direct naar inhoud van 2.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Ens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00483-VS01

2.5 Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijke beleidskader wordt onder andere gevormd door de nota "Toekomstvisie gemeente Noordoostpolder, ruimte voor kwaliteit" (2003), het "Milieubeleidsplan" (2001) en de nota "Noordoostpolder: ruimte voor wonen" (2001). In het gemeentelijke beleid ten aanzien van het wonen in de Noordoostpolder zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • zorg voor de kwaliteit van de bestaande en nieuw te bouwen woningen en de woonomgeving;
  • versterking van de centrumfunctie van Emmeloord;
  • versterking van de woonfunctie van de dorpen;
  • zorg voor voldoende huisvesting voor ouderen;
  • kansen blijven scheppen voor mensen in kwetsbare posities;
  • het verbeteren van de zeggenschap van burgers over woning en woonomgeving.

De doelstellingen uit de nota "Noordoostpolder: ruimte voor wonen" (2001) zijn in 2004 verder uitgewerkt en op onderdelen geactualiseerd in de "Woningmarktanalyse Noordoostpolder". Dit rapport geeft een overzicht van de huidige en de te verwachten tekorten en overschotten op de woningmarkt, zowel kwantitatief als kwalitatief. De Woningmarktanalyse bestrijkt de periode tot 2015, maar geeft ook een doorkijk naar 2030.

De huidige woningmarkt in Noordoostpolder kenmerkt zich onder andere door een groot aantal eengezinswoningen (in een rij), een tekort aan woningen voor senioren en her)starters, relatief betaalbare koopwoningen en een tekort aan sociale huurwoningen. De sociale huurwoningen bevinden zich met name in de centra, terwijl de halfvrijstaande woningen en vrijstaande woningen voornamelijk aan de rand van de dorpen en in Emmeloord gesitueerd zijn.

De huishoudens in de gemeente Noordoostpolder hebben een lager inkomen dan gemiddeld in Nederland, maar de huishoudens hebben tegelijkertijd ook een lager geregistreerd werkloosheidscijfer. Tevens wonen er in de gemeente Noordoostpolder relatief veel gezinnen met kinderen. Qua bevolkingsontwikkeling zal de komende jaren (tot 2015) het aantal 'jongeren' (tot en met 19 jaar) en het aantal 'actieve senioren' (55-69 jarigen) in de Noordoostpolder sterk toenemen. Na 2015 zet de vergrijzing in de Noordoostpolder definitief door en zal de groep inwoners van 70 jaar en ouder behoorlijk toenemen. Door deze ontwikkelingen zal de behoefte aan woningen geschikt voor 1- en 2-persoonshuishoudens toenemen.

Verder daalt de gemiddelde woningbezetting, maar deze is nog altijd hoger dan het Nederlands gemiddelde. Landelijke trends op de woningmarkt zoals individualisering, informatisering, internationalisering en toename van het aantal tweeverdieners doen zich ook voor in de Noordoostpolder en zijn van invloed op de woonvoorkeuren van de woonconsument.

In het "Milieubeleidsplan Noordoostpolder 2001-2004" (2001) wordt ingegaan op de bebouwde omgeving. Voor de jaren 2005-2008 is het hieruit voortgevloeide MeerJaren Milieu-UitvoeringsProgramma (MMUP) van kracht. Belangrijke onderwerpen in het milieubeleidsplan zijn duurzame stedenbouw en duurzame bedrijventerreinen. Milieubeleid dat uitgaat van duurzaamheid verhoogt de kwaliteit van de omgeving. Dit kwaliteitsbeleid past in de ontwikkeling van de toekomstvisie "Ruimte voor kwaliteit". De gemeente Noordoostpolder kiest in deze toekomstvisie duidelijk voor kwaliteit. Ruimte, rust en schone lucht zijn de kernkwaliteiten van de Noordoostpolder. Wonen, werken en verkeer moeten op voldoende afstand van elkaar plaatsvinden.

De gemeente Noordoostpolder heeft zich tot doel gesteld de relatief gunstige milieukwaliteit in onze polder te behouden en te versterken. Eén van de middelen die zij daartoe inzet is duurzaam bouwen. Dit is een manier van bouwen waarbij negatieve effecten voor milieu en gezondheid ten gevolge van het bouwen en de gebouwde omgeving tot een minimum worden beperkt. Zo is de volgende doelstelling opgenomen in het gemeentelijk milieubeleidsplan 2001-2004 en het meerjaren milieu-uitvoeringsprogramma 2005-2008 (MMUP): 'De gemeente Noordoostpolder stimuleert duurzaam bouwen als een vanzelfsprekend onderdeel van de totstandkoming, vernieuwing en het gebruik van de bebouwde omgeving. In uitbreidingsplannen voor woningbouw wordt uitvoering gegeven aan het 'plan van aanpak duurzaam bouwen'. Ook is in het MMUP opgenomen dat: 'Het duurzaam gebruiken en onderhouden van woningen (duurzaam wonen) wordt gestimuleerd'. Tenslotte wordt in het kader van het gemeentelijk klimaatbeleid gestreefd naar woningen die 5 tot 10 % energiezuiniger zijn dan het bouwbesluit voorschrijft.

De provincie Flevoland en de gezamenlijke Flevolandse gemeenten, verenigd in het Netwerk Duurzaam Bouwen Flevoland, hebben het manifest "Nieuw Flevolands Peil" opgesteld. Op 10 juni 2005 hebben de opstellers, partijen uit de bouwwereld, energie- en waterleidingbedrijven en de vereniging Natuur en Milieu Flevoland het manifest ondertekend. De ondertekening van het manifest vormt het startsein om te komen tot regionale afspraken die leiden tot woningen en een woningomgeving waar het prettig, gezond en comfortabel wonen is. Het manifest en de te maken afspraken richten zich zowel op nieuwbouw als op bestaande bouw.

Op 27 mei 2004 heeft de gemeenteraad het "Welstandsbeleidsplan Noordoostpolder" vastgesteld. Het Welstandsbeleidsplan geeft richting aan het welstandstoezicht in de Noordoostpolder en voor de inwoners van de gemeente biedt het plan helderheid over de welstandsbeoordeling van hun bouwplannen. Uitgangspunt daarbij is een gebiedsgericht welstandbeleid. Op deze wijze wordt aan de verschillen binnen de polder recht gedaan. Daarnaast zijn er zogenaamde loketcriteria (toetsingscriteria) geformuleerd voor kleine bouwwerken waarvoor de licht-bouwvergunningplichtige procedure geldt (erkers, aanbouwen, dakkapellen et cetera). Tenslotte zijn er ook objectgerichte criteria geformuleerd die gelden voor specifieke bouwwerken die door de hele polder voorkomen (bijvoorbeeld reclame-uitingen).

In het Welstandsbeleidplan staat vermeld dat het welstandstoezicht in de woonwijken rond de oude kernen van de dorpen, waaronder Ens, er in grote lijnen op is gericht om de bestaande kwaliteit in de wijken te bewaren. Deze wijken zijn vanaf de jaren '60 gebouwd en weerspiegelen, soms in één straatbeeld, de ontwerpopvattingen uit de verschillende tijden. Er wordt relatief weinig gebouwd in deze wijken, de meeste plannen zijn kleine uitbreidingen aan de woningen.

De volgende uitgangspunten worden daarbij gerespecteerd:

  • Uitbreidingen aan gebouwen dienen met respect voor de karakteristiek van het bestaande gebouw te worden vormgegeven.
  • Bij nieuwbouw of grote uitbreidingen is vernieuwing mogelijk wanneer deze een versterking betekent van de architectonische kwaliteit.
  • Aan de randen met het buitengebied dienen gedekte kleuren te worden toegepast.

In het "Structuurplan" (1992) wordt handhaving van het specifieke landschap van de Noordoostpolder en versterking van de ruimtelijke structuur beschouwd als de basis voor het ruimtelijk beleid. Het agrarische karakter van de gemeente dient ook in de toekomst in het landschapsbeeld tot uitdrukking te komen. Daarnaast is vergroting van de ontsluiting van de gemeente een beleidsuitgangspunt. Wat betreft de bevolkingsontwikkeling richt het beleid zich op de bevolkingsgroei, de bevolkings- samenstelling en op de bevolkingsspreiding. Het versterken van de woonfunctie wordt gerealiseerd door een verhoging van de kwaliteit van het woningaanbod en het aanbod van aantrekkelijke en schone woonmilieu's. Wat betreft de verzorgingsstructuur wordt gestreefd naar handhaving en versterking van een zo hoog mogelijk verzorgingsniveau. Om de werkgelegenheid te bevorderen wordt onder meer gestreefd naar het tijdig realiseren en aanbieden van gunstig gelegen bedrijventerreinen. Tot slot is de vergroting van de omvang van het aanbod en de diversiteit van de recreatieve voorzieningen, alsmede het opwaarderen van bestaande voorzieningen beleidsuitgangspunt.

Op 4 oktober 2007 heeft de gemeenteraad de archeologische basis- en beleidsadvieskaart inclusief bijbehorende rapportage vastgesteld als gemeentelijk toetsingskader. Op de archeologische beleidsadvieskaart is duidelijk aangegeven in welke gebieden er onderzoek gedaan moet worden en in welke gebieden onderzoek achterwege kan blijven. Ook wordt vermeld in welke mate er archeologische waarden verwacht worden of beschermd zijn.

De "Nota Economisch Beleid" (2002) geeft het beleidskader van de gemeente Noordoostpolder op economisch gebied in de komende jaren weer en kan gezien worden als toetsingskader voor (nieuwe) ontwikkelingen op economisch gebied in de gemeente. Doelstelling van het economisch beleid is het voortzetten van de positieve economische ontwikkeling en het bevorderen van duurzame werkgelegenheid. Dat wil zeggen kiezen voor kwaliteit en een economische ontwikkeling in harmonie met andere beleidsontwikkelingen zoals ruimtelijke ordening, milieu en sociale veiligheid. In dit kader is onder andere van belang het onderdeel werken aan huis, waarover in de nota wordt gesteld dat ingespeeld moet worden op de trends van flexibele werktijden en thuiswerken.

Gemeentelijk vestigingsbeleid.

Op 9 oktober 2008 heeft de gemeenteraad de "Gemeentelijke Vestigingsvisie" (GVV) vastgesteld.

In deze GVV wordt een analyse gemaakt van de sociaal economische ontwikkelingen binnen de gemeente Noordoostpolder op basis van een aantal toekomstscenario's.

Er is een inventarisatie gemaakt van de bestaande werklocaties binnen de gemeente. De provincie onderscheidt binnen werklocaties detailhandel, kantoren, gemengde locaties wonen/werken en werken/wonen, bedrijventerreinen en terreinen voor zware industrie. Vervolgens is gekeken naar de ontwikkelingswensen, visie van de gemeente waaronder de toekomstvisie 2030, het economische beleidsplan, het milieubeleidsplan en het meest recente collegeprogramma. Uit deze stukken zijn die delen overgenomen die relevant zijn voor de ontwikkeling van werklocaties binnen de gemeente Noordoostpolder.

Op grond van de visie en de berekende scenario's zijn vervolgens doorzichten gemaakt naar de planning van de verschillende typen werklocaties.

Tenslotte heeft een confrontatie plaatsgevonden van de geprognostiseerde vraag en het aanbod aan werklocaties dat in planning is.

In de Visie werklocaties van de provincie van 2005 werd met name uitgegaan van het hoge groeiscenario en de daarbijbehorende grote vraag naar werklocaties. De afgelopen jaren is van diverse kanten twijfel ontstaan over de realiteitswaarde van het hoge scenario en wordt steeds vaker het midden scenario als een reëler gezien.

Op basis van de toekomstvisie worden de consequenties voor de ontwikkeling van werklocaties binnen de gemeente uitgewerkt. In hoofdstuk 6 worden de beleidskeuzes gemaakt en ten aanzien van de reguliere bedrijventerreinen is voor wat betreft Ens opgemerkt dat aansluitend aan het bestaande terrein een uitbreiding wordt voorgestaan van 3,5 hectare ten behoeve van de uitbreiding van een reeds gevestigde onderneming. Voorts is gesteld dat binnen het beoogde tracé van de rondweg in totaal 6 hectare netto kan worden ontwikkeld.


Duurzaamheid, revitaliseren en parkmanagement

Duurzaamheid voor bedrijventerreinen betekent dat bedrijventerrein op lange termijn goed blijven functioneren. Er moet dus structureel aandacht worden geschonken aan het economisch functioneren van bedrijventerreinen. Dit uit zich met name in de blijvende aantrekkelijkheid voor bedrijven om er gevestigd te blijven en voor nieuwe bedrijven om zich te willen vestigen in vrijkomende panden.

Via het opzetten van parkmanagement projecten oftewel beter bedrijventerreinbeheer worden naast duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling ook duurzaamheidsaspecten van thema's als afval, energie en water meegenomen.

De komende jaren zal het thema revitalisering van bedrijventerreinen nadrukkelijk op de agenda worden geplaatst.

Actieprogramma bedrijventerreinen en vernieuwing bestemmingsplannen

De gemeente Noordoostpolder wil op basis van het GVV een actieprogramma bedrijventerreinen ontwikkelen waarbij naast de kwantitatieve samenhang nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de kwalitatieve samenhang tussen de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen binnen Noordoostpolder. Hierbij kunnen dan zaken als segmentering, fasering, ruimtelijke kwaliteit, duurzame bedrijventerreinontwikkeling en gebruik et cetera verder worden uitgewerkt.