- 17.1 Bestemmingsomschrijving
- 17.2 Bouwregels
-
17.3 Ontheffing van de bouwregels
- 17.3.1 Ontheffing bouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten
- 17.3.2 Ontheffing woningsplitsing voormalige boerderij
- 17.3.3 Ontheffing bouwen woning op andere plaats
- 17.3.4 Ontheffing inhoud woonruimte in voormalige boerderij
- 17.3.5 Ontheffing situering bijgebouwen
- 17.3.6 Ontheffing oppervlakte bijgebouwen met saneringsvoorwaarde
- 17.3.7 Ontheffing oppervlakte bijgebouwen voor hobbymatige activiteiten en beroep aan huis
- 17.3.8 Ontheffing bouwhoogte erf- of perceelafscheidingen
- 17.4 Specifieke gebruiksregels
- 17.5 Ontheffing van de gebruiksregels
- 17.6 Wijzigingsbevoegdheid vergroting bestemmingsvlak
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen,
- beroep aan huis,
- niet-agrarische nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 1, onder 1.45, binnen eenzelfde bestemmingsvlak tot een gezamenlijke brutovloeroppervlakte van 300 m² binnen bestaande voormalige bedrijfsgebouwen,
- instandhouding van de uiterlijke verschijningsvorm van waardevolle/karakteristieke objecten, zoals die blijkt uit de maatvoering, dakvorm en situering, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek",
- bescherming van natuurwaarden van aangrenzende voor verdroging gevoelige natuur- en moerasgebieden, ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - hydrologische bufferzone", en
- tuinen en erven.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 17.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
- woningen,
- bijgebouwen en overkappingen, waaronder begrepen hobbykassen, dierenverblijven en soortgelijke gebouwen,
- andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 17.2.1, gelden de volgende bepalingen:
- binnen elk bestemmingsvlak mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één of in voorkomend geval niet meer dan het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden",
- woningen mogen als zodanig uitsluitend worden gebouwd op de bestaande plaats;
- de inhoud van een woning, althans het hoofdgebouw, mag:
- niet meer bedragen dan 750 m³ of niet meer dan bestaande inhoud indien die meer dan 750 m³ bedraagt, of
- niet meer dan 400 m³ bedragen, voor zover betreft de woningen op de hierna aangegeven adressen:
woningen op de adressen: Bonteweg 63 Meester Werkmanstraat 24b Goossenweg 5a Ossenkampweg 2a Heuversteeg 14 Schuilenburgerweg 33 Ligtenbergerweg 11 Smidsstraat 30
- de goothoogte en bouwhoogte van een woning mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 10 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3,5 m en 10 m;
- bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op ten minste 1 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning;
- de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde woning behorende bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 100 m² bedragen of niet meer dan de bestaande oppervlakte indien die meer dan 100 m² bedraagt, met dien verstande dat vervangende nieuwbouw van bijgebouwen en overkappingen maximaal 250 m² van de bestaande oppervlakte mag betreffen;
- in afwijking van het bepaalde onder f, mag de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde woning behorende bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 40 m² bedragen, in geval deze behoren bij de woningen als bedoeld onder b.2;
- de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen, niet zijnde woningen, en overkappingen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3 m en 6 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken max. bouwhoogte erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn 2 m pergola's 3 m overige erf- of perceelafscheidingen 1 m overige andere bouwwerken 10 m - in voorkomend geval artikel 28, lid 28.3 (Afstanden tot wegen en water).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 17.1, onder c, voor zover betreft het gebruik van bestaande voormalige bedrijfsgebouwen, ten behoeve van het bouwen van gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten mag binnen eenzelfde bestemmingsvlak niet meer dan 300 m² bedragen;
- de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m;
- vooraf dient vast te staan dat een brutovloeroppervlakte aan bestaande voormalige bedrijfsgebouwen die gelijk is aan de brutovloeroppervlakte van de gebouwen waarvoor ontheffing wordt verleend, wordt gesloopt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder a, ten behoeve van het uitsluitend binnen de aaneengesloten bebouwing van een voormalige boerderij, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, toestaan van:
- één woning extra, indien de inhoud van die aaneengesloten bebouwing meer dan 1.000 m³ bedraagt, of
- twee woningen extra, indien de inhoud van die aaneengesloten bebouwing meer dan 1.500 m³ bedraagt,
met inachtneming van de volgende bepalingen:
- per geval mag de gezamenlijke inhoud van de bestaande woning en de extra woning of woningen niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van de aaneengesloten bebouwing;
- de extra woning of woningen dienen te passen binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- de extra woning of woningen dienen duidelijk bij te dragen aan de instandhouding en het herstel van de karakteristiek van de betreffende voormalige boerderij;
- op geen van de gevels van een extra woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder b, ten behoeve van het bouwen van een woning op een andere plaats binnen het betreffende bestemmingsvlak dan de bestaande plaats, mits:
- niet dichter bij de weg dan op de bestaande plaats, en
- de bedrijfsvoering van nabijgelegen bedrijven niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder b, ten behoeve van het uitsluitend binnen de aaneengesloten bebouwing van een voormalige boerderij, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, vergroten van de inhoud van de woonruimte tot de totale inhoud van die aaneengesloten bebouwing, mits:
- een en ander duidelijk bijdraagt aan de instandhouding en het herstel van de karakteristiek van de betreffende voormalige boerderij, en
- vooraf vaststaat dat daardoor het aantal woningen niet toeneemt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder d, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen op minder dan 1 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning en vóór de voorgevel van de betreffende woning, mits:
- daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
- per geval wordt voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder f, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen en overkappingen tot een oppervlakte van meer dan 250 m², in geval de oppervlakte van de bestaande, niet voor bewoning bestemde gebouwen op de bij de betreffende woning behorende gronden meer bedraagt dan 250 m², met dien verstande dat van dat meerdere:
- 25% als maximum oppervlakte geldt voor de in de ontheffing begrepen bijgebouwen en overkappingen, en
- 3 m² dient te worden gesloopt, voor elke vierkante meter oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen waarvoor ontheffing wordt verleend.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder f, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen en overkappingen voor hobbymatige, agrarische activiteiten en beroep aan huis, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen voor hobbymatige activiteiten en beroep aan huis mag binnen eenzelfde bestemmingsvlak niet meer dan 150 m² bedragen;
- de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m;
- per geval dient voorzien te worden in een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 17.2.2, onder f, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m, tot aan en vóór de voorgevelrooilijn, mits:
- daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
- de erf- of perceelafscheidingen overwegend doorzichtig worden gebouwd.
Voor zover de niet-agrarische nevenactiviteiten als bedoeld in lid 17.1, onder c, detailhandel als bedoeld in artikel 1, onder 1.45, betreffen, mag bovendien binnen eenzelfde bestemmingsvlak de verkoopvloeroppervlakte van detailhandel niet meer dan 100 m² bedragen.
Voor zover de niet-agrarische nevenactiviteiten als bedoeld in lid 17.1, onder c, verblijfsrecreatieve voorzieningen als bedoeld in artikel 1, onder 1.45, betreffen, gelden bovendien de volgende bepalingen:
- de brutovloeroppervlakte van een plattelandskamer of plattelandsappartement mag niet meer dan 50 m² bedragen;
- het bepaalde in artikel 3 (Agrarisch), sublid 3.4.2, onder b, respectievelijk artikel 4 (Agrarisch met waarden), sublid 4.4.2, onder b, is van overeenkomstige toepassing al naar gelang het betreffende bestemmingsvlak "Wonen" grenst aan die bestemmingen;
- het gebruik als standplaats voor kampeermiddelen geldt per bestemmingsvlak voor ten hoogste 25 kampeermiddelen, in de periode van 15 maart t/m 31 oktober.
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook het gebruik van gronden als bedoeld in lid 17.1, voor permanente bewoning van plattelandskamers, plattelandsappartementen en kampeerboerderij.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 34 (Procedurebepalingen), ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 17.1, ten behoeve van het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten aan huis, en in sublid 17.2.2, onder e, ten behoeve van het daartoe vergroten van de oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- uitsluitend zijn toegestaan bedrijfsmatige activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving;
- in de omgeving van de betreffende woning mag geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreden;
- de bedrijfsactiviteiten mogen door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het landelijk karakter van de omgeving niet onevenredig aantasten;
- de gezamenlijke oppervlakte van de bij de desbetreffende woning behorende bijgebouwen en overkappingen mag maximaal 150 m² bedragen, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen, dat de op de gronden als bedoeld in lid 17.1, aangegeven bestemmingsgrens wordt verschoven ter vergroting van de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- per geval dient de behoefte aan vergroting te zijn aangetoond;
- de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 25% worden vergroot;
- op geen van de gevels van een woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden;
- in vookomend geval aanwezige landschaps- en natuurwaarden van aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast;
- in voorkomend geval artikel 28, lid 28.3 (Afstanden tot wegen en water).
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |