direct naar inhoud van 3.4 Provinciaal beleid
Plan: IJsselmuiden West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991039-VB01

3.4 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie (2009)

Op 1 juli 2009 is de Provinciale Omgevingsvisie en de Provinciale Omgevingsverordening vastgesteld door Provinciale Staten. Hierin worden het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan met elkaar geïntegreerd zodat één beleidsplan ontstaat voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. In de Omgevingsvisie benoemt de provincie de provinciale belangen en geeft ze aan hoe ze de maatschappelijke opgaven samen met de partners gaat realiseren. De Omgevingsvisie is een structuurvisie in het kader van de nieuwe Wro. Leidende thema's in de Omgevingsvisie zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. De provincie onderscheidt in de Omgevingsvisie een aantal gebiedskenmerken. Als in een bepaald gebied een verandering aan de orde is dan geeft de "catalogus gebiedskenmerken" richting aan de manier waarop dit moet plaatsvinden.

Gebiedskenmerken

Natuurlijke laag

Het gebied ligt grotendeels in een gebied dat gekenmerkt wordt door "Oeverwallen" en voor een deel ook als "komgronden". In de catalogus wordt aangegeven dat de rivieren, uiterwaarden, rivierdalen en directe omgeving van insnijdende rivieren een beschermende bestemmingsregeling krijgen, gericht op instandhouding van een robuust watersysteem, de waterkwaliteit, ruimte voor water en de natuurkwaliteit.

Deze waarden worden in dit bestemmingsplan niet landschappelijk beschermd, omdat ze vanwege de stedelijke inrichting voor een groot deel niet meer beleefbaar zijn. Wel wordt de bodem beschermd door middel van de dubbelbestemmingen "Waarde - Archeologie 1" en "Waarde - Archeologie 2", die gebaseerd zijn op de gemeentelijke archeologische waardenkaart.

Agrarische laag

Oeverwallen en laagveenontginningen

Voor de oeverwallen geldt dat het winterbed van de rivier de IJssel een beschermende bestemmingsregeling krijgt. Voor het plangebied is daar geen sprake van.

Voor wat betreft laagveenontginningen geldt dat de Polder Mastenbroek een beschermende bestemmingsregeling krijgt, gericht op instandhouding van het grootschalige open karakter met zijn wegen en lintengrid en aanliggende huisterpen en het patroon van dijken. Voor dit bestemmingsplan is er enkel sprake van stedelijk gebied. Het gebied met het kenmerkende open karakter valt buiten het plangebied.

Stedelijke laag

Het plangebied is in de stedelijke laag voor een groot deel bestempeld als "Woonwijken 1955- nu" en deels als bedrijventerreinen. Grote delen van deze woonwijken zijn feitelijk van voor 1955. Voor "woonwijken 1955-nu" geeft de catalogus gebiedskenmerken aan: als er ontwikkelingen plaatsvinden in deze naoorlogse wijken, dan dient de bebouwing zich te voegen in de aard, maat en het karakter van het grotere geheel, maar het mag als onderdeel daarvan wel herkenbaar zijn.

Een eventuele herstructurering borduurt voort op de bestaande kwaliteiten van de bebouwing en het stedenbouwkundig ontwerp en tevens op de natuurlijke laag en die van het agrarisch cultuurlandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991039-VB01_0005.png"

Gebiedskenmerken Stedelijke laag en Lust- en leisurelaag

Lust- en leisurelaag

De westkant en de zuidkant van IJsselmuiden vormen de dorpsfronten van IJsselmuiden (rood) . De catalogus gebiedskenmerken geeft aan dat deze benoemd kunnen worden als kwaliteit en dat er bij een ontwikkeling op deze kwaliteit ingezet kan worden. Ook lopen er door het plangebied enkele recreatieve wandel- en fietsroutes.

Ontwikkelingsperspectief

Het ontwikkelingsperspectief voor het plangebied is gericht op een stedelijke omgeving met de aanduiding "dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus". Binnen deze aanduiding heeft het plangebied de aanduiding "woonwijk".

Binnen dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Uit de Omgevingsvisie volgen geen beperkingen voor dit gebied.