direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Emmeloord, Noord en Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00484-VS01

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport- en speelvoorzieningen, niet zijnde voorzieningen voor gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, tenzij anders in dit plan is geregeld, met de daarbijbehorende sportkantine;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast', tevens een antenne-installatie ten behoeve van mobiele telecommunicatie;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens het wonen in een bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport', tevens voor paardensport en bijbehorende paddocks;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal', tevens een geluidwerende voorziening;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horeca;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan', tevens een ijsbaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'manege', tevens een manege en paardensport alsmede daaraan gerelateerde en ondergeschikte detailhandel tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m² en recreatieve verblijfsruimten;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', tevens een parkeerterrein;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum', tevens een sportcentrum en openlucht zwembad;
  • k. wegen en paden;
  • l. kunstwerken;
  • m. evenementen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' op jaarbasis niet meer dan 6 niet-sportgerelateerde evenementen zijn toegestaan;

met daarbijbehorende:

  • n. gebouwen, een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken daar niet onder begrepen, tenzij anders in dit plan is geregeld;
  • o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • p. geluidwerende voorzieningen;
  • q. andere-werken;
  • r. watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • s. nutsvoorzieningen;
  • t. groenvoorzieningen;
  • u. parkeervoorzieningen.
14.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen.

14.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' geldt dat het bebouwingspercentage van het bouwvlak niet meer mag bedragen dan het aangegeven percentage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goothoogte en de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • e. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m;
  • f. een gebouw waarbij gelet op de omvang of functie daarvan ruimte nodig is voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte wordt gerealiseerd;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder a en e mogen gebouwen worden gebouwd tot een oppervlakte van niet meer dan 1% van de oppervlakte van de bij de accommodatie behorende gronden en tot een bouwhoogte van niet meer dan 3 m;
  • h. op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan bestaande bebouwing met afwijkingen in maten en afmetingen mag gehandhaafd worden.
14.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 6 m bedragen.
14.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning

Voor een bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag per bedrijfswoning niet meer dan 40 m² bedragen;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen.
14.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van tribunes mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten en ballenvangers mag niet meer dan 18 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 40 m;
  • d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen.