Plan: | Bestemmingsplan Dedemsvaart Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00170-VG01 |
Dedemsvaart is van oorsprong een veenkolonie. In Noord-Overijssel begon het afgraven van het veen aan het begin van de negentiende eeuw. Op initiatief van Willem Jan Baron van Dedem werd vanaf 1808 een kanaal gegraven dat voor de afvoer van turf en de afwatering noodzakelijk was. In 1827 was dit kanaal - de Dedemsvaart - doorgetrokken tot Ane bij de Vecht. Door financiƫle problemen kwam de vervening echter moeizaam op gang. Uiteindelijk ging de Dedemsvaart in 1845 over in handen van de provincie Overijssel.
Dedemsvaart rond 1830 (Grote Historische Atlas van Nederland 1830-1855)
Opmerkelijk is dat juist ter plaatse van de huidige nederzetting Dedemsvaart het kanaal niet het rechte, strakke beloop kent zoals elders het geval is. Er zitten enkele scherpe knikken in het beloop. Feitelijk zijn hier twee kanalen parallel aan elkaar gegraven: de Langewijk aan de noordzijde en de Hoofdvaart aan de zuidzijde. Vermoedelijk is dit het gevolg van de stagnatie die bij de vervening optrad en de afzonderlijke verveningsactiviteiten die aan het graven van het kanaal vooraf gingen. In 1811 groef men de Langewijk en in 1817 de Hoofdvaart. Bij Rollepaal (sluis 6) komen beide kanalen samen en gaan dan als Rheezerend verder.
Uit het kaartbeeld van 1830 blijkt dat er inmiddels bebouwing langs beide kanalen is ontstaan: boerderijen, arbeiderswoningen en panden van neringdoenden. De afgegraven veengronden zijn voornamelijk in gebruik genomen als akker- en weiland.
Dedemsvaart circa 1900 (Historische Atlas Overijssel)
Na 1860 namen de verveningsactiviteiten in het gebied af. In 1850 werkten er 3.500 arbeiders; in 1885 was dit aantal tot minder dan 350 teruggelopen.
Op de topografische kaart van circa 1900 is te zien dat dan vrijwel alle veengronden in de directe omgeving van Dedemsvaart zijn afgegraven. Alleen ten noordwesten en ten zuiden van Dedemsvaart worden nog gronden verveend.
De hoeveelheid bebouwing is inmiddels sterk toegenomen. De concentratie is het grootst in de omgeving van de Kalkwijk, die een verbinding vormt tussen de beide vaarten. Tegenwoordig is dit de Julianastraat. Ook langs andere dwarswijken heeft zich bebouwing ontwikkeld.
De meeste wegen zijn nog onverhard. De belangrijkste uitzondering is de straatweg langs de noordzijde van de Hoofdvaart.
Naast landbouw zijn andere vormen van bedrijvigheid opgekomen, onder andere scheepswerven, een houtzagerij, kalkovens en bloemen- en plantenkwekerijen (waarvoor de grond uitstekend geschikt bleek).
Op de topografische kaart van circa 1950 tekent zich een verdere kernvorming af in de omgeving van de Kalkwijk. Op deze kaart is te zien dat de bebouwing aan de huidige Markt, net als die aan de Julianastraat, is ontstaan langs een (voormalige) dwarswijk.Het water speelt nog steeds een rol voor het transport. De doorgaande wegen lopen langs de Langewijk en de Hoofdvaart.
Topografische kaart circa 1950
Na de Tweede Wereldoorlog is de bebouwing van Dedemsvaart sterk uitgebreid; voornamelijk met woongebieden. In eerste instantie werd het gebied tussen de Langewijk en de Hoofdvaart opgevuld, later kwamen ook uitbreidingen ten zuiden van de Hoofdvaart tot stand. Bij de Rollepaal is een vrij omvangrijk bedrijventerrein tot ontwikkeling gebracht.
Topografische kaart circa 2010
De ontsluiting van Dedemsvaart heeft grote veranderingen ondergaan. Dankzij de aanleg van de N377 is het doorgaande verkeer uit de kern verdwenen. De kanalen en wijken hebben hun transportfunctie geheel verloren. De Langewijk en de meeste dwarswijken zijn gedempt. Kanaal de Dedemsvaart is echter grotendeels als waterelement behouden en vormt daarmee nog steeds een belangrijke structuurdrager van het dorp. Ten behoeve van de afwatering is het Ommerkanaal doorgetrokken langs de N377.