Plan: | `t Weusthag |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0008-0301 |
De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten. Centraal hierbij staat de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. Ten behoeve van de planrealisatie kan het dan ook nodig zijn om ontheffing aan te vragen in verband met de (voorgenomen) overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Tijdens het plannen van de werkzaamheden dienen de volgende zaken in kaart gebracht te worden:
In 2005 heeft in het plangebied in het kader van de Flora- en faunawet een uitgebreid natuuronderzoek plaatsgevonden. De resultaten zijn verkort weergegeven op kaart 09066-REO-OIP-001 V in bijlage 1 van de toelichting.
In het plangebied zijn totaal 337 soorten planten aangetroffen. Hiervan kunnen 49 soorten bijzonder genoemd worden. Van deze 49 soorten staan er 6 op de Rode Lijst van bedreigde planten. Het gaat hier om dubbelloof, slokhak, bleke zegge, akkerandoorn, beemdkroon, grote keverorchis en tweestijlige meidoorn.
In de zin van de Flora- en faunawet zijn 6 wettelijk beschermde soorten gevonden. Het betreft: gewone dotterbloem, rietorchis, brede wespenorchis, gewone vogelmelk, grote keverorchis en kleine maagdenpalm. Andere planten met een hoge natuurwaarde zijn de zeldzame gewone dopheide, gulden boterbloem en donkersporig viooltje. Alle genoemde planten zijn van nationaal belang.
Vooral het gebied van de Houtmaatplas met bosomgeving dient, bij eventuele ontwikkelingen, te worden ontzien. De aanwezige beken en kleigaten bieden floristische kansen.
Er zijn in Weusthag dertien grondgebonden zoogdieren waargenomen. Er zijn populaties steenmarter, wezel, eekhoorn en konijn vastgesteld. De ree is in kleine getale gesignaleerd. Alle grondgebonden zoogdieren genieten lichte bescherming, alleen de eekhoorn is matig beschermd. Voor een overzicht van de aanwezige landgebonden zoogdieren, een overzichtskaart staat in bijlage 1 van de toelichting (09066-REO-OIP-001 W).
In het gebied foerageren vier soorten vleermuizen en wel gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleer muis, watervleermuis en laatvlieger. Er zijn geen verblijfplaatsen vastgesteld. Alle soorten vleermuizen zijn strikt beschermd. Zie 09066-REO-OIP-001 X in bijlage 1 van de toelichting.
Op de kleiplassen, vooral de Kleigaten van Rientjes, overwinteren veel watervogels, zo'n twintig soorten. Zes soorten komen in relatief grote aantallen voor: aalscholver, grauwe gans, kokmeeuw, kuifeend, meerkoet en wilde eend. Bijzonder zijn brilduiker, tafeleend en witoogeend. Er zijn ook exoten als nijlgans en zwarte zwaan aangetroffen. Alle inheemse soorten watervogels zijn beschermd.
In het plangebied zijn 21 soorten broedvogels vastgesteld. In het kleinschalig agrarisch gebied broeden boerenzwaluw, gekraagde roodstaart, grasmus, huismus, kievit, patrijs, scholekster, spotvogel en steenuil. Bosbroeders zijn boomklever, bosuil, buizerd, groene specht en matkop.
Water en moeras zijn de broedplaatsen van brandgans, fuut, ijsvogel, kleine karekiet, kuifeend en nijlgans. Zeven soorten staan op de rode lijst en wel boerenzwaluw, groene specht, huismus, matkop, patrijs, spotvogel en steenuil. Een overzicht van de broedvogels binnen het plangebied is te vinden in bijlage 1 van de toelichting (kaart kaart 09066-REO-OIP-0001 Z).
De amfibieën zijn hier vertegenwoordigd door de bruine kikker, de gewone pad en de middelste groene kikker. Van de padden zijn verschillende trekroutes vastgesteld. Alle waargenomen soorten amfibieën zijn licht beschermd. Er zijn geen beschermde reptielen en vissen waargenomen. De amfibieën zijn weegegeven op een kaart (kaart 09066-REO-OIP-0001 Y) in bijlage 1 van de toelichting.
Van de ongewervelde dieren zijn tien soorten libellen en juffers vastgesteld. Vermeldingswaardig zijn de bandheidelibel, die leeft boven beekjes, verlande plassen en moerassen, en de weidebeekjuffer, die voorkomt boven schone beekjes met voldoende waterplanten. Naast libellen zijn er 16 soorten vlinders waargenomen, waaronder kleine vuurvlinder, gehakkelde aurelia en zwartsprietdikkopje.
Samengevat kan gesteld worden, dat het Weusthag vrij grote floristische waarde heeft. Gevarieerde flora leidt tot soortenrijkdom van vlinders. De broed- en wintervogels zijn goed vertegenwoordigd. Ook de libellen doen het goed. Opvallend is de aanwezigheid in dit geïsoleerde gebied van ree en eekhoorn. De volgende soorten zijn ontheffingsplichtig: boerenzwaluw, boomklever, bosuil, brandgans, buizerd, fuut, gekraagde roodstaart, grasmus, groene specht, huismus, ijsvogel, kievit, kleine karekiet, kuifeend, matkop, nijlgans, patrijs, scholekster, spotvogel, steenuil, eekhoorn en steenmarter. Alle afzonderlijke waarden per diergroep zijn pleksgewijs gebundeld, waarmee bestaande natuurrijke terreinen in het Weusthag zichtbaar gemaakt worden. Op een verzamelkaart zijn de plekken aangegeven, waar de bescherming van natuurwaarden voorop staat. Deze kaart is te vinden in bijlage 1 van de toelichting onder kaartnummer 09066-REO-OIP-001-AA.
Aangezien voorliggend plan conserverend van karakter is, zal iedere toekomstige ontwikkeling een eigen planologische procedure moeten doorlopen. Onderdeel hiervan zal een aanvullend flora- en faunaonderzoek zijn.