Ens-Oost, Fase 1

1.1 Algemeen

Het bestemmingsplan "Ens-Oost, Fase 1" is opgesteld om de continuïteit in de woningbouw in Ens in de nabije toekomst te waarborgen. Er zijn momenteel geen bouwmogelijkheden meer. Het gemeentebestuur heeft daarom het gebied oostelijk van de kern aangewezen voor de toekomstige dorpsuitbreiding. Omdat deze locatie niet in zijn geheel kan worden ontwikkeld is de locatie opgeknipt in drie deelgebieden. Voor deze drie deelgebieden is eerst een visie op hoofdlijnen ontwikkeld en vervolgens is een meer gedetailleerd ontwerp opgesteld voor het meest zuidelijk en tevens het eerste te realiseren deel. Dit bestemmingsplan voorziet in de juridisch-planologische regeling voor de toekomstige woningbouw in de eerste fase van het uitbreidingsgebied "Ens-Oost".

Voor het plangebied is een verkavelingsplan opgesteld voor in totaal 180 woningen, waarvan het eerste deel uit ± 115 woningen bestaat.

De stedenbouwkundige opzet sluit aan bij de huidige structuur van het bestaande dorp en het omringende landschap. In het plan zijn zowel rijenwoningen, halfvrijstaande woningen als vrijstaande woningen gesitueerd, waarbij qua woningtypologie is aangesloten bij de "Visie Woonplanning voor dorpen in Noordoostpolder" (2004).

Het bestemmingsplan "Ens-Oost, Fase 1" betreft de juridische planologische regeling van de toekomstige uitbreiding van de kern Ens. Het grootste deel van het plangebied vindt thans regeling in het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 2004", vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2005 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 28 maart 2006.

Het perceel Drietorensweg 21 is in dit plan opgenomen, mede omdat de op termijn voorgestane functieverandering van dit perceel gerelateerd is aan de uitbreiding van Ens.

Digitaal uitwisselbare en vergelijkbare ruimtelijke plannen

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten te digitaliseren. Dit betekent dat het verplicht is om een nieuw (bestemmings)plan in digitale vorm vast te stellen. Ook moet van het plan een analoge (papieren) versie worden vastgesteld. De digitale aspecten omvatten het in digitale vorm vaststellen, beschikbaar stellen, kenbaar maken en verbeelden. De digitaliseringsverplichting is 1 januari 2010 in werking getreden.

Ruimtelijke plannen moeten voor iedereen vergelijkbaar zijn. Voor bestemmingsplannen zijn daarom door de gezamenlijke DURP-partners de ro-standaarden voor de digitalisering (RO Standaarden en regels 2008) ontwikkeld. DURP is de afkorting voor Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen. Gezamenlijk vormen bovengenoemde standaarden een set afspraken om alle bestemmingsplannen vergelijkbaar te kunnen uitwisselen.

De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid.

Dit bestemmingsplan is digitaal opgezet conform de landelijk ontwikkelde standaard: het IMRO (InformatieModel Ruimtelijke Ordening). Zodoende is het mogelijk het plan digitaal uit te wisselen (met overheden) en digitaal te gaan raadplegen.