden van de maximale bouwhoogte voor speel- en sporttoestellen, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het gebruik van een verblijfsrecreatief terrein, zodanig dat er naast kampeermiddelen, stacaravans, trekkershutten, tenthuisjes en met uitzondering van recreatiewoningen en groepsaccommodaties ook andere en vernieuwende vormen van verblijfsrecreatieve middelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf aanwezig mogen zijn, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van de bouw van een tweede bedrijfswoning op gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' het plan te wijzigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van artikel 3.6 Wro bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van een nieuw bouwvlak of het vergroten of verschuiven van een bestaand bouwvlak op verblijfsrecreatieve terreinen, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 12.8 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De in lid 12.8 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van een inrichtingsplan kan aantonen dat elders op het verblijfsrecreatieve terrein compensatie plaatsvindt van de verloren natuur- of landschapswaarden als gevolg van de uitgevoerde werken of werkzaamheden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van een schuilhut ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - schuilhut'.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 8 m.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend ten dienste van de waterhuishouding, alsmede bruggen, duikers en keerwanden geldt de volgende regel:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 16.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' | twee-aaneen-ge-bouwde woningen | 600 m3 | 4,5 m | 10 m | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kleine woning' | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' | 250 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen behorend bij een woning voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kleine woning' | 50 m2 | 4 m | 6 m | ||
overige woningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen' - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2.2 sub c ten behoeve van die gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.3.1 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in Bijlage 2 andere landschapsmaatregelen wordt getroffen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden direct grenzend aan een woonperceel te betrekken bij de bestemming 'Wonen' ten behoeve van een optimale inrichting van het perceel, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 17.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' | twee-aaneen-ge-bouwde woningen | 600 m3 | 4,5 m | 10 m | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kleine woning' | één, tenzij anders op de verbeelding aangegeven. | 250 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen behorend bij een woning voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kleine woning' | 50 m2 | 4 m | 6 m | ||
overige woningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders op de verbeelding aangegeven. | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen' - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.2.2 sub c ten behoeve van vervangen danwel beperkt uitbreiden van bestaande bebouwing of vergroting van de woning, met inachtneming van het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 15, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |||||||
WR-LO1
(art. 20) |
WR-LW2 (art. 21) | WR-NR3
(art. 29) |
WR-RN4
(art. 30) |
LOG 5
(art. 35.3) |
||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||||||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | N | N | A | - | 500 | |||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel | A | A | N | N | A | - | 200 | |||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | A | N | A | A | - | 200 | |||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | A | A | N | - | 500 | |||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | A | N | A | A | - | 200 | |||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | R | R | A | A | R | 1.200 | 200 | |||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | A | A | A | N | 500 | 200 | |||
kano- boot- of fietsenverhuur | R | R | A | A | N | - | 100 | |||
recreatief nachtverblijf | A | A | A | A | N | - | 300 | |||
groepsaccommodatie | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
overige dienstverlening | ||||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | A | A | A | N | - | 200 | |||
tentoonstellingsruimte/museum | A | A | A | A | N | 500 | 200 | |||
dierenpension; hondenfokkerij | A | A | N | A | N | 500 | 200 |
Tabel 15: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
1 WR-LO = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid
2 WR - LW = Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke waarden
3 WR-NR = Waarde - Natuurgebied met recreatieve waarden
4 WR-RN = Waarde - Rivieroevers met natuurwaarden
5 LOG = Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden / bebouwingin gebruik voor nevenfunctie | ||
Paardenstalling/exploitatie paardenkoets | 500 | ||
Recreatief nachtverblijf | 500 | ||
hotel (maximaal 10 kamers) | 500 | ||
tentoonstellingsruimte; museum | 1.000 | ||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang) | 500 | ||
natuur- en milieueducatie, rondleidingen | 500 |
Tabel 16: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen - VAB' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' ten behoeve van een tweede agrarische bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen - VAB' ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden direct grenzend aan een woonperceel te betrekken bij de bestemming 'Wonen - VAB' ten behoeve van een optimale inrichting van het perceel, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties zoals opgenomen in tabel 17, uitsluitend en voor zover de gronden tevens zijn bestemd tot 'Waarde - Landgoed', met inachtnemening van het volgende:
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden / bebouwingin gebruik voor nevenfunctie | ||
Restaurant | 500 | ||
Kantoor (zonder baliefunctie, maximaal 50 medewerkers) | 500 | ||
Conferentieaccommodatie | 1.000 |
Tabel 17: Niet-agrarische nevenfuncties na planwijziging
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen, mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming 'Leiding - Gas'.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan, met dien verstande dat de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten, worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2 en toegestaan worden dat de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder(s).
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 18.4 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De in lid 18.4 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien:
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het beheer en instandhouding van hoogspanningsleiding met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' voorrang krijgt.
In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen, mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming 'Leiding - Hoogspanning'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2 m bedragen.
Bij omgevingsvergunning kan, met dien verstande dat de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten, worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.2 en toegestaan worden dat de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder(s).
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 19.4 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De in lid 19.4 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien:
De voor 'Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke openheid' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op de in lid 20.1 aangewezen gronden zijn bouwwerken toegelaten overeenkomstig de regels van de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen.
De voor 'Waarde - Agrarisch gebied met landschappelijke waarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op de in lid 21.1 aangewezen gronden zijn bouwwerken toegelaten overeenkomstig de regels van de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 22.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in artikel 22.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Alvorens het burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.3.1, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Het is verboden op of in de in artikel 22.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van artikel 22.5.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in artikel 22.5.1, is niet van toepassing, indien:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 23.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in lid 23.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 23.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 23.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door :
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 24.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in lid 24.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Het is verboden op of in de in lid 24.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 24.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 24.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door :
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van de cultuurhistorisch ruimtelijke structuur, het historische bebouwingsbeeld en overige ruimtelijke elementen, zoals omschreven in het betreffende aanwijzingsbesluit van het beschermd dorpsgezicht 'Ommerschans - Balkbrug', zoals opgenomen in Bijlage 3 van deze regels.
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ter voorkoming van onevenredige aantasting van het beschermd dorpsgezicht en de beeldbepalende panden.
Het is verboden op of in de in lid 25.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 25.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door deze werken of werkzaamheden, dan wel de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de waarden van het beschermd dorpsgezicht.
De voor 'Waarde - EHS' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden.
De belangen van de dubbelbestemming 'Waarde - EHS' zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van een in Artikel 12 ('Recreatie - Verblijfsrecreatie') opgenomen afwijkingsbevoegdheid dient advies te worden gevraagd aan een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied.
De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de instandhouding en het samenhangende beheer van de landgoederen, alsmede voor behoud en versterking van de landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden, alsmede secundair voor de andere op deze gronden liggende bestemmingen.
Op de in lid 27.1 aangewezen gronden zijn bouwwerken toegelaten overeenkomstig de regels van de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen.
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden.
Op de in lid 28.2 aangewezen gronden zijn bouwwerken toegelaten overeenkomstig de regels van de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen.
Het is verboden op of in de in lid 28.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 28.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door deze werken of werkzaamheden, dan wel de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de waarden van de voorkomende waardevolle landschapswaarden.
De voor 'Waarde - Natuurgebied met recreatieve waarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op de in lid 29.1 aangewezen gronden zijn bouwwerken toegelaten overeenkomstig de regels van de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen.
De voor 'Waarde - Rivieroevers met natuurwaarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op de in lid 30.2 aangewezen gronden zijn bouwwerken toegelaten overeenkomstig de regels van de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen - mede bestemd voor de waterhuishouding, waaronder begrepen de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging alsmede dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Op de in lid 31.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, mits het waterstaatsbelang en het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning, als genoemd in lid 31.3.1 te beslissen ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de rivier en de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor de situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie geldt het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.1, met inachtneming van het volgende:
Ten aanzien van bestaande afstanden en andere maten geldt het volgende:
Bij een omgevingvergunning kan worden afgeweken van de herbouw op dezelfde plaats zoals bepaald in lid 33.2.1 onder b, met inachtneming van het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.3.1, mits de (ver)bouw van woningen niet leidt tot onevenredige beperkingen voor de betreffende agrarische bedrijven.
Indien sprake is van (her)bouw van geluidsgevoelige objecten in een zone langs een (spoor)weg als bedoeld in de Wet geluidhinder mag de afstand tot deze (spoor)weg niet worden verkleind.
De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden door tot het hoofdgebouw behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen die direct aan het hoofdgebouw worden aangebouwd, mits de overschrijding niet meer dan 1,2 m bedraagt, met dien verstande dat:
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' geldt dat die gronden - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) en aanduidingen - tevens beschermd zijn voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de kwaliteit van het grondwaterbeschermingsgebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - intrekgebied' geldt dat die gronden - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) en aanduidingen - tevens beschermd zijn voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de kwaliteit van het intrekgebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen in lid 3.1, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 5.3, 5.4, 5.5 en 16.6.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - gasontvangststation' zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een gasontvangstation.
In afwijking van het bepaalde bij bestemmingen, mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de zin dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Afwijkingen als bedoeld in lid 36.1.1 worden niet verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het maximaal aantal toegestane woningen ten behoeve van het onderbrengen van extra wooneenheden in monumenten en karakteristieke boerderijvormen die hoofdgebouwen zijn. Daarbij geldt het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale inhoudsmaat van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter karakteristiek hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid en het karakter van het hoofdgebouw niet wordt aangepast.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
Voor zover niet vergunningsvrij, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Een afwijking als bedoeld in 36.5.1 wordt slechts verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan ten behoeve van het toestaan van een paardenbak buiten het bouwvlak voor bestemmingen anders dan de bestemming 'Agrarisch' en 'Agrarisch - Paardenhouderij', met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten teneinde bij (bedrijfs)woningen behorende bijgebouwen te mogen gebruiken voor deze activiteiten, voor zover:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de samenvoeging van twee-aaneengebouwde woningen tot één woning, met dien verstande dat bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid het op de verbeeldingen aangegeven aantal woningen met één dient te worden verminderd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
Dit bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen en andere meerdaagse of regelmatig terugkerende activiteiten met een maximum van vijf evenementen per jaar en een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, mits, voor zover noodzakelijk, een vergunning op basis van de APV is verleend, en met dien verstande dat indien evenementen in een bestemming uitdrukkelijk zijn bestemd, het eerder gestelde maximum in aantal en in duur van evenementen niet geldt.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning eenmalig afwijken van lid 39.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 39.1 met maximaal 10%.
Lid 39.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 39.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 39.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 39.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2013-2.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Ommen in de vergadering van 30 oktober 2014.