direct naar inhoud van Artikel 14 Tuin
Plan: Ens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00483-VS01

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Tuin ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - bebouwing, tevens voor gebouwen ten dienste van de aangrenzende woonbestemming;

met daarbijbehorende:

  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. andere-werken;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen.

14.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - bebouwing;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan bestaande bebouwing met afwijkingen in maten en afmetingen mag gehandhaafd worden.
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
14.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.2 en in combinatie met het bepaalde in 14.4 toestaan dat ten dienste van de aangrenzende woonbestemming een bijbehorende bouwwerk wordt gebouwd over maximaal de halve gevelbreedte, een diepte van niet meer dan 1,5 m en een bouwhoogte van niet meer dan 3,5 m.

14.3.1 Afwegingskader

Een in 14.3 genoemde ontheffing kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld.

14.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.1 en in combinatie met het bepaalde in 14.3 toestaan dat gebouwen ten dienste van de aangrenzende woonbestemming worden gebruikt.

14.4.1 Afwegingskader

Een in 14.4 genoemde ontheffing kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.