Plan: | Experiment veegplan landelijk gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00594-VS01 |
het bestemmingsplan Experiment veegplan landelijk gebied van de gemeente Noordoostpolder;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0171.BP00594-VS01 met de bijbehorende regels (en bijlagen);
aan huis verbonden bedrijf: de in de Bijlage 2 Lijst van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
de uitoefening van een beroep (dan wel het verlenen van diensten) op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij in overwegende mate de woonfunctie blijft behouden en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
erf achter de lijn die een woning doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder de woning opnieuw te doorkruisen of in het erf achter de woning te komen;
aardappelen, groente en fruit;
een bedrijf, dat geheel of overwegend is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten, niet zijnde (bio)gas, of elektriciteit, door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van een paardenpension, manege en intensieve veehouderij;
een agrarische bedrijvigheid waarbij het gebruik van agrarische gronden ter plaatse noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van akkerbouwgewassen;
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of andere-bouwwerken;
achtererfgebied alsmede de grond onder de woning, uitgezonderd de grond onder de oorspronkelijke woning;
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een woning dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindende woning verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teelt ondersteuning voor - al dan niet bedekte - teelten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van bebouwing, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde bouwwerken zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een (gedeelte van een) terrein dat geschikt is gemaakt voor het begraven van overleden huisdieren;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een woning en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van die woning. Gronden met de bestemming 'Groen - Erfsingel' worden niet tot het erf gerekend.
vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het uitoefenen van een niet-agrarisch bedrijf dat is gericht op de inkoop, training en verkoop van honden;
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van maaltijden en dranken voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf), waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, theehuizen, broodjeszaken en dergelijke);
een tak van een agrarisch bedrijf dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waarbij de dieren in hoofdzaak worden gehouden in gebouwde huisvesting en waarbij het niet gaat om melkrundvee, schapen, paarden of geiten. Onder intensieve veehouderij wordt niet verstaan m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten als bedoeld in bijlagen C en D van het Besluit Milieueffectrapportage 1994;
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, niet zijnde een stacaravan;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
kamperen op een terrein bestemd voor niet meer dan 15 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening, al dan niet in combinatie met een ondergeschikte paardenhouderij en/of –pension;
ondergeschikt bestanddeel van de totale omvang van een bedrijf;
een voorziening ten dienste van een bedrijf, zoals een gas- en elektriciteitsbedrijf, dat opereert in een sector die beschouwd wordt van openbaar nut te zijn omdat het belangrijke producten of diensten ten nutte van het publiek levert;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een binnen hetzelfde bouwvlak gevestigd agrarisch bedrijf, die wordt bewoond door derden die geen functionele binding hebben met dat agrarische bedrijf;
teken waarmee op de plankaart wordt aangegeven dat de daardoor verbonden gebiedsdelen als één worden aangemerkt;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grotere afstanden, als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, en dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Experiment veegplan landelijk gebied;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
met het oog op het bepalen van het achtererfgebied aangegeven lijn op de verbeelding;
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied;
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden;
een deel van een woning dat als zelfstandig woonruimte wordt gebruikt voor één huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en berekend:
vanaf de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein tot de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeiboord of daarmede gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf de gemiddelde hoogte van aansluitende afgewerkte terrein tot het hoogste punt van het bouwwerk, aan dat bouwwerk bevestigde ondergeschikte delen, zoals ondergeschikte dakopbouwen, schoorstenen, vlaggenmasten en antennes niet meegerekend;
boven de gemiddelde hoogte van aansluitende afgewerkte terrein, tussen de buitenwerkse gevelvlakken, harten van scheidsmuren en dakvlakken, met inbegrip van erkers en dakkapellen, met inbegrip van kelders en souterrains;
de horizontale projectie van alle delen van het bouwwerk binnen de omtrekslijn;
ter hoogte van de bovenkant van de begane grondvloer, tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren.
3.2 Bouwregels
Binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak op de gronden als bedoeld in artikel 3.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij een agrarisch bedrijf behorende bebouwing.
Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
Onder die bebouwing zijn begrepen kassen, ten hoogste één bedrijfswoning, en één plattelandswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning', en daarbij behorende bijgebouwen.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd. Hieronder zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
bebouwing | maximum goothoogte | maximum bouwhoogte |
bedrijfsgebouwen | 8,5 m | 11 m |
kassen | 6 m | 10 m |
bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 6 m |
bouwwerken voor mestopslag | - | 6 m |
silo's | - | 20 m |
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn | - | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen | - | 2 m |
overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 4 m |
overige bouwwerken geen gebouw zijnde, buiten bouwvlak | - | 1,5 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2 en 3.4.3, ten behoeve van het bouwen van bij een agrarisch bedrijf behorende bebouwing, buiten het bouwvlak mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om tot een afstand van 42 meter ten opzichte van de achterzijde van het bouwvlak af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.1, ten behoeve van het bouwen van mestsilo's, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m en ten behoeve van het bouwen van sleufsilo's, spoel- en waterbassins, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
Het parkeren ten behoeve van de bestemming dient plaats te vinden binnen het erf.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit, mits:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het ophogen van gronden ten behoeve van het gebruik van gronden voor permanente bollenteelt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het gebruik van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het gebruiken van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen binnen een bouwvlak en uitsluitend als tweede tak, voor het volgende niet-agrarisch gebruik:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het bewerken en verwerken van mest met behulp van een mestvergistingsinstallatie ten behoeve van het verkrijgen van biogas, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Voormalige agrarische erven', met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak op de gronden als bedoeld in artikel 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming 'Bedrijf', waaronder is begrepen ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
maximum goothoogte | maximum bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen | 8,5 m | 11 m |
bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 6 m |
erf- of terreinafscheidingen | - | 2,5 m |
licht- en vlaggenmasten | - | 12 m |
overige andere bouwwerken | - | 4 m |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 en tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 Mogelijkheden nieuwe bedrijfsfuncties in vrijkomende (agrarische) gebouwen of die volgens Bijlage 1 Mogelijkheden nieuwe bedrijfsfuncties in vrijkomende (agrarische) gebouwen van een hogere categorie zijn, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:
De voor ' Bos ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbijbehorende:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 1,5 m mag bedragen.
De voor 'Groen - Erfsingel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Binnen deze bestemming mag niet gebouwd worden.
De voor 'Wonen - Voormalige agrarische erven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend gebouwd worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder b, ten behoeve van het uitsluitend binnen de aaneengesloten oorspronkelijke bebouwing, vergroten van de inhoud van de woonruimte tot de totale inhoud van die aaneengesloten bebouwing, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 1, ten behoeve van het gebruiken van gronden als standplaats voor ten hoogste 15 kampeermiddelen. Ten behoeve van dit afwijkende gebruik is het toegestaan om bovenop het bepaalde in 7.2.2 hierbij behorende, niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals sanitaire ruimten, en andere bouwwerken geen gebouw zijnde te bouwen tot een maximum van 50 m² met een maximale goothoogte van 3,5 m en een maximale hoogte van 6 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 1, ten behoeve van het gebruik van gebouwen uitsluitend als ondergeschikte nevenfunctie, voor
Bij het afwijken op grond van artikel 7.4.2 dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde gematigd' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aldaar verwachte of aanwezige archeologische waarden.
Op de gronden als bedoeld in lid 8.1 mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 8.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 8.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 50 cm is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en), een omgevingsvergunning vereist voor:
De in 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Het bepaalde in 8.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 8.3.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde gematigd' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken:
alsmede:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingsgrenzen in het plan te wijzigen, mits wordt aangetoond dat:
Voorts geldt dat de geldende oppervlakte van het bij de wijziging betrokken bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden verkleind of vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 14.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 14.1 met maximaal 10%.
Lid 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 14.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 14.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 14.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Experiment veegplan landelijk gebied'.