Artikel 6 Groen - Landschapselement
Inhoudsopgave
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Groen - Landschapselement" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen en instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle beplanting,
- instandhouding van de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden, zoals geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele, cultuurhistorische en ecologische waarden,
- instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen,
- bescherming van natuurwaarden van aangrenzende voor verdroging gevoelige natuur- en moerasgebieden, ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - hydrologische bufferzone",
- instandhouding van de uiterlijke verschijningsvorm van waardevolle/karakteristieke objecten, zoals die blijkt uit de maatvoering, dakvorm en situering, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", en
- extensieve openluchtrecreatie.
6.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
6.3 Uitsluiting toepasselijkheid artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening
Voor zover het betreft de gronden als bedoeld in lid 6.1, is de toepasselijkheid van artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening uitgesloten.
6.4 Toepasselijkheid aanlegvergunning
Artikel 33 (Aanlegvergunning) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |