Plan: | Hengelo Zuid - Breemarsweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0042-0301 |
Het dorp Hengelo ontstond in het kerspel Delden in de buurschap Woolde rond de Hof (te) Hengelo en de daarbij behorende kapel. De naam Hengelo komt van de Germaanse woorden hangi- (helling) en -lauha, (bosje op hoge zandgrond). Tussen circa 1525-1530 bouwde Fredrik van Twickelo op zijn Hof Hengelo het Huis Hengelo. Dit werd gesloopt in 1821. Momenteel zijn alleen de fundamenten nog zichtbaar.
Hoewel uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er op de plaats waar de gemeente zich nu bevindt al een paar duizend jaar bewoning is geweest, is de gemeente Hengelo pas ontstaan in 1811, hoewel het dorp al in 1802 een eigen dorpsbestuur kreeg. Op dat moment bestond het dorp uit niet meer dan een honderdtal boerderijen en kleine landarbeidershuisjes. De gemeente begon pas te groeien tijdens de Industriële revolutie van de negentiende eeuw. Aanvankelijk is er ook in Hengelo nog redelijk wat textielindustrie, maar waar deze zich in de loop van de eeuw steeds meer gaat concentreren in Enschede, komt in het Hengelose economisch leven de nadruk steeds meer te liggen op de technische en metaal industrie. Hierbij speelde de familie Stork een grote rol. In 1867 vestigde C.T. Stork een fabriek voor machineonderdelen in Hengelo (Gebr. Stork & co). Na de komst van dit bedrijf volgden andere grote fabrieken als Hazemeyer, Heemaf, Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie en Hollandse Signaalapparaten. Door deze ontwikkelingen groeide Hengelo bijzonder snel. Het vroegere dorp kreeg een stedelijk aanzien. In de Tweede Wereldoorlog werd Hengelo, vooral vanwege de strategische industrie die er gevestigd was, regelmatig gebombardeerd. Daarbij werd het centrum van de stad op 6 en 7 oktober 1944 zo goed als geheel vernietigd. Na de oorlog kreeg Hengelo het aanzien van een typische wederopbouwgemeente. Veel van de nog aanwezige oude gebouwen werden niet gespaard in de jaren zestig. Een van de opvallendste bouwwerken die de tand des tijds overleefde is de rooms-katholieke Sint-Lambertusbasiliek uit 1890. De vondst van een vuistbijl aan de rand van het Twentekanaal in 1980 vormt een bewijs dat er reeds 75.000 jaar geleden bewoners (neanderthalers) waren op de plaats waar nu Hengelo ligt.
Het gebied waar Hengelo Zuid-Breemarsweg e.o. onderdeel van uitmaakt ligt ten zuiden van de spoorlijn Zutphen-Enschede. Het was dit gebied waar de grootste industriële ontwikkelingen plaatsvonden in de vorm van grote fabrieksloodsen met aan de randen kleinschalige nederzettingen van woningen. Het gebied wordt in het noord-noordoosten begrenst door het voormalige industrie gebied van Stork en Dikkers, het gebied- Hart van Zuid genaamd, van ruim 50 hectare groot wordt momenteel getransformeerd naar voornamelijk woningbouw waarbij respect voor de aanwezige monumetale industriële bebouwing plaats vindt.
Ten oosten van het gebied bevindt zich de wijk Tuindorp 't Lansink, een wijk opgericht door ir. C.T. Stork die zich als doel gesteld had woningen te bouwen voor zijn arbeiders en beambten, waarbij de engelse landschapsstijl als inspiratiebron werd gebruikt. Tuindorp 't Lansink is door haar architectuur, stedenbouwkundige en functionele opzet en uitstraling een zeer bijzondere en geliefde wijk in Hengelo, het is een van de best bewaarde tuindorpen in Nederland en heeft de status van beschermd dorpsgezicht.
Ten zuiden van het gebied bevindt zich het Industrieterrein Twentekanaal Noord, een gebied dat momenteel geherstructureerd wordt.