direct naar inhoud van 3.4 Beeldkwaliteit
Plan: Creil-Oost fase 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00457-VS01

3.4 Beeldkwaliteit

Algemeen

In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de gewenste architectuur, beeldkwaliteit en randvoorwaarden die gesteld worden vanuit het openbare gebied.

Over de beeldkwaliteit van de te realiseren bebouwing wordt opgemerkt dat er drie categorieën randvoorwaarden zijn. Er zijn randvoorwaarden die:

  • 1. als welstandscriteria door de welstandscommissie kunnen worden gehanteerd;
  • 2. niet publiekrechtelijk zijn af te dwingen, maar wens of suggesties zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • 3. opgenomen worden in de bestemmingsplanregels; dit heeft betrekking op onder meer de maatvoering van de te realiseren bebouwing.

Per type woning wordt een beschrijving gegeven. De welstandscriteria zijn aan het einde van deze paragraaf opgesomd. Deze criteria worden te zijner tijd opgenomen dan wel vertaald naar de gemeentelijke welstandsnota. De systematiek en de terminologie van het vastgestelde Welstandsbeleidsplan zijn bij het formuleren van de criteria waar relevant, gehanteerd.

Woningen beukmaat circa 6 meter

In het stedenbouwkundig plan is een verkaveling type uitgewerkt van een woning met een beukmaat van circa 6 meter breedte, met in de achtertuin een berging/carport. Deze woningen inclusief achtertuinen en de achterontsluiting zijn te beschouwen als een bouwblok. Een bouwblok dat in zijn geheel ontworpen moet worden. Dat wil zeggen inclusief alle grenzen aan openbaar en semi openbaar gebied alsmede de aan de achterzijde gelegen semi openbare tussenruimte. ( De scheiding tuin/ openbaar gebied en de scheiding achtertuin/achterontsluiting).

Per woning is een parkeerplaats op eigen erf. De tweede auto en het bezoekers parkeren vindt plaats op de openbare weg. Voor dit parkeren worden geen aparte parkeerplaatsen aangelegd in het openbare gebied. De aan de achterzijde gelegen openbare ruimte gaat in het midden vergezeld van een rij bomen.

De hoogte van de woningen is 2 bouwlagen met een kap. Vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, zijn blinde zijgevels niet wenselijk.

Twee onder een kap

De twee onder een kap woningen langs de lange laan verkrijgen een voorname architectonische uitstraling. Duidelijke, heldere en afleesbare vormgeving met een goed passend materiaal gebruik; kortom: architectuur en kleurgebruik een laan waardig. De voortuin heeft een diepte van minimaal 5 meter, terwijl bij toepassing van een garage c.q. bijgebouw dit bouwonderdeel minimaal 3 meter achter de denkbeeldige voorgevellijn wordt geplaatst. Een carport wordt direct ontworpen in de architectonische ontwerpopgave en de carport bevindt zich achter de denkbare voorgevel rooilijn. De carport is als het ware een onderdeel van de architectuur van het bouwvolume.

Aandacht zal geschonken moeten worden aan de afscheiding prive - openbaar gebied. Zoals de overgangen van de voor- en zijtuinen naar het trottoir. Bij de voortuinen zijn heggen een goed afscheidingsmiddel voor mijn en dein. Bij zijtuinen zijn gemetselde muren in combinatie van metselwerk met hierin opgenomen een stalen hekwerk een vriendelijke oplossing.

De hoogte van de woningen is maximaal 2 bouwlagen met een kap. De voortuin heeft een minimale diepte van 5 meter. Vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, zijn blinde zijgevels niet wenselijk.

Vrijstaande woningen

De woning worden op de kavel geplaatst binnen het op de verbeelding weergegeven bouwvlak. Dit houdt in: minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens en aan de voorzijde op exact 6 meter vanaf de rand van de openbare weg. Een garage en/of /berging mag onderdeel zijn van het bouwvolume, maar mag ook vrijstaand zijn. De garage en/of berging staat op minimaal 1 meter uit de zijdelingse en/of de achterste perceelsgrens.

De woning heeft een maximale hoogte van 2 bouwlagen en is voorzien van een kap. De garage en/of berging heeft een hoogte van 1 bouwlaag al dan niet aangekapt aan de woning.

Aandacht moet geschonken worden aan de afscheiding prive - openbaar gebied. Het gaat hier om de overgang van de voor- en/of zijtuin naar de openbare weg. Bij de voortuin is een heg een uitstekend afscheidingsmiddel.

Bijzondere woonbebouwing

Ingeklemd tussen de Jan Asselijn en het verlengde van de Albert Cuyp wordt een bijzondere woonbebouwing voorgesteld. Hier passen meergezinswoningen, huisvesting voor senioren, levensloopbestendige rijenwoningen of woningen voor starters en/of andere woonvormen. Juist de omvang, vorm en ligging van deze "kamer" maakt deze plek heel geschikt voor bijzondere woonbebouwing. Ook biedt deze locatie mogelijkheden voor collectief opdrachtgeverschap (zie ook 2.5 Woningbehoefte; gemeentelijk beleid.)

Het gebouw zal door de ligging een tweezijdige oriëntatie moeten hebben. Het gebouw heeft een maximale hoogte van 2 bouwlagen met kap of is 3 laags plat afgedekt. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens wordt bepaald door de ligging van het bouwvlak. Afhankelijk van de invulling vindt het parkeren plaats aan de binnenzijde van de bebouwing. De ligging geeft aanleiding om de architectuur te verbijzonderen. Het gaat hier om een bouwblok dat in zijn geheel ontworpen moet worden. Aandacht moet geschonken worden aan de afscheiding prive - openbaar gebied. Het gaat hier om de overgang van de voor- , achter- en/of zijtuin naar de openbare weg. Vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, zijn blinde zijgevels niet wenselijk.

Beeldkwaliteitscriteria

Zoals gezegd zijn er eisen te stellen aan de gewenste architectuur, beeldkwaliteit en randvoorwaarden die gesteld worden vanuit het openbare gebied. In het plan moet extra aandacht uitgaan naar de bebouwing aan weerszijde van hoofdontsluiting. Deze laan moet een voorname uitstraling krijgen, een laan waardig.

Situering

  • De bebouwing dient zich naar de openbare ruimte te richten;
  • Bijgebouwen zijn zodanig gesitueerd dat ze ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw en dat ze het straatbeeld niet verstoren;
  • Gebouwd wordt in de voorgevelrooilijn.

Vormgeving

  • De nokrichting is evenwijdig aan de straat dan wel de openbare ruimte.
  • Extra aandacht wordt besteed aan de vormgeving van zichtbare zijgevels en achtergevels.
  • Aandacht voor verbijzondering van de eindwoningen bij rijenwoningen.
  • Er dient samenhang in architectuur van de te onderscheiden kamers te zijn

Detaillering, kleuren en materialen

  • Waar de zij- en/of achtererven grenzen aan de openbare weg worden projectmatig erfafscheidingen aangebracht.
  • Het gebruik van natuurlijke kleuren wordt nagestreefd
  • Dakkapellen kunnen plat afgedekt worden of aangekapt zijn.

Referentiebeelden

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00457-VS01_0013.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00457-VS01_0014.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00457-VS01_0015.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00457-VS01_0016.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00457-VS01_0017.jpg"